Overwinsten moeten belast worden

“Met de steeds maar stijgende inflatie en de hogere prijzen, vooral energie, moet de federale overheid financieel iets proberen te doen voor de burgers. (1)
Met welke middelen? Onder andere met een belasting op overwinsten van bedrijven, die profiteren van deze hoge inflatie, zoals de Engies, de Shells of de Totals van deze wereld”, aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

“Als VOORUIT dringen we daar al maanden op aan.
Naar aanleiding van 1 Mei 2022 sprak voorzitter Conner Rousseau terecht van ‘een oorlogsbelasting’.
Het lijkt ons logisch als partij dat bedrijven met de hoogste winstmarges een koopkrachtbijdrage ophoesten. En dat geld moet naar de consumenten gaan. (1)
Deze middelen kunnen gebruikt worden om zeker de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW) op 6% te houden voor elektriciteit, gas en warmte en het uitgebreid sociaal tarief te betonneren. (2)

Wij willen het geld zeker niet halen bij de bedrijven, die het ook moeilijk hebben als gevolg van de inflatie, wel bij een select kransje dat juist voordeel heeft bij de sterke prijsstijgingen.
Wie grote overwinsten heeft geboekt, zou die belast zien aan 35%.
Voor normale winsten zou 25% blijven gelden.
Onze definitie voor ‘overwinsten’: 8% ‘rendement op geïnvesteerd kapitaal’.

Vanuit bepaalde bedrijven komen eveneens al meer en meer noodkreten omwille van de inflatie en dat die niet of niet volledig kan doorgerekend worden aan de klanten, waardoor ze desgevallend in de problemen komen.
Begrijpelijk. Maar dat kan geen alibi zijn om die ondernemingen, die nu net meer winst maken, ‘te sparen’.
Als overheid moeten we die tactische zet(ten) vanuit werkgeverszijde ‘door hebben’. Laat de solidariteit in het bedrijfsleven tussen diegene, die nu meer winst en diegene, die nu minder winst maken ook maar eens spelen. En de werkgevers moeten tegelijkertijd beseffen dat er aan de index niet kan geraakt worden.

Ongetwijfeld zal dit item aan bod komen bij de begrotingsbesprekingen voor 2023.
Het standpunt van VOORUIT is duidelijk.”