‘Meer ingrijpen vanuit de Europese Unie (EU) moet een democratischer Europa inhouden’

Het is één van de uitspraken van burgemeester Ludwig Vandenhove naar aanleiding van Koningsdag op dinsdag 15 november 2011.

Ludwig Vandenhove uitte nog maar eens zijn ongerustheid over bepaalde evoluties van onze democratie in Europa, België en Vlaanderen.

“Het is maar de vraag hoe je technocratie rijmt met democratie.
Wat moet er gebeuren als die technocraten het verprutsen?
Wie gaan we dan wegstemmen?”, aldus burgemeester Ludwig Vandenhove, hiermee Bart Haeck, redacteur politiek en economie van De Tijd citerend.

Hieronder vindt u de integrale tekst van de toespraak.

Eerwaarde heer deken
Eerwaarde he(e)r(en) pastoors
Mevrouw de parochieassistente
Dames en heren voorzitters en vlaggendragers van de vaderlandslievende verenigingen
Mevrouw de politierechter
Mijnheer de vrederechter
Generaals, kolonels, officieren en onderofficieren, al dan niet nog in actieve dienst, in het bijzonder van de Koninklijke School voor Onderofficieren (KSOO) van Saffraanberg en van het Comité Burgerlijke Militaire Samenwerking (BMS)
Afgevaardigden van de federale politie, de lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken, de gewestelijke brandweer Sint-Truiden,  de civiele bescherming en het Rode Kruis
Afgevaardigden van het koninklijk stedelijk feestcomité en de Raad van Elf
Collega’s uit de politiek
Geachte genodigden
Dames en heren
Beste vrienden 

Ik heet u allen van harte welkom op deze plechtigheid aansluitend op het Te Deum dat door de kerkelijke overheid werd georganiseerd ter gelegenheid van het Koningsfeest, vroeger het ‘Feest Van de Dynastie’ genoemd.

Ik wil iedereen bedanken, die aan dit Te Deum meegewerkt heeft - mevrouw de parochieassistente, eerwaarde heer pastoor, de orgelist en het zangkoor - onder leiding van eerwaarde heer deken Albert Thijs. Ook wil ik eerwaarde heer deken bedanken voor zijn duidelijke en moedige woorden tijdens de homilie.

Eerst een woordje uitleg over het ontstaan van deze feestdag.
Onze vaderlandse geschiedenis, zoals dat zo mooi en zo plechtig heet, even opfrissen, zeker in deze vluchtige tijden, kan nooit kwaad.

15 november is de feestdag van de Heilige Leopold de Goede.
In 1866 wou koning Leopold II zijn naamdag wat meer luister bijzetten en zou 15 november van dan af het feest van het koningsschap heten.
Na koning Leopold II volgt koning Albert I en verhuist het feest naar 26 november, naamdag van de heilige Albert van Haigerloch.
Nadat het feest van het koningsschap enkele keren van datum gewisseld is, beklimt Leopold III de troon en wordt het feest terug op 15 november gevierd.
Toen Koning Boudewijn I in 1951 koning werd, behield hij deze datum als konigsfeest. Ook koning Albert II wijzigde deze datum niet.

De plechtigheden, die overal in het land worden gehouden naar aanleiding van het ‘Feest van de Dynastie’, zijn een traditie.
Ik hoop dat deze traditie mag blijven bestaan.

En blijkbaar zit een groot gedeelte van de Belgische bevolking op mijn lijn. Zo wordt alleszins bevestigd door alle enquêtes, die onder de bevolking gehouden worden over de vraag of België en het koningshuis moeten blijven bestaan.

Ook al verschilt het resultaat tussen Brussel, Wallonië en Vlaanderen, er is telkens een duidelijke meerderheid voor het behoud van een federaal land met een Koning, al dan niet in een meer ceremoniële functie.
Zie onder andere de tekst ‘Vitalski en Ludwig Vandenhove voeren actie in Antwerpen’ van 6 oktober 2011 op deze website.

Via het Koningsfeest kunnen en moeten we als gezagsdragers symbolisch uiting geven aan onze loyauteit en ons respect ten aanzien van de overheid, die we vertegenwoordigen en in wiens naam we onze functie uitoefenen.
Als verkozenen van het volk moeten we ten dienste staan van onze bevolking en van de overheden, die de bevolking vertegenwoordigen.

Als verkozenen zijn we verplicht om onze verantwoordelijkheid op te nemen. Ook moeten we regelmatig aan de burger, via verkiezingen, verantwoording afleggen over de al dan niet genomen terechte of onterechte beslissingen.

En sommige burgers vinden verkiezingen in onze Westerse welvaartstaten, die we gelukkig nog altijd zijn ondanks de actuele financiële en economische crisis, zo vanzelfsprekend dat ze niet meer au serieux genomen worden. Verkiezingen zijn en blijven nochtans de basis van onze democratie, ook in deze moeilijke tijden.
Wij mogen blij zijn dat we mogen gaan stemmen, hetgeen op zoveel plaatsen in de wereld nog altijd niet het geval is.

Het is zeker niet de bedoeling om hier uit te wijden over de gevaren, die onze democratie bedreigen, maar op deze dag wil ik toch enkele korte beschouwingen maken.
Buiten de traditionele bedreigingen, die de laatste jaren vooral vanuit extreem-rechtse hoek komen - denken we maar aan de gebeurtenissen in Noorwegen tijdens de zomer - zijn er bepaalde vaststellingen waar de burger misschien minder wakker van ligt, maar die er wel degelijk zijn.

Europa, na de tweede wereldoorlog precies ontstaan om de vrede in onze regio te vrijwaren en om de democratische gedachte uit te dragen, legt nu meer en meer zijn wil op op economisch, financieel en sociaal vlak.De macht op nationaal en regionaal vlak wordt zo meer en meer uitgehold.

Meer ingrijpen vanuit de Europese Unie zou moeten hand in hand gaan met een versterking van de democratie op Europees vlak.
Dit is nu niet het geval.

Inmiddels hebben we zowel in Griekenland, als in Italië, precies 2 landen waar de democratie ontstaan is, een regering met technocraten.

Het is maar de vraag hoe je technocratie rijmt met democratie.
Wat moet er gebeuren als die technocraten het verprutsen?
Wie gaan we dan wegstemmen?
Het zijn de woorden van Bart Haeck, redacteur politiek en economie van De Tijd, waar ik volledig achter sta.

Ook in België ontstaan er, weliswaar goed bedoelde, aanvullende initiatieven voor onze parlementaire democratie. Zo was er op vrijdag 11 november 2011 de G 1000, die moet uitmonden in een G 32 en een aantal voorstellen. Met andere woorden, een vorm van rechtstreekse democratie in plaats van onze representatieve democratie.
In onze snel evoluerende maatschappij moeten we durven zoeken naar alle mogelijke middelen om onze democratie te ‘verdiepen’ - voor mij gaat het over én én, niet over of of, - maar we mogen nooit de essentie uit het oog verliezen.

Dames en heren
Beste vrienden

Het koningschap, de precieze invulling van de functie en de opvolging worden soms in vraag gesteld. Maar is bijvoorbeeld een verkozen president een betere oplossing?
Zou dit een oplossing zijn voor de huidige constitutionele problemen van ons land?
Persoonlijk denk ik van niet.

De mate van een democratie wordt mede, maar zeker niet enkel, bepaald over welke staatsvorm een land beschikt, wel over de mate waarin burgers zich kunnen uitspreken over het globaal gevoerde beleid, bijvoorbeeld om de 6 jaar bij gemeenteraadsverkiezingen, om de 5 jaar bij Europese en regionale verkiezingen en om de 4 jaar bij federale verkiezingen.

Een gekozen president heeft meestal een (korte) ambtsperiode, bijvoorbeeld van 4 jaar, waarin zij/hij een aantal doelstellingen moet verwezenlijken en waarin zij/hij haar/zijn prioriteiten moet stellen.
De moeilijke situatie van de huidige president van de Verenigde Staten Barack Obama, een jaar voor de volgende presidentverkiezingen, is hier een mooi voorbeeld van.

Bij een monarchie is de continuïteit van het land op lange termijn verzekerd. Daarenboven is de formele politieke macht van de koning nu al eerder beperkt.
Hetzelfde geldt voor zijn functie als opperbevelhebberschap van het leger.

Alle vorsten hebben in hun functie van Staatshoofd, omwille van hun politieke neutraliteit en hun objectiviteit ten opzichte van de burgers, altijd de continuïteit van de Staat België verzekerd met oog op de welvaart en het welzijn van de natie en haar burgers.
De grondwet is op dat vlak duidelijk en de praktijk van de 2 laatste jaren met zeer moeilijke regeringsonderhandelingen heeft dit nog maar eens bevestigd.
Op cruciale momenten was Koning Albert II er.
Omwille van de politieke neutraliteit van de Koning kan hij net op cruciale momenten zijn invloed laten gelden en een grote rol spelen om tot een oplossing te komen.

Zowat iedereen is het er over eens dat de structuren van het land opnieuw moeten worden bekeken en onderhandeld. Maar wat mij betreft, moet dit met voldoende gezond verstand, de nodige koelbloedigheid en nuchterheid, overleg en behoud van de solidariteit tussen de gemeenschappen en gewesten gebeuren. Bovendien wil de burger vooral een doorzichtige, efficiënt en goed werkende overheid met een zo goed mogelijke dienstverlening, waarvoor zij/hij zo weinig mogelijk belastingen wil betalen.
De burger wil dat de echte problemen (eindelijk) aangepakt worden: de financieel-economische, de sociaal-economische problemen, de asielzoekersproblematiek, etc.
Ik hoop dat de huidige regeringsonderhandelaars dat voldoende beseffen indien we een systeemcrisis willen vermijden of dat de Europese Unie ons handje ook komt vasthouden.

Laat ons allen eens goed en nuchter nadenken over de toekomst van onze federale staat België en van onze vorsten.

En ik weet dat voor sommigen zulke dingen zeggen al voldoende is om voor conservatieve royalist versleten te worden. Dat ben ik nochtans niet, wel een realist met respect voor onze instellingen en ons verleden.
Zie de tekst ‘Hopelijk is dit niets de laatste Koningsdag!’ van 16 november 2010 op deze website. 

Ik wil traditioneel eindigen met het uitbrengen van een toost op Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin, de Koninklijke Familie, op België, Vlaanderen en Sint -Truiden, onze magistraten, onze openbare instellingen, onze gezagsdragers en onze ambtenaren.

Ik dank u voor uw aandacht.