De begroting 2006 van de stad Sint-Truiden: "Woord (ge)houden!"

Dinsdag 31 januari werd tijdens de gemeenteraad van Sint-Truiden de begroting van 2006 goedgekeurd.
Wanneer we de beleidsnota’s langs de realisaties leggen, stellen we vast dat de dingen die vooropgesteld werden, bijna allemaal gerealiseerd zijn.

Ondanks deze verwezenlijkingen is er een financieel reservefonds (‘spaarpotje’) ± 3.890.000,00 EUR (of  ± 157.000.000 BEF). We hebben dus ook qua gemeentefinanciën een echt beleid gevoerd.
De sp.a - VLD-bestuursmeerderheid gaat alvast vol vertrouwen de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 tegemoet.
Naar aanleiding van deze stemming willen we enkele belangrijke aspecten van het financiële beleid van onze coalitie toelichten.

Behalve het bovengenoemde ‘spaarpotje’ kunnen we ook onze meerjarenplanning - zoals opgelegd door de hogere overheid en die gaat tot 2009 - afsluiten met een mooi boni van 719.000,00 EUR ( ± 29.000.000 BEF). Beide elementen zijn een bewijs van goed financieel beheer, zowel op korte als op lange termijn.
We willen er hierbij op wijzen dat we erin geslaagd zijn om, ondanks het feit dat we in een verkiezingsjaar zitten, het reservefonds dat we doorheen de jaren opgebouwd hebben, te bestendigen. Dit was ook al het geval in 2000, dus telkens een verkiezingsjaar en dit is goed nieuws voor onze opvolgers, die we uiteraard zelf hopen te zijn, die dus over een aanzienlijke reserve kunnen beschikken, iets wat in 1994 - bij het aantreden van de huidige coalitie - niet het geval was.

Als we kijken naar de uitgaven dan blijkt dat in Sint-Truiden - net als in de meeste andere gemeenten - de personeelslast het zwaarst doorweegt in ons uitgavenbudget. Toch slagen we erin om onder het Vlaamse gemiddelde van 39 % te blijven. De personeelskosten in Sint-Truiden bedragen immers 37,93 %.
Met een lager percentage dan het Vlaamse gemiddelde bieden we toch een uitstekende, kwalitatieve dienstverlening en dit dankzij onze aanpak die steunt op de filosofie van ‘de juiste persoon op de juiste plaats’, op personeel met goede kwalificaties en op een doordachte ondersteuning op het vlak van informatisering en accommodatie.

Bovendien hebben we oog voor belangrijke facetten als het realiseren van sociale projecten speciaal gericht naar de zogenaamde ‘moeilijk plaatsbare werklozen’.
Daar waar de personeelsuitgaven stijgen is dit vooral ten gevolge van de uitbreiding van een aantal personeelsvoordelen.

Samenvattend kunnen we stellen dat we ons personeelsbestand kwalitatief en kwantitatief op peil houden en er toch in slagen om het aandeel van de personeelsuitgaven in de globale begroting te doen dalen, zodanig dat het percentage qua financiële middelen om aan beleid voor de burger te doen, stijgt.

Cijfers en analyses van de laatste 10 jaar bewijzen dat we het politiek beloofde personeelsbeleid hebben waargemaakt:
- het totaal aantal personeelsleden is beheerst, maar toegenomen;
- er zijn heel wat sociale projecten, waarbij zogeheten moeilijk plaatsbare werklozen aan de slag kunnen en waarvoor we subsidies kunnen verkrijgen van de hogere overheid, opgestart;
- er is een stijging van de personeelsuitgaven, vooral omwille van de uitbreiding van allerlei personeelsvoordelen;
- het aandeel van de personeelsuitgaven in de globale begroting daalt, zodanig dat het percentage qua financiële middelen om aan echt beleid voor de burger te doen, toeneemt.

We hebben er dus op politiek vlak alles aan gedaan wat we konden in verband met personeelsaangelegenheden. De correcte uitvoering en de opvolging ervan is sterk afhankelijk van, en ook de verantwoordelijkheid van de ambtenarij.

Naast personeelsbeleid is schuldbeheersing een ander belangrijk element in de begroting.
Het is algemeen geweten dat Sint-Truiden - met een uitstaande schuld van 72,3 miljoen euro einde 2005 - merkelijk uitsteekt boven het gemiddelde van de cluster gemeenten waarmee men ons vergelijkt. Maar ook de redenen hiervoor zijn al langer gekend: de grootste gemeente van Limburg, 390 km wegennet (meer dan het dubbel van het gemiddelde in het Vlaams Gewest), veel openbaar groen en de structurele gevolgen van de regiofunctie van onze stad.
Als je daarvoor de verantwoordelijkheid wil opnemen, moet je ook bereid zijn de financiële gevolgen van een goed beheer te dragen.
Wij hebben selectief, zorgvuldig verantwoord en evenwichtig over 11 jaar gespreid een ruim investeringsprogramma gerealiseerd voor bijna 121,00 miljoen EUR of 4,85 miljard BEF. Geen luxeprojecten maar stuk voor stuk zinvolle en nuttige realisaties die van Sint-Truiden een mooiere, betere en aangenamere stad hebben gemaakt, waarbij zowel het centrum als de randgemeenten evenwichtig aan bod kwamen.
We moeten hierbij ook in het achterhoofd houden dat deze investeringen ook inhouden dat het stadsbestuur geld in de lokale economie en de lokale middenstand pompt.

Maar hoe zit het dan met de fiscale druk? Die is - per inwoner en sinds 1995 - inderdaad gestegen. Wanneer we echter nagaan waardoor, blijkt in de eerste plaats dat de stijging van de fiscale druk niet te wijten is aan ons investeringsprogramma.
De loutere gemeentebelastingen en retributies zijn over de ganse periode van onze legislatuur nauwelijks gestegen. We zijn er zelfs in geslaagd om negen verschillende belastingen af te schaffen en vanaf 1996 aan de weduwen en weduwnaars, invaliden, gepensioneerden en wezen (WIGW’ers) korting te geven voor diverse belastingen.
Bij nader toezien blijkt dat de fiscale druk eigenlijk pas vanaf 2001 gestegen is. We werden toen verplicht de opcentiemen te verhogen (van 1350 naar 1500) en het gemeentelijke percentage op de inkomensbelasting te verhogen van 7 % naar 8 %. De oorzaken van deze stijging waren onder andere de hervorming van de politie, de hervorming van de inkomstenbelasting en de liberalisering van de energiesector. Allemaal factoren waar wij geen greep op hadden en die een gevolg waren van maatregelen door de hogere overheden. Net als alle andere steden en gemeenten moesten wij ons daarin schikken en de gevolgen dragen.
In dit verband willen we ook aanhalen dat belastingen in feite de prijs zijn voor de geleverde dienstverlening.

Rekening houdend met onze zinvolle investeringen enerzijds en de structurele problemen en door de hogere overheid opgelegde maatregelen anderzijds zijn we er toch in geslaagd ons fiscaal niveau in die mate te beheersen dat wij de vergelijking met vele andere steden en gemeenten gerust kunnen doorstaan.
Daarin zijn we geslaagd dankzij een doordacht en efficiënt financieel beheer dat van verschillende ‘hefbomen’ gebruik heeft gemaakt, zoals:
- het nemen van enkele gepaste structurele ingrepen zoals de concessie van ons slachthuis en de overdracht van ons gemeentelijk onderwijsnet;
- het gebruik maken van een actief schuldbeheer;
- het vermijden van nutteloze uitgaven;
- aan duurzaam beleid doen.

Zoals reeds eerder vermeld is het resultaat na 11 jaar dat onze financiële toestand onder controle is en dat het reservefonds - gewone dienst - voor dit laatste begrotingsjaar zich op hetzelfde niveau bevindt als op het einde van de vorige legislatuur en in beide gevallen even groot is als bij de aanvang van de coalitie. Tegelijkertijd hebben we ons aan onze meerjarenplanning gehouden en Sint-Truiden  ‘getransformeerd’ tot een stad waar elke Truienaar fier mag op zijn.

Onze stadsfinanciën, die om de reeds eerder vermelde structurele redenen steeds constant onder druk zullen blijven staan, werden dus sinds 1995 vrij goed beheerst en beheerd en daar kan ik als burgemeester terecht fier op zijn.

We hebben woord gehouden en zetten de rechte lijn naar de verkiezingen van oktober 2006 vol zelfvertrouwen in!

Ludwig Vandenhove
burgemeester