Brussel-Halle-Vilvoorde: niet zo moeilijk!
De problematiek van Brussel-Halle-Vilvoorde houdt de bevolking en zeker de politieke klasse nu toch al enkele maanden bezig.
Het is in feite probleem nr.1 dat moet opgelost worden om de regeringsonderhandelingen te deblokkeren.
Brussel-Halle-Vilvoorde is een objectief probleem, maar vooral een subjectief, psychologisch probleem, bij wijze van spreken een symbooldossier, zoals bijvoorbeeld Voeren dat was in de jaren ’80.
Brussel-Halle-Vilvoorde komt over als een zeer ingewikkeld politiek probleem, hetgeen het nochtans niet is.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg in schemavorm voor het objectieve gedeelte van het probleem.
Het is de leidraad, die Ludwig Vandenhove gebruikt heeft voor zijn lessen ‘Politieke en sociaal-economische actualiteit’ in het Koninklijk Atheneum op vrijdag 28 september 2007.
Deze uitleg is gegeven nadat eerst de leerlingen van het 5e en het 6e jaar zelf het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde hadden toegelicht aan de hand van een werkje.
Brussel-Halle-Villevoorde
Algemeen
- België is een federaal land, waarin verschillende gemeenschappen en gewesten moeten samenleven;
- compromissen, die geld kosten. Alternatief is geweld, bijvoorbeeld Baskenland in Spanje, Noord-Ierland.
Er zijn drie gewesten met name Brussel, Vlaanderen en Wallonië.
Er zijn drie gemeenschappen, met name de Duitstalige gemeenschap, de Franstalige gemeenschap en de Nederlandstalige gemeenschap.
Er zijn overlappingen tussen gemeenschappen en gewesten.
Gemeenschappen en gewesten worden ook telkens bestuurd door een wetgevend en een uitvoerend orgaan (zie later).
In de politiek zijn er heel wat symbolische dossiers.
Daar is op zich niets verkeerd aan. Alleen in andere maatschappelijke sectoren tilt de burger daar niet zo zwaar aan, in de politiek wel en zelfs meer en meer.
De politiek is niet iets wat boven de maatschappij of de samenleving staat, maar maakt er essentieel onderdeel van uit, meer dan om het even wat.
Brussel-Halle-Vilvoorde: een onderscheid maken tussen het objectief probleem en het subjectief psychologisch, politiek probleem.
In feite gaat het over het volgende:
- in 1963 wordt de taalgrens definitief vastgelegd, waardoor België in vier taalgebieden wordt verdeeld: Vlaanderen, Wallonië, het Duitstalige gebied en het tweetalige gebied Brussel. De streektaal wordt de bestuurstaal, de onderwijstaal en taal waarin recht wordt gesproken.
In Vlaanderen krijgen echter de Franstaligen in 12 gemeenten faciliteiten, dit wil zeggen dat ze in hun contacten met de overheid het Frans mogen gebruiken. 6 van deze faciliteitengemeenten liggen in de Vlaamse Rand rond Brussel, namelijk Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem;
- de kieskringen (toen kiesarrondissementen genoemd) worden bij het vastleggen van de taalgrens zo ingedeeld dat ze allemaal tot een welbepaald taalgebied behoren. Er is echter één uitzondering: Brussel-Halle-Vilvoorde, de enige kieskring die gemeenten bevat die zowel in tweetalig gebied (Brussel) als in eentalige gebied (Halle-Vilvoorde) liggen. Hierdoor kunnen Franstalige kandidaten zich ook presenteren aan (uitgeweken) Franstaligen in de Vlaamse Rand.
Door de huidige situatie dreigt de rand rond Brussel verder verfranst te worden.
Dit is dan ook de reden waarom de Franstaligen in ruil voor een eventuele splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde een gebiedsuitbreiding van Brussel willen.
Het Arbitragehof, ook wel het Grondwettelijk Hof genoemd, velt in 2003 een arrest waarbij ze oordelen dat bij de indeling in provinciale kieskringen,voorheen arrondissementen (niet Limburg), het gelijkheidsbeginsel geschonden wordt.
“Door de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te handhaven, behandelt de wetgever de kandidaten van de provincie Vlaams-Brabant op een andere wijze dan de kandidaten van de andere provincies vermits, enerzijds, zij die kandidaat zijn in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in concurrentie moeten treden met kandidaten die elders dan in die provincie kandideren, en, anderzijds, zij die kandideren in de kieskring Leuven niet op dezelfde wijze worden behandeld als zij die kandideren in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.”
Het Arbitragehof oordeelt dat als er overal provinciale kieskringen zijn, dit ook het geval moet zijn voor Vlaams-Brabant.
Ofwel moet er overal teruggekeerd worden naar de oude situatie, ofwel zal een aparte provinciale kieskring Vlaams Brabant gecreëerd moeten worden.
In het arrest staat ook te lezen dat dit ten laatste tegen de federale verkiezingen van 2007 moet gebeuren.
De problematiek van de ‘buitenland-belgen’
Ook sinds 2003 is het een feit dat Belgen uit het buitenland voor het eerst mogen meestemmen bij de federale verkiezingen. De ‘buitenland-belgen’ mogen zich inschrijven in een gemeente naar keuze. Walen mogen zich daardoor zonder probleem inschrijven in Brussel of Halle-Vilvoorde.
Resultaat: ruim 23% van de buitenlandkiezers schrijven zich in een Brusselse gemeente in, terwijl slechts 9,5% van de Belgische bevolking in Brussel woonachtig is.
40% van het totaal aantal ‘buitenland-belgen’ kiezen voor een gemeente in het Vlaamse gewest. Honderden Franstaligen laten zich vanuit het buitenland inschrijven in Nederlandstalige gemeenten rond Brussel.
Huidige stand van zaken: diverse wetsvoorstellen ter behandeling aangenomen in de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Hoe zal het evolueren?
Mijn inziens zullen de Vlamingen absoluut blijven doorduwen op de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, maar zoals het meestal in België is, zal dit in een compromis gebeuren met de Franstaligen en de Walen.
Mogelijk wordt dit in een globaal compromis gestopt en worden verschillende dossiers en/of problemen aan mekaar gekoppeld (pacten).