De hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

“Het Rekenhof heeft de hulp- en dienstverlening in de Brusselse en Vlaamse gevangenissen onderzocht en geëvalueerd”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

“Het Rekenhof bekeek de organisatie en de uitvoering van het beleid, beoordeelde de oorzaken van eventuele ondermaatse prestaties en ging na of gedetineerden, die een beroep hebben gedaan op de hulp- en dienstverlening na hun vrijlating beter re-integreren in de samenleving en minder-snel recidiveren.
De volgende domeinen kwamen aan bod: werk, onderwijs, welzijn en gezondheid.

De Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie besprak het rapport tijdens de Commissie op dinsdag 14 maart 2023.
Ik deed een tussenkomst namens VOORUIT.

-Er zijn bijzonder veel hulp- en dienstverlenende actoren, coördinerende functies en overlegorganen.
Het zorgt ervoor dat de coördinerende administratie geen duidelijk overzicht heeft van wat de exacte personeelsinzet en de financiële kost is. Met andere woorden, de informatiedoorstroming kan veel beter.
De link tussen het Vlaams strategisch beleidsplan hulp- en dienstverlening aan de gedetineerden 2015-2020 en de lokale actieplannen is vrij zwak. Zo zijn er maar een beperkt aantal strategische doelstellingen volledig uitgevoerd en ze staan soms veraf van de lokale situatie. Ook is er weinig aandacht voor samenwerking met federale actoren.
Het nieuwe plan 2020-2025 bevat aspecten om daaraan tegemoet te komen.
-Er is veel verscheidenheid in het onthaalbeleid van een gedetineerde: bijvoorbeeld al dan niet individuele proactieve benadering van bepaalde doelgroepen, al dan niet groepsonthaal, tijdsspanne waarin het onthaal plaatsvindt en eventueel afspreken met de psychosociale dienst.
-Meer dan acht jaar na de inwerkingtreding van het decreet van vrijdag 8 maart 2013 betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, is er nog altijd geen hulp- en dienstverlening op maat van de individuele gedetineerde en gecoördineerd door een trajectbegeleider.
Wat is de timing?
-Het decreet van vrijdag 8 maart 2013 definieert geen basisaanbod van hulp- en dienstverlening dat beschikbaar moet zijn in elke gevangenis, waardoor de lokale teams veel autonomie hebben.
Obstakels zijn: onvoldoende regionale beschikbaarheid van een aanbod, het gebrek aan digitalisering in de gevangenissen en de vaak verouderde infrastructuur.
De lange wachtlijsten voor bepaald aanbod in sommige gevangenissen betekenen dat er niet een onmiddellijke toegang is en dat de gelijke toegang onder druk staat.
De wachttijden lopen sterk op in de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG’s) en de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) door personeelstekort.
Het risico is dat een gedetineerde nooit de gevraagde hulpverlening krijgt voor zij/hij vrijkomt, hetgeen kan leiden tot meer detentieschade en meer moeilijkheden om te re-integreren in maatschappij.
Het punt van de lange wachtlijsten is een algemeen probleem in Vlaanderen en niet enkel in dit dossier.
Wat is de Vlaamse regering van plan om hiertegen te doen?
-Het is correct dat er op federaal niveau nog verder werk moet gemaakt worden van de detentieplannen. Maar een detentieplan is geen hulp- en dienstverleningsplan.
Waarom is er niet meer samenwerking tussen de federale overheid en Vlaanderen? Het zou een meer integrale aanpak mogelijk maken.
Het is opnieuw een mooi voorbeeld van wat samenwerkingsfederalisme zou kunnen zijn.
-Hoe zit het met de invoering van het hulp- en dienstverleningsplan?
Het desbetreffende decreet bestaat al van 2013 en Vlaanderen kan het hulp- en dienstverleningsplan invoeren zonder te moeten wachten op het federale detentieplan.
Waar wacht Vlaanderen op?
Welke stappen werden er reeds gezet?
Waaruit bestaan de tegenstrijdige interpretaties over het concept hulp- en dienstverleningsplan? Is dat al uitgeklaard?”