Steeds minder appelproductie

“Deze periode van het jaar vormt normaal gezien het hoogtepunt van het toerisme in Haspengouw en Zuid-Limburg met de bloesems.
Met het niet zo goede weer valt het tot nu toe dit jaar enigszins anders uit”, aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

Maar bloesems kunnen er alleen maar zijn als er fruitbomen zijn.
Gaandeweg is het toerisme naast de fruitteelt gekomen als economische sector in Zuid-Limburg en Haspengouw. Maar de fruitteelt blijft sociaaleconomisch belangrijk, ook naar de toekomst toe.

De appelteelt kent momenteel grote problemen. Omdat ik dit in cijfers wou uitgedrukt zien, heb ik een schriftelijke parlementaire vraag gesteld aan Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw Jo Brouns (cd&v), meer bepaald de evolutie sedert 2002, zowel qua aantal appeltelers, als qua productie. Om een globaal beeld te hebben, heb ik ook dezelfde cijfers voor de peren opgevraagd. De perenteelt heeft immers meer en meer de appelteelt vervangen. (1)

In de loop van de tijd zijn de hoogstamboomgaarden als economische productiefactor verdwenen ten voordele van laagstam. Deze cijfers gaan bijgevolg - bijna uitsluitend - over laagstam.
Dat doet geen afbreuk aan mijn stevig pleidooi om hoogstamboomgaarden zoveel mogelijk te bewaren in Haspengouw en Zuid-Limburg om historische en erfgoedredenen, de toeristische sector en omwille van de biodiversiteit.

Wat zijn de grote tendensen?
-In Vlaanderen is in de periode 2002-2022 het aantal bedrijven met een appelproductie gehalveerd van 1 259 naar 625. Voor Limburg zijn de cijfers 653 en 315, bijgevolg dezelfde tendens.
Het volume aan jaarlijks geproduceerde appels voor gans België - aparte cijfers voor Vlaanderen zijn er niet - is in diezelfde periode gedaald van 348 617 ton naar 249 742 ton, of 100 000 ton of om en bij de 30% minder.
-Een halvering van het aantal bedrijven resulteert in 30% minder productie, dus het gemiddelde bedrijf wordt groter.
-In 2021 lag 88,2% van de appelboomgaarden in Vlaanderen en 11,7% in Wallonië.
Van het totale Belgische areaal lag 54,3% in Limburg (meer dan de helft), 22,3% in Vlaams-Brabant, 3,7% in Antwerpen, 4,3% in West-Vlaanderen en 3,7% in Oost-Vlaanderen.
Van die 22,3% in Vlaams-Brabant ligt een gedeelte in Haspengouw, dichtbij de Limburgse grens.

-In diezelfde periode is het aantal bedrijven met een perenproductie gedaald van 1 306 naar 795 voor gans Vlaanderen. Voor Limburg zijn de cijfers 686 en 444, bijgevolg ook hier dezelfde tendens.
Het volume van de productie van peren voor gans België - ook hier weer geen cijfers voor Vlaanderen apart - is gestegen van 171 200 ton in 2002 tot 355 682 in 2021. Dus meer dan een verdubbeling.
-Iets minder dan een halvering van het aantal bedrijven leidt toch tot een verdubbeling van de productie, dus gemiddeld worden de bedrijven een heel stuk groter.
-In 2021 lag 92,3% van de perenboomgaarden in Vlaanderen en 7,7% in Wallonië.
Van het totale Belgische areaal ligt 51,7% in Limburg, 25,3% in Vlaams-Brabant, 1,7% in Antwerpen, 2,2% in West-Vlaanderen en 11,2% in Oost-Vlaanderen.
Dezelfde bemerking: van die 25,3% in Vlaams-Brabant situeert zich een gedeelte in Haspengouw, dichtbij de Limburgse grens.
-Heel wat appelproducenten zijn overgeschakeld op perenproductie.

Conclusies
-Ook uit deze cijfers blijkt de achteruitgang van de appelteelt.
Het wordt een uitdaging voor Haspengouw om dit tij te keren
.
Daartoe:
+moet er volop ingezet worden op nieuwe appelvariëteiten, die de consument opnieuw kan overhalen om meer appelen van hier te eten.
Uiteindelijk betekent het steun voor de lokale economie en lokale tewerkstelling;
+moet er (nog meer) promotie gevoerd worden voor appels van hier, zowel op de binnenlandse, als op de internationale markt. Werk dus voor onder andere de veilingen en de vzw Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM);
+moet er gediversifieerd worden naar andere fruitsoorten toe, uiteraard rekening houdende met het feit dat een nog verdere uitbreiding van het perenareaal ook eindig is en dat de fruitproductie zich afspeelt in een internationale markt.
-De laatste dagen is er weer een discussie ontstaan over de op til staande Landschapsparken en Nationale Parken omwille van zogezegd teveel ruimte innemen ten koste van de landbouw en/of de industrie.
Ik ben het niet eens met de critici: Landschapsparken en Nationale Parken kunnen net een meerwaarde vormen voor een regio en een bijdrage leveren voor de lokale economische en plattelandsontwikkeling. Maar één zaak is zeker: de hoger aangehaalde cijfers bevestigen dat de fruitteelt perfect samen kan sporen met het geplande Landschapspark van Haspengouw.”

Hieronder vindt u de schriftelijke vraag van Ludwig Vandenhove en het antwoord van minister Jo Brouns.