Nationale Parken en Landschapsparken: een goede zaak

“De Vlaamse regering heeft vier Nationale Parken en vijf Landschapsparken erkend.
Voor Limburg gaat het om Bosland en de Hoge Kempen als Nationale Parken, Rivierpark Maasvallei, het Hart van Haspengouw en Grenzeloos Bocagelandschap (met Voeren) als Landschapsparken (1)(2)”, aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

Een goede zaak. Als het goed is, moet je het ook zeggen.

Deze gebieden zijn belangrijk voor het natuurbehoud en de biodiversiteit en alzo eveneens voor het leefmilieu, het klimaat en de volksgezondheid. Bovendien is het een pluspunt voor de hele streek en voor de socio-economische ontwikkeling.
Het zal bijkomende personen, families en toeristen naar de diverse delen van Limburg aantrekken.
De praktijk en studies tonen deze positieve effecten aan voor de gemeenten, die binnen de grenzen van zo een afbakening liggen.

Ik heb enig begrip voor de bekommernis van de landbouwsector en/of de industrie dat dit ten koste van hun activiteiten zou kunnen gaan. Maar ik ben het daar niet mee eens.
Het is mijn overtuiging dat dit net gaat zorgen voor een meer evenwichtige ontwikkeling van Limburg.
Er blijft nog plaats genoeg over voor de landbouw en de industrie.

Waar ik geen begrip voor heb, is de andermaal de ronduit negatieve houding van de Boerenbond (BB) en de Groene Kring. (3)
Genuanceerde reacties kennen ze blijkbaar niet en dan maar blijven spreken over het polariseren van het landbouwdebat.

Limburg moet deze bijkomende ‘groene kansen’ grijpen.
Werk aan de winkel voor het provinciebestuur, Toerisme Limburg vzw en andere betrokken partners, zoals de Regionale Landschappen (RL).

Neen, ik ben het niet eens met de criticasters, die zeggen dat Limburg één groot Bokrijk dreigt te worden.
Met deze erkenningen wordt het nog beter in Limburg om te leven, school te lopen, te werken, te ontspannen, etc.

Als gewezen Limburgs gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur en gewezen voorzitter van de drie RL kan ik persoonlijk alleen maar blij en verheugd zijn met deze evolutie.”  
___