Rapport Rekenhof over het relanceplan Vlaamse Veerkracht

Op dinsdag 22 maart 2022 vond in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie van het Vlaams parlement de bespreking plaats van het rapport van het Rekenhof over het relanceplan Vlaamse Veerkracht van de Vlaamse regering. (1)

Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove deed een tussenkomst namens VOORUIT.
Hieronder vindt u zijn belangrijkste bemerkingen en/of vragen, waarin hij vooral ingaat op de opmerkingen van het Rekenhof.

“Het document geeft een goed overzicht van de stand van zaken van het relanceplan Vlaamse Veerkracht en van de bemerkingen erop van het Rekenhof. Zo kan het Vlaams parlement de controlerende functie perfect uitoefenen, zoals het moet.

Het Rekenhof is vrij kritisch over het relanceplan Vlaamse Veerkracht”, zegt Ludwig Vandenhove.

“Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management Jan Jambon (N-VA) en Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed Mathias Diependaele (N-VA) verdedigen zich met te zeggen dat het over ‘een lerende organisatie’ gaat, maar mijns inziens bedienen ze zich iets teveel van die te algemene term.  

De visie en het meten van de impact

Er zitten goede zaken in het relanceplan. Zo wordt er geïnvesteerd in een aantal belangrijke maatschappelijke sectoren. Wel ontbreekt er een duidelijk kader dat aangeeft waar dit plan naartoe leidt, vallen er veel van de projecten volledig binnen het bestaand beleid en hebben veel projecten zeer vage doelstellingen, zodat we niet kunnen uitmaken hoe ze ervoor staan.
De voorzitters van de relancecomités stellen dat er veel versnippering is en dat veel projecten op (te) korte termijn zijn gericht.
Het plan geeft onvoldoende expliciet een overkoepelende strategische visie weer, die gericht is op de economische en maatschappelijke relance en/of op transities.
Pas in januari 2022 stelde de derde voortgangsrapportering vage doelstellingen voorop, die de planvisie niet verduidelijkten en waaraan geen outcome- of impactindicatoren gekoppeld waren.
Uit documentenanalyse van 74 projecten blijkt dat slechts 57% van de projectomschrijvingen duidelijk aantonen hoe ze bijdragen aan en/of kaderen binnen de planambities of speerpunten. De projecten zijn wel coherent met het bestaande beleid en betreffen vaak een uitbreiding of versnelling van dat beleid.
De aansturing van het plan vindt voornamelijk op projectniveau plaats.
Globale doelstellingen op het niveau van het plan of de speerpunten ontbreken.
Er zijn evenmin geschikte outcome- of impactindicatoren ontwikkeld noch per speerpunt, noch over projecten en/of clusters heen (bijvoorbeeld voor de energieshift of de digitalisering).
Bij de derde voortgangsrapportering  werden in de covernota vier doelstellingen vooropgesteld, bijgevolg zestien maanden na de goedkeuring van het relanceplan.
Ze zijn zeer vaag omschreven, houden amper verduidelijking in van de visie van het plan en zijn niet ‘SMART’ geformuleerd.

Het Rekenhof maakt een aantal opmerkingen inzake het ontbreken van een algemene visie en doelstelling van het relanceplan Vlaamse Veerkracht.
Wat zijn de concrete doelstellingen van het relanceplan en/of van de speerpunten, die erin opgenomen zijn?
Gaat de Vlaamse regering hier nog outcome- of impactindicatoren aan koppelen, zoals het Rekenhof voorstelt?
Voor VOORUIT zijn de concrete visie en de indicatoren cruciaal om het succes van het relanceplan te kunnen vaststellen.

Over de capaciteit van de Vlaamse overheid

Heeft Vlaanderen voldoende capaciteit en mogelijkheden om én de 55 Europese projecten op korte termijn te kunnen realiseren om geen Europese middelen en subsidies te verliezen én de 103 Vlaamse projecten?
Is daar een zo concreet mogelijke inschatting van gemaakt?
Grote termijnoverschrijdingen lijken niet mogelijk voor de Europese Unie (EU).
Hier blijkt op globaal niveau weinig of geen aandacht voor te zijn.
Het Rekenhof merkt terecht op dat het onwaarschijnlijk zal zijn dat alle projecten op tijd afgerond zullen zijn.
Bij eerdere Europese subsidiekaders was het altijd al een probleem om de middelen uit te geven en de projecten op tijd af te krijgen.
Zijn er momenteel al projecten met Europese middelen gefinancierd, die in de problemen dreigen te komen?
Is er een plan voor als dit zich voordoet?

Effect en visie voor klimaat en energie

Van de 2,255 miljard euro door de EU gesubsidieerde uitgaven is 51,5% klimaat gerelateerd.
Van de 2,045 miljard euro, die Vlaanderen zelf ten laste neemt, is 13,2% klimaat gerelateerd.
Op het totaal van 4,3 miljard euro uitgaven is ongeveer 32,8% klimaat gerelateerd.
Het klimaatpanel wijst op de beperkingen van de projectmatige aanpak en/of van individuele maatregelen, die op zich misschien positief zijn, maar die niet ingebed zijn in een algemene klimaatvisie, die (vooralsnog) ontbreekt.

Wat is de klimaat- en energievisie van het relanceplan?
Hoe is het relanceplan gelinkt aan het klimaat- en energiebeleid van de Vlaamse regering?
Hoe zullen na afloop de projecten met een klimaatimpact verder geïntegreerd worden binnen het globale beleidskader?

De financiering van projecten, die aansluiten op al bestaand beleid

Projecten, die bestaand beleid uitvoeren, beogen voornamelijk een uitbreiding van het beleid met bijkomende, eenmalige financiële middelen (61%). Maar is sommige van deze dossiers zijn de reguliere kredieten de voorbije jaren zelfs niet opgebruikt (bijvoorbeeld sociale woningbouw).
Zullen deze eenmalige Europese of Vlaamse kredieten niet enkel de reguliere kredieten vervangen?
Dat kan leiden tot verschuivingen van deze ongebruikte kredieten, waardoor in de praktijk eenmalige kredieten onrechtstreeks naar niet bedoelde financiering gaan (van ander beleid of schuldafbouw).

Ongeveer slechts 16% van de projecten vormt nieuw beleid. Dus het relanceplan bevat enorm veel projecten, die direct aansluiten bij het huidig beleid: het aanleggen van verkeersinfrastructuur, vergroening van De Lijn, het bouwen van sociale woningen.
Op zich kan dat op voorwaarde dat het gaat over extra investeringen.

Is er een mogelijkheid om vast te stellen voor alle projecten, die gelijk lopen met het beleid van de Vlaamse regering of deze relancebudgetten aanvullend zijn of in de plaats komen van de budgetten, die al in de begroting zaten?
Kan het Rekenhof er al projecten uithalen waar er mogelijke risico’s in die zin zijn?

Wat zijn de reacties van minister-president Jan Jambon en  minister van Financiën Mathias Diependaele op deze opmerkingen?

De financiering

Voor ongeveer 25% van de projecten, waarvoor een onderbouwde kostenraming van belang is, is deze niet aangetoond. Zo verhoogt het risico dat de enveloppe van 4,3 miljard euro niet zal volstaan en dat bijkomende financiering of een bijstelling van de ambities nodig zal zijn.

Omtrent de financiering zijn er enkele onduidelijkheden.
Wat bij eventuele budgetoverschrijdingen?
Wat bij een verlaging van de Europese middelen?
Welke budgetten zullen na afloop van de eenmalige financiering nog nodig zijn?

Het Rekenhof formuleert een aantal vragen over de financiering van de projecten.
Kunnen minister-president Jan Jambon en/of minister van Financiën Mathias Diependaele deze vragen beantwoorden?

De projecten

Voor ongeveer 46% van de projecten zijn de doelstellingen voldoende duidelijk.
Bij circa 42% van de van de projecten zijn er maar gedeeltelijk bepaalde of vaag omschreven doelstellingen.
Het Rekenhof stelt vast dat in ongeveer 54% van de projecten duidelijke doelstellingen ontbreken.

Impactomschrijvingen zijn voor de meeste projecten bepaald, maar er zijn geen impactmetingen.

Kan het Rekenhof verduidelijken wat precies de verwachtingen en/of de criteria zijn voor een duidelijke doelstelling bij een project?

Gaat de Vlaamse regering hier nog bijsturen?

Europese dossiers

Voor de Europese dossiers zijn mijlpalen zeer belangrijk, want het behalen ervan is de voorwaarde voor uitbetaling.
Het Rekenhof is van oordeel dat de Europees afgesproken mijlpalen in 20 van de 30 onderzochte dossiers onvoldoende duidelijk zijn en/of niet kwaliteitsvol genoeg zijn.

Betekent dat volgens het Rekenhof dat deze onduidelijkheid ervoor zal zorgen dat België en Vlaanderen deze Europese middelen niet en/of slechts in bepaalde mate zal krijgen?
In welke mate dan?

Hoe reageren minister-president Jan Jambon en de minister van Financiën Mathias Diependaele op deze bemerkingen?
Zijn er al problemen opgedoken met het doorgeven van mijlpalen naar Europa via de federale regering?
Is hier nog een mogelijkheid tot bijsturing?

De voortgang van het relanceplan Vlaamse Veerkracht, evaluatieverslag over de informatiekwaliteit van de derde voortgangsrapportering door de Vlaamse regering

Voor 80% is de voortgang van de (deel)projecten goed beschreven, voor sommige projecten is een betere inhoudelijke onderbouwing van de stand van zaken nodig.
De mijlpalen zijn voor ongeveer 30% van de projecten kwaliteitsvol bepaald, in ongeveer 60% van de projecten zijn ze te vaag en/of te beperkt.
De opgegeven status van de mijlpalen is slechts in 54% correct, in de andere dossiers is de status niet correct of kan hij niet bepaald worden (te vage omschrijving van de mijlpalen en/of het ontbreken van voldoende informatie).
De outputindicatoren zijn in 54% van de dossiers kwaliteitsvol gedefinieerd, in de andere dossiers zijn de indicatoren soms te vaag of te beperkt in aantal of ontbreken soms indicatoren waar ze wel relevant kunnen zijn.
Slechts is 42% van de dossiers zijn geschikte streefwaarden opgenomen, voor de andere ontbreken ze of zijn er verbeteringen mogelijk.

Belangrijkste aanbevelingen van het Rekenhof

Er wordt aangedrongen om de financiële rapportering over de hervormingsprojecten
te integreren in de voortgangsrapportering.
Er moet duidelijk aangegeven worden welke de met de Europese Commissie (EC) afgesproken mijlpalen, indicatoren en streefwaarden zijn.
De omschrijving van de mijlpalen moet concreter aangeven wat op een bepaald ogenblik dient gerealiseerd te worden.
De outputindicatoren moeten voldoende relevant zijn en alle belangrijke elementen van output te meten.
Voor het bereiken van streefwaarden is het aangewezen om in tussenliggende meetmomenten met streefwaarden te voorzien, zodat beter in kaart gebracht wordt of de voortgang op schema ligt.

Gaat de Vlaamse regering deze aanbevelingen van het Rekenhof uitvoeren?

Heeft de Vlaamse regering al niet voldoende communicatie (‘reclame’) gemaakt rond dit relanceplan Vlaamse Veerkracht?
Moeten daar nog extra middelen voor ingezet worden?”