Meer herinneringseducatie in het onderwijs!

In zijn 11- november toespraak in Brustem (Sint-Truiden) hield burgemeester Ludwig Vandenhove nog maar eens een pleidooi voor meer herinneringseducatie in het onderwijs.

“Nu de laatste oud-strijders, die de Tweede Wereldoorlog nog aan den lijve meegemaakt hebben, nog in leven zijn, moeten we hier dankbaar gebruik van maken.”, aldus Ludwig Vandenhove.

Hieronder vindt u de integrale toespraak.

Eerwaarde heer pastoor
Mijnheer de diaken
Dames en heren voorzitters, vlaggendragers en (bestuurs)leden van de oud-strijdersverenigingen, in het bijzonder de heer Jef Bessemans, de laatst overgebleven oud-strijder in Brustem
Heren generaals, kolonels, officieren, onderofficieren en andere vertegenwoordigers van de militaire overheid, actief of gepensioneerd
Vertegenwoordigers van de federale politie en de lokale politie Sint-Truiden-Gingelom-Nieuwerkerken, de gewestelijke brandweer Sint-Truiden, het Rode Kruis en de Civiele Bescherming
Afgevaardigden van het Comité Burgerlijke Militaire Samenwerking (BMS)
Mevrouw de directeur, beste leerkrachten, (groot)ouders en kinderen van de vrije basisschool ‘De Boomhut’ in Brustem
Muzikanten van de Koninklijke Fanfare Sint-Christina Brustem en de Koniklijke Harmonie De Gilde Sint-Truiden
Beste inwoners van Brustem
Collega’s uit de politiek
Dames en heren
Beste vrienden
Geachte aanwezigen

Welkom op deze 11-novemberviering.

Officieel herdenken we vandaag het einde van de Eerste Wereldoorlog. Ook Sint-Truiden beleefde de eerste oorlogsweken van augustus 1914 dramatische dagen volgens auteur Kamiel Mertens in zijn boek dat kortelings verschijnt en kan besteld worden bij de stedelijke bibliotheek ‘de leidraad’, Minderbroedersstraat 25, 3800 Sint-Truiden (1).
Inmiddels is 11 november symbolisch het einde van de 2 wereldoorlogen.
Het is een dag geworden, die in het teken staat van de wereldvrede.

Ik begin met een citaat:
‘Toen de oorlog kort in al zijn hevigheid losbarstte en de paterskerk in de stad gebombardeerd werd, besloot vader dat het uur was aangebroken om in te pakken en te vluchten voor de aanstormende Duitse troepen.
Aanvankelijk trokken we te voet, met pak en zak, richting Tienen via de hoofdweg. Moeder weende bijna constant uit angst voor de overvliegende Duitse Stuka’s, die regelmatig met hun mitrailleurs op de troepen schoten die zich langs dezelfde weg verplaatsten. Wij moesten om de haverklap in de grachten duiken om beschutting te zoeken. Toen heb ik mijn eerste dode gezien. Een man die naast mij in de gracht beschutting had gezocht, werd door een kogel getroffen en overleed ter plekke.’
Het gaat over een getuigenis van de heer Maurice Huygen uit het boek ’40-’45, Sint-Truidense getuigen van auteur Fred Bonaers, een uitgave van de erfgoedcel Sint-Truiden (2).

Niets is zo ingrijpend in een mensenleven als een oorlog.
Het laat iemand, die het heeft moeten ondergaan, nooit meer los.
Oorlogen schudden een land voor vele jaren door mekaar.
In een oorlog zijn alleen maar verliezers, geen winnaars.

Generaties worden nog altijd opgedeeld in zij, die de oorlog meegemaakt hebben en zij, die erna geboren zijn.
Gelukkig worden mensen ouder en gelukkig hebben wij sinds de Tweede Wereldoorlog geen oorlog meer meegemaakt, alleszins in de letterlijke betekenis van het woord. Het betekent hoe dan ook dat het een sterke minderheid wordt, die de oorlog nog zelf aan de lijve heeft ondervonden.
Het moet ons aanzetten om nog meer respect te hebben voor de overblijvende oud-strijders.

De overgrote meerderheid van ons, die hier vandaag aanwezig zijn, kennen de persoonlijke gevolgen van strijd voeren en gevangenschap niet meer. Daarom mogen wij deze donkere bladzijden uit onze geschiedenis nooit of te nimmer vergeten en huldigen we vandaag de soldaten, echtgenoten, vaders en zonen, die het leven lieten, en de burgers, die de oorlog van dichtbij beleefden.

Mijn generatie kent de oorlogsverhalen vooral vanuit de geschiedenisboeken – wij moesten data en feiten uit het hoofd leren.
Onze jongere generatie maakt gebruik van andere studiemethoden.
Juist daarom is het doorvertellen van diegenen, die de Tweede Wereldoorlog aan de lijve ondervonden hebben en die nog in leven zijn, zo belangrijk. De zogeheten herinneringseducatie, vooral in het onderwijs, zou dan ook nog veel meer aandacht moeten krijgen, nu er nog een aantal oud-strijders in leven zijn.
Als stad Sint-Truiden doen we op dat vlak heel wat inspanningen en ik kan alleen maar hopen dat die verder gezet worden.

Dames en heren
Beste vrienden

11 november biedt ons de gelegenheid hulde te brengen aan de vele personen, die ervoor gezorgd hebben dat ons land ‘het onze’ bleef. Met andere woorden, hulde brengen aan de vele slachtoffers, die hun leven gaven om onze democratie en vrijheid te vrijwaren.
Zij verdienen in feite de Nobelprijs voor de vrede, die onlangs aan de Europese Unie (EU) is toegekend (3).

Zij zouden moeten weten wat sommige politieke partijen nu met ‘dit landje’ willen aanvangen in een steeds meer groter Europa en een steeds meer open wereld. In feite is te gek om los te lopen en een totale miskenning van wat deze personen gedaan hebben.
Toen voetballer Vincent Kompany enkele weken geleden na de 2 – 0 –overwinning van België tegen Schotland een tweet verstuurde - ‘België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons’ - vonden een aantal politici, en niet van de minste, het nodig om daar kritiek op te leveren.
Het zijn net dezelfde politici, die veelvuldig gebruik maken van het platform dat sport hen biedt, die onmiddellijk kritiek hebben als sportfiguren zich op politiek terrein begeven en dat niet in hun visie past (4).

Dames en heren
Beste vrienden

Spijtig genoeg zijn er nog heel wat actuele conflicten en oorlogen in de wereld, zoals Syrië, Soedan, Oost-Congo, Afghanistan, Palestina, etc., er is de hongersnood - vandaag is het trouwens de laatste dag van de 11.11.11.-actie - en er zijn de gevolgen van de klimaatverandering, die hele gebieden en landen teistert, zoals vorige week de orkaan Sandy in Haïti en de Verenigde Staten.
Al deze gebeurtenissen zorgen ervoor dat gezinnen en personen naar hier afzakken om uit de miserie weg te geraken.
Laten we zeker de nog maar steeds toenemende onverdraagzaamheid in onze eigen omgeving niet vergeten. Zo is de laatste tijd ‘de aanpak’ van lesbiennes en homo’s niet meer uit de actualiteit weg te slaan. 
Onschuldige, gewone mensen worden omwille van kleur of geaardheid of zelfs zonder reden aangevallen en in elkaar geslagen.
Vandaag zijn zij het, morgen zijn wij het.
‘Zulke dingen mogen niet meer gebeuren’, klinkt het dan onder mekaar of in de media. Maar alles is tegenwoordig zo vluchtig in onze steeds meer individualistische samenleving dat we het morgen of overmorgen alweer vergeten zijn.

Het grootste gevaar voor onze maatschappij is desinteresse, gelatenheid en passiviteit.
In die zin is deze herdenking, met de economische crisis, actueler dan ooit.
Naar aanleiding van de bankencrisis heb ik het al een aantal keren gezegd en nu herhaal ik het met de talrijke bedrijfssluitingen met Ford Genk voorop: we zijn veel te braaf en veel te gelaten geworden!
Natuurlijk waren de context en de tijden anders, maar dat mag ons er niet van weerhouden terug te denken en een voorbeeld te nemen aan de slechtoffers van de beide wereldoorlogen, die gevochten hebben voor hun idealen en onze vrijheid.
Als zij enkel aan zichzelf gedacht hadden, zouden wij hier nu niet staan.
Ik wil een oproep doen voor algemene solidariteit: zonder afbreuk te doen aan de maatregelen voor de slachtoffers van Ford Genk - indien ik hier niet zou zijn, zou ik zeker mee opstappen in de betoging in Genk - mogen we alle mensen, die op de éne of andere manier hun werk kwijtraken niet vergeten.
Ons heel economisch systeem en maatschappelijk model moet fundamenteel herdacht worden.

Dames en heren
Beste vrienden

Ik wil u zeker uitnodigen om vandaag nog een bezoek te brengen aan de tentoonstelling van de heer Jos Neven, de dorpsfotograaf van Brustem, hiertegenover langs het oud gemeentehuis.
Jos beschikt over een unieke collectie foto’s van alles wat er in deze deelgemeente Brustem gebeurd is.
Het is nu de derde maal dat Jos zijn foto’s tentoonstelt op mijn vraag, waarvoor ik hem hartelijk wil bedanken.
Dit keer gaat de expositie over de voormalige militaire basis, die in 1996 is gesloten.
Zeker de militairen onder ons zullen henzelf of collega’s er op herkennen.
Sommigen weliswaar wat ouder of wat zwaarder, zoals onder andere ikzelf.

Dames en heren
Beste vrienden

Wij moeten er allemaal samen voor zorgen dat mensen niet meer gehaat worden omwille van hun kleur, godsdienst, geaardheid of overtuigingen. Er is op onze planeet en dus ook in onze stad plaats voor iedereen!
Het is onze plicht deze waarden van verdraagzaamheid, democratie en vrijheid intact te houden en door te geven aan de volgende generaties.
Allemaal samen, WIJ, hebben de taak om blijven te ijveren voor een betere toekomst, een warme samenleving.

Ik wil afsluiten met het volgende.
Toen ik 18 jaar geleden burgemeester werd, vroegen mijn collega-politici Maria Lacroix, inmiddels spijtig genoeg overleden, en Remi Bels mij dat ik zeker de centrale plechtigheid rond 11 november in Brustem moest laten plaatsvinden en ze niet mocht verhuizen naar het centrum.
Er was daar toen sprake van.
Ik zou nu hetzelfde willen vragen aan mijn opvolgers: hou dit in ere!
Er zijn nog zo weinig tradities. 

Ik wil iedereen bedanken, die op de éne of andere manier deze plechtigheid heeft mogelijk gemaakt.

Ik dank u voor uw aandacht.

“Nog dit: ondanks het feit dat ik nog burgemeester zal zijn tot en met maandag 31 december 2012, is het de eerste maal in jaren dat ik niet samen met enkele leden van de lokale politie Sint-Truide - Gingelom - Nieuwerkerken met de wagen afzak naar Brustem en we serieus blijven doorzakken met ‘Gouden Carolus’ (5).
Deze traditie is alleszins al verdwenen en 18 jaar burgemeester zijn, is minder dan een maand na de gemeenteraadsverkiezingen van zondag 14 oktober 2012 door sommigen al vergeten.
Waar blijft het RESPECT?”, besluit Ludwig Vandenhove.

Zie onder andere ook de tekst ‘Met de nodige creativiteit, innovatie en vooral verantwoordelijkheidszin komen we er wel uit!’ van 14 november 2011 en ‘Mijn verhaal’ van 25 juni 2012 op deze website.

(1) Mertens Kamiel (redacteur) ‘Sint-Truiden in de Eerste Wereldoorlog - Bronnenboek’, Studium Generale vzw, Balen, 2012.
(2) Bonaers Fred, ’40-’45 Sint-Truidense getuigen, 2 dln., Sint-Truiden: Erfgoedcel, 2009 en 2010.
(3) artikel in Het Belang van Limburg van dinsdag 23 oktober 2012.
(4) zie http://www.knack.be/opinie/columns/maarten-van-bever/kompany-s-tweet-legt-complexe-identiteitsbeleving-bloot/opinie-4000197373921.htm
(5) zie http://www.hetanker.be/