Vzw visvijver Terbiest

Op zaterdag 21 augustus 2021 was het de barbecue van de vzw visvijver Terbiest in Sint-Truiden.

“Naar jaarlijkse gewoonte ben ik even langs geweest”, zegt gemeenteraadslid Ludwig Vandenhove.

De vzw visvijver Terbiest is één van de vele bloeiende verenigingen op het domein Terbiest, die dreigt te verdwijnen als de eigendom verkocht wordt door GO! Onderwijs van de Vlaamse gemeenschap.
De vzw visvijver Terbiest telt ruim meer dan 100 leden en de recreatieve vissers kunnen er op een rustige manier genieten van hun sport, er wordt niet aan wedstrijdvissen gedaan. Zo vormt de vijver een mooie aanvulling - en geen concurrentie- met bijvoorbeeld De Heidemeren in de deelgemeente Runkelen (Binderveldseweg 5). Bovendien zorgen de vrijwilligers voor het onderhoud van het park.
Nog maar eens een bevestiging dat het vrijwilligerswerk nog steeds ‘rendeert’.

Hier gebeurt op grote schaal wat wij eveneens een aantal jaren gedaan hebben met de visvijver aan de voormalige jeugdherberg De Tochtgenoot, Trudobron 20. (1)

   

Ik blijf erbij: de stad Sint-Truiden moet het domein zelf aankopen, zodat ze de regie in handen houdt voor de toekomstige bestemming(en).
In het kader van de klimaatdoelstellingen moet deze groene long behouden blijven
. En dat kan perfect gecombineerd worden met de huisvesting van de er nu gevestigde verenigingen en misschien zelfs nog een aantal bijkomende organisaties.

Waarom neemt de stad Sint-Truiden geen initiatief? Er kan ook gezocht worden naar alternatieve financiering, bijvoorbeeld via de verenigingen. Of trachten te werken via een coöperatief model met de verenigingen en/of de buurt.
Waar wacht het Autonoom Gemeentebedrijf voor de Ontwikkeling van Sint-Truiden (AGOST) op?

Dit zijn zaken, die de burger minder en minder begrijpt in ons ingewikkeld landje: uiteindelijk gaat het nu om Vlaamse eigendom en Vlaanderen heeft ook vooropgestelde klimaatdoelstellingen. Neen, Vlaanderen, in casu GO! Onderwijs van de Vlaamse gemeenschap kijkt in dit geval niet naar het klimaat, maar enkel naar de mogelijke opbrengst.”