De Europese Unie (EU) is belangrijk in de strijd tegen de toenemende verrechtsing!

“De feiten bevestigen dat een aantal landen van de EU te maken hebben met een toenemende verrechtsing, zelfs met een stijgend extremisme.

De instellingen van de EU moeten hiertegen een actievere rol spelen, want anders dreigt het ontstaan en het bestaan van de Europese gedachte zichzelf onderuit te halen.”, zie burgemeester Ludwig Vandenhove tijdens zijn toespraak naar aanleiding van Allerheiligen.

Hij had het ook nog over heel wat andere elementen, onder andere de toenemende commercialisering in de begrafenissector en het beleid van de stad Sint-Truiden op het vlak van begraafplaatsen.

 

 

 

Hieronder vindt u de integrale tekst van de toespraak. 

 

 

Mijnheer de diaken
Geachte voorzitters, vlaggendragers en leden van de vaderlands­lievende verenigingen
Geachte voorzitters en leden van de socioculturele, sport- en andere verenigingen
Beste afgevaardigden van de onderwijsinstellingen
Beste leerlingen en kinderen
Heren generaal(s), kolonel(s), officieren en onderofficieren en andere vertegenwoordigers van de militaire overheid
Vertegenwoordigers van het Rode Kruis en van de Civiele Bescherming
Dames en heren van de federale politie, lokale
politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken, van de gewestelijke brandweer Sint-Truiden en van de jeugdbrandweer

Beste leden van het koninklijk stedelijk feestcomité en van de Raad van Elf
Beste leden van de koninklijke harmonie ‘De Gilde’
Beste ambtenaren
Collega’s politici
Dames en heren
Beste medeburgers

 

 

Ik heet jullie allen van harte welkom op deze herdenkingsplechtigheid ter gelegenheid van Allerheiligen.

 

 

Naar jaarlijkse traditie brengen we na de huldeplechtigheid aan het monument in de Stapelstraat hier op het centraal kerkhof hulde aan alle gesneuvelden en aan onze overleden familieleden, vrienden, kennissen en allen, die ons dierbaar waren.

 

 

Allerheiligen was oorspronkelijk, in de beginjaren van het christendom, een collectief martelarenfeest ter nagedachtenis van de door de Romeinen vermoordde christenen.
In de achtste eeuw werd het ‘feest van alle martelaren’ het ‘feest van alle heiligen’.
Dit feest werd oorspronkelijk op 13 mei gevierd, maar onder invloed van vooral de Ierse kerk werd ‘Allerheiligen’ verplaatst naar 1 november.

 

 

De herdenkingsceremonie verschilt van land tot land.

 

 

In Midden- en Zuid-Amerika bijvoorbeeld gaan hele families met tassen vol voedsel en drank naar de begraafplaats.
Ze versieren de graven met bloemen en slingers.
Muzikanten maken muziek en de priesters houden preken.
Het uitgangspunt is dat er goed moet gezorgd worden voor de geesten van de doden en op die manier getoond wordt dat de doden er nog bij horen.

 

 

In België worden bij Allerheiligen bloemen, voornamelijk chrysanten, op de graven geplaatst.
Hiermee laten we blijken dat we de overledene(n) nog steeds niet zijn vergeten en dat we haar, hem (of hen) nog steeds dankbaar zijn voor wat zij voor ons betekende(n).

 

 

Individueel verschilt het rouwproces sterk en ontsnapt het niet aan de steeds verdere commercialisering van onze maatschappij, dus ook van de uitvaartsector. Bovendien organiseren steeds meer personen langer op voorhand (mee) hun eigen begrafenis.

Sommigen hebben er nood aan om geregeld het graf van hun dierbare overledene(n) te bezoeken, anderen beperken het tot een jaarlijks ritueel omstreeks Allerheiligen.
De grafsteen wordt schoongemaakt en opgesmukt met één of meerdere bloemstukken.

Hetzelfde fenomeen merken we in de dagelijkse samenleving.
Sommige personen zijn nauw betrokken bij allerlei verenigingen of hebben veel sociale contacten, terwijl anderen zich meer terughoudend opstellen en zich enkel in hun eigen kleine sociale kring ophouden.

 

 

Het valt niet te ontkennen dat met het verminderen van de sociale contacten de onderlinge solidariteit erop achteruit gaat.

 

 

Zo wilde er onlangs in Lier een man met beperkte mobiliteit, een rolstoelpatiënt, een appartement gaan bewonen.
Om dit mogelijk te maken, diende er een hellend vlak te worden aangebracht aan de ingangsdeur.
Vermits de medebewoners van het gebouw van mening waren dat dit de waarde van het gebouw zou verminderen, weigerden ze de toelating voor dit hellend vlak.
Dit betekent dat deze rolstoelpatiënt door deze (weliswaar kleine) gemeenschap wordt uitgesloten.

 

 

En dit is geen alleenstaand geval: klachten tegen overlast van kinderdagverblijven en/of speeltuinen omwille van de spelende kinderen, niet langs asielzoekers of migranten willen wonen, etc.

 

 

Tegen deze gang van zaken moet onze maatschappij krachtig optreden, want net dit gedachtegoed gaf in de jaren ‘30-’40 van de vorige eeuw aanleiding tot de onverdraagzaamheid, die uiteindelijk leidde tot de opmars van Adolf Hitler met alle gekende gevolgen.

 

 

Vandaag zijn het de personen met een handicap en de vreemdelingen, welke ander deel van de bevolking of minderhedengroep zullen het morgen zijn?

 

 

Omdat ik blijf hopen dat de meerderheid van de bevolking zich niet kan vinden in deze gang van zaken, blijf ik pleiten voor begrip, dialoog, samenwerking, solidariteit en wederzijds respect. Immers, onze huidige samenleving in het Westen met onze vrijheid, welvaart en welzijn hebben we net te danken aan de solidariteit tussen de verschillende lagen van de bevolking en personen van verschillende nationaliteiten.

 

 

In onze huidige Westerse maatschappij, die steeds meer open en mondialer wordt, mede dankzij de moderne communicatietechnieken en de veel grotere mobiliteit en toegankelijkheid, heeft niemand een boodschap aan extremisme. Het verleden heeft trouwens telkens opnieuw bewezen dat dit een verwerpelijk gedachtegoed is.

 

 

Onze voorouders en nog een aantal onder jullie, de nog aanwezige oudstrijders, streden destijds zij aan zij, met heel wat andere landen en nationaliteiten, tegen de gezamenlijke vijand, tegen het fascisme, het nazisme en het racisme.

 

 

 

 

 

De Europese Unie (EU) is precies ontstaan opdat het fascisme, dat de aanleiding tot de tweede wereldoorlog was, nooit meer de bovenhand zou kunnen halen.
En wie een beetje het nieuws volgt, weet dat we opnieuw een enorme verrechtsing en zelfs bepaalde vormen van extremisme en fascisme meemaken.
Enkele recente voorbeelden volstaan om dit duidelijk te maken: de rol, die politicus Geert Wilders speelt in de Nederlandse politiek, de politieke situatie in Denemarken en Italië en de recente verkiezingsuitslag in Hongarije.

 

 

Wat mij betreft, zouden de instellingen van de EU hier een meer actieve rol moeten in spelen, want anders dreigt het ontstaan en het bestaan van de Europese gedachte zichzelf onderuit te halen.
En ik citeer de secretarisgeneraal van de Verenigde Naties Ban Ki–moon tijdens zijn recente toespraak in het Europees parlement: “Europa kan zich geen vooroordelen veroorloven die haat kweken. De wereld kan zich een dergelijk Europa niet veroorloven.”

 

 

In deze globale mondiale en Europese context, ben ik van mening dat iedereen, die in ons land verblijft, zonder uitsluiting omwille van kleur of ras, van de basisrechten gebruik moet kunnen maken, die door de wetgever ter beschikking zijn gesteld, zonder uit het oog te verliezen dat éénieder zich ook aan de plichten moet onderwerpen.

 

 

Ik wil dan ook op deze dag van rust en stilte iedereen, en vooral de jeugd, oproepen om de overledenen te herdenken, maar eveneens een moment van bezinning in te lassen over de basiswaarden in de samenleving waar we spijtig genoeg met zijn allen niet genoeg bij stilstaan.

 

 

Om te eindigen, wil ik uw aandacht vestigen op de werken op de verschillende begraafplaatsen in onze stad.

 

 

Omdat we weten dat de bevolking erg begaan is met de kerkhoven en vooral dat er met het nodige respect met hun overleden familieleden, vrienden en kennissen wordt omgegaan, besteden we als stadsbestuur heel wat aandacht aan de begraafplaatsen.

 

Sint-Truiden telt 17 begraafplaatsen waar er regelmatig wordt begraven.
Als stadsbestuur doen we er alles aan om de begraafplaatsen beter en aangenamer in te richten voor de bezoekers.
Zo worden er jaarlijks een aantal paden beklinkerd om de toegankelijkheid te verbeteren. Daar waar mogelijk worden zitbanken geplaatst. Ook de watertappunten worden vermeerderd.

 

 

Zoals u zelf misschien al kon opmerken, werden er hier op het centrale kerkhof éénvormige urnengrafkelders en nissen geplaatst, werd een nieuwe strooiweide aangelegd en werden er, weliswaar voor de laatste maal, grafkelders bijgeplaatst.

 

 

Op termijn streven we ernaar om op alle begraafplaatsen een soort herkenbaarheid, een soort huisstijl te creëren.
Het is de bedoeling dat de begraafplaatsen meer als een park worden ingericht, dus meer groen, en dat de percelen worden aangelegd met éénvormige grafstenen en/of grafmonumenten.
In plaats dat er jaarlijks op een groot aantal begraafplaatsen werken worden uitgevoerd, proberen we nu om één kerkhof in zijn totaliteit te ‘renoveren’.

 

 

We hopen met deze (technische) ingrepen het sociale contact tussen de burgers te verbeteren, zodat ze hun verdriet voor het verlies van één of meerdere nabestaanden niet alleen hoeven te dragen, maar dat ze dit kunnen delen met de andere bezoekers van de begraafplaatsen en dit gedurende het ganse jaar en dus niet enkel ter gelegenheid van Allerheiligen.

 

 

Ik dank iedereen, die bijgedragen heeft aan het welslagen van deze plechtigheid en dank u voor uw aandacht en voor uw aanwezigheid.