Op donderdag 10 september en vrijdag 11 september 2009 vond in Saumur in Frankrijk al voor de 7e maal de 'Summer Defence Conference' plaats.
Deze zomeruniversiteit rond defensieproblemen is een traditie geworden.
Het thema was dit jaar 'Reality of the crisis, Future of Defence'.

De ‘Summer Defence Conference’ is een privaat initiatief dat actief ondersteund wordt door de Franse regering en de Franse Kamer en Senaat.
Meer dan in andere landen, ook dan bij ons, is er in Frankrijk op het vlak van defensie een nauwere samenwerking tussen de privé-sector en de overheid.
Tijdens deze jaarlijkse ‘Summer Defence Conference’ gaan de industrie, beleidsmakers, gespecialiseerde journalisten, wetenschappers, etc., die bezig zijn met defensie en internationale politiek, met mekaar in debat.
Voor iemand, die met nationale en/of Europese defensiepolitiek begaan is, is het als het ware een must om (regelmatig) deze zomeruniversiteit bij te wonen.

Sinds burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger
Ludwig Vandenhove voorzitter is van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers vanaf september 2007 is dit de eerste maal dat hij aan deze zomeruniversiteit participeert.

Het thema van dit jaar was ‘Reality of the crisis, Future of Defence’.
Via panelgesprekken, debatten en workshops werd nagegaan hoe de defensiepolitiek in het algemeen en de uitgaven van defensie in het bijzonder zullen evolueren als gevolg van de huidige economische crisis en hoe de nationale overheden hierop maximaal kunnen inspelen. Er werd eveneens gedebatteerd over een verder doorgedreven Europese defensiepolitiek, ook qua aankopen, de relatie met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo) en de verhouding met de Verenigde Staten.

De zomeruniversiteit begon dit jaar met een bezoek aan en een diner in het Franse parlement in Parijs (l' Hotel de Lassay) op woensdagavond 9 september 2009.
’s Morgens heel vroeg op donderdag 10 september 2009 werd er met een speciaal ingelegde Train à Grande Vitesse (TGV) afgereisd naar Saumur in de Loirestreek.
In de voormiddag hebben we de gelegenheid gehad om een demonstratie van alle mogelijke materieel van het Franse leger operationeel te aanschouwen in Fontevraud.
Hierbij werd een situatie in een Afghaans dorp gesimuleerd, waarbij er zich verdachte Talibanstrijders schuilhielden.
"Voor mij was dit al de tweede maal dat ik een bijna gelijkaardige oefening zag.
Eerder op het jaar van 30 maart 2009 tot en met 1 april 2009 was dit al het geval geweest in het Duitse Grafenwohr naar aanleiding van het bezoek van een aantal collega’s-senatoren en -federaal volksvertegenwoordigers en een delegatie van het kabinet van de minister van Defensie aan de Belgische militairen in Libanon. In Grafenwohr was de minister van Defensie Pieter De Crem er ook zelf bij.”, aldus
Ludwig Vandenhove
Zie ook de tekst 'Libanon: bezoek aan de Belgische troepen' op deze website.

"Uiteraard zijn deze oefeningen noodzakelijk om de troepen operationeel op het terrein in te kunnen zetten en het is als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers interessant om dit te kunnen zien en concreet te kunnen volgen, maar dit soort acties, hoe realistisch ook, blijven mij altijd een beetje de indruk geven van ‘soldaatje spelen’."

"Na deze oefening had ik opnieuw de ervaring en het gevoel dat oorlog minder aankomt op vechten, zoals wij dat nog in de traditionele betekenis van het woord beschouwen, maar eerder op militairen, die via de meest geavanceerde computertechnologieën wapens kunnen bedienen en strategieën kunnen uittekenen."

Nadien werd er met de bus, waarmee we ook van Saumur naar kamp Fontevraud waren afgereisd, doorgereisd naar de abdij van Fontevraud, waar het colloquim de volgende twee dagen heeft plaatsgehad.

De abdij van Fontevraud is één van de grootste van West-Europa.

Tijdens verschillende panelgesprekken en workshops werd er ingegaan op de Europese defensiepolitiek. Er werd nog maar eens benadrukt dat er misschien wel een wil is voor een Europese defensiepolitiek en dat deze op papier misschien zelfs al bestaat, maar zeker nog niet in de praktijk.

De militairen op het terrein zijn hier misschien klaar voor, de economieën en de militaire industrieën echter veel minder.
In feite duikt hier zelfs een zekere tegenstelling op in de zin dat de Europese Unie (EU) steeds verder evolueert naar een echte vrije markt, daar waar om een echte Europese defensiepolitiek uit de grond te stampen - waarbij ook voldoende middelen zouden kunnen geïnvesteerd worden in onderzoek, ontwikkeling, etc. - er precies afspraken zouden moeten kunnen gemaakt worden tussen nationale staten en tussen de defensiebedrijven in die verschillende landen.
Of: vrije markt tegenover een verregaande vorm van protectionisme!

Eén van de ideeën, die tijdens deze studiebijeenkomsten ontwikkeld werd, is dat in deze tijden van economische crisis de verschillende landen er goed aan doen om meer uit te geven aan defensie, omdat ze op die manier een stuk geld in de economie pompen. Zo ‘pronkt’ Frankrijk nogal met het feit dat ze voor de eerste maal Franse toestellen konden leveren aan Brazilië. De Verenigde Staten van Amerika bekijken eveneens zo hun defensie-industrie om hun economie extra zuurstof te geven.
Wat in dit verband erg opvalt, is dat landen, die zich voordoen als voortrekkers van de vrije markt en als tegenstanders van protectionisme, zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten, in het geval van defensie-uitgaven het overheidsbudget fors opdrijven om alzo hun eigen nationale industrie te verdedigen. Het geld wordt immers hoofdzakelijk in het binnenland besteed. Met andere woorden, meer overheidsingrijpen gekoppeld aan de bescherming van de eigen nationale industrie (protectionisme).

Zelf ben ik het helemaal niet eens met deze aanpak.
Als economist en aanhanger van John Maynard Keynes, waarbij er, zeker in tijden van economische crisis, meer middelen van de overheid in de economie moeten gepompt worden, vind ik niet dat dit bij voorkeur in de defensie-industrie moet gebeuren.
Er zijn heel wat andere maatschappelijke terreinen waar er meer nood is en waar de return van de overheidsinvesteringen zeker even groot is dan in de defensie-industrie. Meer geld pompen in de defensie-industrie omwille van economische problemen stimuleert integendeel de wapenwetloop.

"Vermits deze zomeruniversiteit rond defensieproblemen een Frans initiatief is, is het een uithangbord voor Frankrijk in het algemeen en de Franse defensiepolitiek in het bijzonder.
Tijdens bepaalde toespraken en/of tussenkomsten had ik eerder de indruk te maken te hebben met Frankrijk als handelsreiziger en/of verkoper van militair materieel dan wel met 'iets anders'.", aldus Ludwig Vandenhove.
In die zin spaart Frankrijk geld noch moeite om telkens deze zomeruniversiteit tot een succes te maken, omdat het, naast het inhoudelijke, ook vooral een public relations aangelegenheid is.

Het Franse witboek qua defensie en de huidige stand van zaken hieromtrent is eveneens uitgebreid aan bod gekomen.
In diezelfde context is er door een aantal sprekers gepleit voor een soort vergelijkbaar witboek op Europees niveau, zoals dit nu al voor Frankrijk bestaat.

Vermeldenswaard is ook dat we op donderdagavond de gelegenheid gehad hebben om een demonstratie van ‘le Cadre Noir’ (elitekorps) in ‘l’ Ecole Nationale d’ Equitation de Saumur’ bij te wonen.
Het gaat hier om een unieke voorstelling van dressuurpaarden, (bijna) niet geëvenaard in de wereld.

"Het was een zeer zware driedaagse met een heel druk programma, vooral ook omdat de accommodatie in Saumur niet ideaal was en de deelnemers op verschillende plaatsen sliepen.
Dit had een aantal praktische gevolgen, zoals veel tijdverlies bij het transport van de abdij van Fontrevaud naar het hotel en terug, telkens pas laat terug in het hotel en de dag nadien al vroeg moeten vertrekken, kortom de organisatie kon zeker een stuk beter.

Als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers is deze zomeruniversiteit zeker goed voor het opbouwen van een zeker netwerk, maar inhoudelijk heb ik er weinig opgestoken.
De thema’s, die hier besproken zijn, komen ook meestal aan bod tijdens de zesmaandelijkse bijeenkomsten van de voorzitters van de diverse commissies voor Landsverdediging van de verschillende Europese Unie (EU)-landen.", zegt Ludwig Vandenhove.
De volgende samenkomst is gepland op zondag 8 en maandag 9 november 2009 in Stockholm in Zweden.

Plezante anekdote: in Fontevraud was een groep gepensioneerde Vlaamse bakkers (en hun echtgenoten) op bezoek.
Toen ze mij herkenden, begonnen ze spontaan te applaudisseren.
Maak het maar mee in een klein dorp in de Loire; in Sint-Truiden zie ik het nog zo snel niet gebeuren!

Zie onder andere ook de tekst '
Ludwig Vandenhove in Parijs!' op deze website.