‘Tijd voor 2024’

Door Ludwig Vandenhove op zo, 18/12/2022 - 15:48

In de aanloop naar de verkiezingen van mei 2024 lanceren diverse, progressieve en linkse, organisaties initiatieven waarmee ze expliciet de opmars van extreemrechts willen counteren.

“Terecht”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove. “In ‘Tijd voor 2024’ bijvoorbeeld vinden vakbonden, burgerbewegingen en Verenigingen Zonder Winstoogmerk (VZW ’s) elkaar in een gedeelde missie om het Vlaams Belang en de bijhorende ideeën een halt toe te roepen zonder daarbij de kiezers van die partij te marginaliseren”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

“Een goed initiatief, op mij kunnen ze rekenen”, zegt Ludwig Vandenhove. “Ik steun dan ook ten volle de actie ‘Tijd voor 2024’, die Vrijzinnig Limburg en vzw Motief opzetten.
Beide organisaties willen vooral burgers de middelen in handen geven om het gesprek en het debat hierover aan te gaan. (1)(2)

Het is mijn overtuiging dat we er alles moeten aan doen om de extreemrechtse stromingen en stemmen in de samenleving zoveel mogelijk in te dammen.
Ik voel mij persoonlijk geroepen om mij daarin te engageren: als persoon, als VOORUIT- en vakbondsmilitant en als democratisch verkozene.

Laten we maatschappelijke problemen positief proberen aan te pakken en op te lossen in plaats van te vervallen in polarisering of populisme.

Op zaterdag 17 december 2022 was er een eerste initiatief met als thema ‘Ben jij ook een bewogen burger?’ van ‘Tijd voor 2024’ in C-Mine in Genk, C-Mine 10 met een panelgesprek en workshops.
Ik was er graag aanwezig.
Het tijdstip was niet toevallig gekozen: om en bij de 500 dagen voor de Europese en de Vlaamse verkiezingen.

Diverse vragen kwamen aan bod.
Is elke polarisering slecht? Wie heeft er baat bij polarisering? Hoe gaan we om met polarisering? Welke tools hebben we daarvoor nodig? Is ‘woke’ geen stopwoord van hen, die verandering eerder willen tegenhouden? Hoe gaan we om met extreemrechts? Hoe bouwen we bruggen in plaats van de afstand te vergroten? Hoe komen we in dit ‘wij-zij’ debat tot een ‘nieuw wij’?”