Afscheid van Hilde Schoebrechts

Op zaterdag 12 november 2011 werd mevrouw Hilde Schoebrechts, ambtenaar bij de stad Sint-Truiden, begraven.

Burgemeester
Ludwig Vandenhove hield een korte lijkrede, die u hieronder kan lezen. 

 

Beste René
An-Sofie en Isabelle
Beste (schoon)ouders
Beste familie, vrienden en collega’s van Hilde

Wij moeten vandaag afscheid nemen van Hilde.
Toen ik deze week met enkele collega’s van haar sprak, was de reactie onwezenlijk: we kunnen het niet geloven, dat kan toch niet, toch zij niet.

Zo gaat dat spijtig genoeg met het leven en de dood en zeker met de vreselijke ziekte, die Hilde gehad heeft.
Je krijgt plots te horen dat je kanker hebt en jouw wereld en die van je naaste familie ziet er plots heel anders uit.
Vrienden en kennissen en collega’s praatten er regelmatig over, bijvoorbeeld als ze Hilde of iemand van de familie tegenkwamen, Hilde belden of een bezoek brachten.
Ik las onlangs dat 1 op de 3 families met kanker geconfronteerd wordt.
Hilde en haar familie zijn er niet aan ontsnapt.

Ik heb Hilde eigenlijk leren kennen via haar moeder Eugenie, die tussen 1983 en 1988 samen met mij in de beheerraad van de stedelijke cultuurraad zetelde.

Hilde werkte bij de stad Sint-Truiden sedert 16 april 1986.
Zij kwam de dienst bevolking – afdeling identiteitskaarten – versterken. Vanaf 1986 moesten immers de vroegere kartonnen identiteitskaarten vervangen worden door geplastificeerde modellen met een geldigheidsduur van 10 jaar.
In de loop van 1996 stapte ze van de dienst bevolking over naar de stedelijke vreemdelingendienst, waar ze tot aan haar ziekte werkzaam was.
Samen met Anne-Marie en Tatia wist ze zich te specialiseren in een zeer technische materie, die de vreemdelingenwetgeving is. Bovendien is het menselijk niet de gemakkelijkste dienst in onze administratie: vreemdelingen komen er naartoe met de verwachting dat ze weer een stap dichter staan bij ‘hier te kunnen blijven’.

Hilde was een mooie, opgewekte vrouw, die sociaal ingesteld was en steeds hulpvaardig, loyaal en toegewijd was.
Je had het hart op de tong en je kwam steeds uit voor jouw mening.

Je sociaal engagement kwam sterk tot uiting via je inzet voor de Koninklijke Vriendenkring van het Stadspersoneel.
Sedert 8 januari 1988 werd je bestuurslid, vervolgens verslaggeefster en secretaris, om in 2008 voorzitter te worden.
Onder je voorzitterschap werd in 2009 het 60-jarig bestaan gevierd met een ‘Bal Masque’.
Net zoals ik zo vaak doe, kon je je opjagen in het gegeven dat de meeste activiteiten van de Vriendenkring, ondanks alle inspanningen, slechts een gedeelte van het stadspersoneel kon boeien. Een organisatie als de Vriendenkring, samen met een aantal andere activiteiten, kan nochtans sterk bijdragen tot de interne communicatie.

En dat sociale blijkt nu zelfs op dit ultieme moment bij je overlijden.
In plaats van bloemen of kransen kan er geld gestort worden voor de Vlaamse Liga tegen Kanker of voor het Dierenasiel.

Uit respect voor Hilde is het administratief centrum vandaag vanaf 10 uur gesloten.
Hoewel dienstverlening aan de bevolking bij mij altijd vooropstaat, zal de Truienaar ons dit ter nagedachtenis van Hilde voor éénmaal niet kwalijk nemen.  

Beste Hilde, wij nemen afscheid van je na een strijd, die je tot op het laatste ogenblik geleverd hebt tegen een vreselijke ziekte. Maar het was dit keer een ongelijke strijd, die je niet kon winnen.

Wij nemen afscheid van je als mens, maar vooral ook van iemand, die zich inzette voor de medemens.

Afscheid nemen doet pijn.
Ik kan het niet beter verwoorden dan met een kort gedicht van Toon Hermans ‘Afscheid nemen is…’

Afscheid nemen is
met zachte vingers wat voorbij is
dichtdoen en verpakken
in goede gedachten ter herinnering.
Afscheid nemen is
met dankbare handen
weemoedig meedragen
al wat waard is
om niet te vergeten.
Afscheid nemen is
losrukken en achterlaten
en niet kunnen vergeten. 

 

Beste Hilde, VAARWEL.