Landbouw en natuur kunnen samengaan, maar…

“Het blijft mijn overtuiging dat natuur en landbouw kunnen, neen, moeten samengaan bij een evenwichtig beleid met voldoende aandacht en symmetrie tussen de beide beleidsdomeinen”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove. “Maar dan moeten beide ook voldoende inspanningen doen.

Opvallend in dat verband is dat de beheersovereenkomsten, die de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op vrijwillige basis sluit met individuele landbouwers, in 2023 opnieuw achteruitgaan over de gehele lijn.
Dat geldt voor het aantal participerende boeren, het totaalbedrag aan uitbetaalde premies en het desbetreffende areaal.
De cijfers van 2023 bevestigen dit ten opzichte van 2022 en in 2024 zet deze dalende trend zich verder ondanks actieve en sensibiliseringscampagnes van uit de VLM.

 
In 2023 ontvingen 3 446 landbouwers met lopende beheersovereenkomsten 14,6 miljoen euro voor een oppervlakte van 9 133 hectaren.

Bij deze beheersovereenkomsten werken landbouwers voor een vergoeding aan de biodiversiteit, bouwen ze mee aan het landschap en/of helpen mee bepaalde milieudoelstellingen te behalen. Voorbeelden zijn de aanleg en het onderhoud van graskruiden- en/of bloemenstroken, hagen, houtkanten en andere houtige kleine landschapselementen. Goed voor dieren en planten, maar evenzeer voor de landbouw en de gehele omgeving.

De subsidies komen zowel vanuit Vlaanderen, als vanuit de Europese Unie (EU) via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).(1)

Zijn de landbouwers dan toch niet echt geïnteresseerd in natuur en biodiversiteit?
Zijn de subsidies te laag?
Telt de leefbaarheid van het platteland en de algemene volksgezondheid dan niet voor de boeren?
Etc.
Er zijn nog meer vragen te stellen bij deze gang van zaken. Nochtans is het net die omgekeerde richting, die we uit moeten om landbouw en natuur meer in overeenstemming te brengen met elkaar.

De volgende Vlaamse regering moet hier werk van maken.
Zulke beheersovereenkomsten zouden de regel moeten worden in plaats van de uitzondering
.”
___