Beleidsverklaring provincieraad

Gisteren donderdag 13 november 2014 was gedeputeerde Ludwig Vandenhove aan de beurt in de Limburgse provincieraad met zijn beleidsverklaring.

Hieronder vindt u de leidraad, de hij gebruikt heeft.

Mijnheer de Gouverneur
Collega’s
Dames en heren aanwezigen en van de pers

U hebt het beleidsdocument 2015 [1] allemaal gekregen.
Het bouwt verder en/of voert uit wat in de visie 2013-2018 [2] staat dat we vorig jaar besproken hebben.
Ik ga niet herhalen wat  daarin staat, maar enkel een aantal speerpunten naar voor halen en/of een aantal concrete politieke stellingnamen innemen.
Als je de tekst van beide publicaties langs elkaar legt, zal je merken dat er heel wat van de gedane beloftes uitgevoerd zijn en/of in gang gezet zijn.

Net zoals vorig jaar ga ik hier geen powerpoint of andere presentatie geven.
We zitten hier in de provincieraad - het provinciaal parlement - en daar doe je aan politiek.
Dit wil zeggen politieke standpunten innemen rond dossiers en debatteren en zelfs discussiëren.
U zal mij dan ook alle mogelijke vragen kunnen stellen binnen mijn beleidsdomeinen.

Een politicus, ook in een provincieraad, die zelfs door sommigen in vraag gesteld wordt, moet maatschappelijk dingen in beweging zetten of tegenhouden.
Zolang ik gedeputeerde ben, zal ik dat proberen te blijven doen.

Leefmilieu, natuur, waterlopen, visserij
Provinciaal Natuurcentrum en Provinciaal Domein Nieuwenhoven

1.We richten het buitengebied provinciaal natuurcentrum in

-We gaan volop mee in de vernieuwde Milieuzorg op School (MOS)-aanpak.
Er wordt meer ingespeeld op de noden van elke individuele school en milieuzorg en milieueducatie worden in het kader van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO) geplaatst.

-Het Provinciaal Natuurcentrum (PNC) zet in op educatie rond de wilde bij.
We willen zoveel mogelijk bestaande educatieve initiatieven stroomlijnen vanuit het PNC.
Collega Inge Moors zet in op de economische factor, het landbouwgedeelte, ik op het educatieve.

-Als provincie Limburg garanderen wij de financiering van de Regionale Landschappen en de Bosgroepen voor 2015.
Het gaat expliciet om grondgebonden aangelegenheden en gaan ervan uit dat de Vlaamse regering de belofte nakomt om ons hiervoor na 1 januari 2016 de nodige middelen te geven.
Inmiddels zetten wij de inspanningen verder om zowel de interne werking, als het beleid van de Regionale Landschappen en Bosgroepen op elkaar af te stemmen.

2.We blijven ons inzetten voor dierenwelzijn.

Dierenwelzijn heeft een aantal belangrijke milieuaspecten.
Het is in die zin dat wij een aantal elementen van het beleid verderzetten.

De Limburgse dieren, maar zeker ook de talrijke vrijwilligers, hebben recht op duidelijkheid wat er met de andere initiatieven qua dierenwelzijn gaat gebeuren, die tot nu toe via de provincie Limburg betaald werden.

Bevoegd Vlaams minister Ben Weyts heeft zich in interviews al enkel e keren uitgelaten over de ondersteuning van vrijwilligers in dierenasielen via specifiek opgeleide bachelors, zoals de postgraduaat in “Toegepast Diergedrag” in de KaHo (Katholieke Hogeschool) Sint-Lieven in  Sint-Niklaas.
Indien deze plannen doorgaan, zijn wij in Limburg vragende partij om zo een discipline te mogen organiseren.

3.We volgen de adviezen van de milieu- en natuurraad van Vlaanderen (MINA)

In de onlangs verschenen publicatie ‘Voluit voor een duurzaam Limburg, inspiratie voor een klimaat neutrale provincie’ geven we als Limburg onze nieuwe strategische keuzes aan en hoe we concreet aan de slag moeten blijven of gaan.
Geen woorden, maar daden’, ‘er niet over praten of schrijven’, er iets aan doen, is de boodschap.

Een echt duurzaam beleid houdt een duidelijke maatschappijkeuze in, die helemaal niet neutraal is.

En vooral geen onzin verkopen en realistisch blijven.

Eén frappant voorbeeld in dat verband komt uit Nederland, waar politica Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) voorstelt om elektrische auto’s 30 kilometer per uur sneller te laten rijden dan diesel- en benzinevarianten [3].

We moeten het begrip duurzaamheid begrijpelijk maken voor elke burger.

Ik blijf dromen van een duurzaamheidsbarometer.

We zullen de eerstkomende maanden het principe van de minimum 20%-participatie in windmolens, die in Limburg geplaatst worden, verder uitwerken.
Met de windatlas, die enkele weken geleden samen met collega Inge Moors is voorgesteld, beschikken we over een goede basis om een echt beleid qua windenergie uit te werken. Maar ook hier zullen we als Limburg moeten weten wat we willen qua toekomstig energiebeleid: enkel met winstmarges rekening houden of concreet streven naar een klimaatneutraal Limburg?
Mijn keuze is duidelijk. Ja, en groene energie is nu één maal duurder, iets anders zeggen, is de burger iets wijsmaken.
Het principe van de 20%-participatie is hier unaniem goedgekeurd in deze provincieraad. Ik zal de komende weken dan ook een initiatief nemen over de (democratische) partijgrenzen heen om dit verder uit werken. Alles kan toch niet ondergeschikt gemaakt worden aan minder financiële inkomsten, ook niet voor de Limburgse gemeenten.
Uiteindelijk gaat het over de toekomst van onze planeet.
Het is positief dat er op dat vlak onderaan, aan de basis, dingen blijven bewegen. Ik denk bijvoorbeeld aan heel het dossier rond de windmolens in Riemst met een actieve rol van onder andere de cbva Bronsgroen en Greenpeace.
Ik herhaal: De Nutshoudersmaatschappij (NUHMA) zou hier een grotere rol moeten in spelen.
Het model dat uitgewerkt is met Lommel (‘Lommel Windt’) is een mogelijkheid.

In 2015 blijven we zoveel mogelijk ondersteunend werken naar de Limburgse lokale besturen toe. Dit geldt eveneens voor mijn andere bevoegdheden.

Afgelopen vrijdag 7 november 2014 is bij een werkbezoek aan Tongeren  nog maar eens gebleken hoe succesvol  isolatiecampagnes in sociale woonwijken zijn.
De afgelopen jaren (van 2009 tot nu) zijn er met provinciale en Limburg Sterk Merk (LSM)-middelen meer dan 3 000 daken geïsoleerd in meer dan 40 wijken  in nauwe samen werking met de sociale huisvestingsmaatschappijen en de isolatieteams uit de sociale economie.
(Beperkte) overheidsmiddelen voor duurzaam beleid moeten selectief ingezet worden voor specifieke doelgroepen, die het moeilijk hebben om het zelf te kunnen betalen.
Dit is voor mij een goede aanpak.
Ik hoop dat we dat soort projecten kunnen verderzetten en dat de Vlaamse regering gezond verstand gebruikt en voldoende middelen blijft voorzien voor energiescans, projecten voor sociale dakisolatie en begeleiding van goedkope groen leningen.

Black-out of niet, wij hadden in 2015 sowieso een project voorzien rond elektriciteit besparen.
De provincie Limburg wil de volgende 3 jaren (2014-2016) focussen op elektriciteitsbesparing bij Limburgse gezinnen.
De nieuwe campagne volgt op een reeks energiecampagnes uit het verleden rond isoleren.
De campagne gaat in januari 2015 van start en zal “De Stroomlijners” heten.

Initiatieven moeten niet altijd veel geld kosten en een provinciebestuur moet ook dingen in beweging kunnen zetten.
Vergelijk het met de 20% participaties in nieuwe windmolens. Zo denk ik aan acties, waarbij het overschot aan voedsel (weggegooid voedsel) gecombineerd wordt met het verkleinen van onze ecologische voetafdruk, bijvoorbeeld in scholen. De actie van 11.11.11 dit jaar ‘Sorry is niet genoeg’ (1/3 van het voedsel wereldwijd wordt verspild)  kan daartoe een beleidskader aanbieden.
Een ander voorbeeld: het verder uitbouwen van acties, zoals repaircafés en ruilhandel, initiatieven rond stiltegebieden, etc.

4.We onderhouden het provinciaal domein Nieuwenhoven

Wat goed loopt, moet je laten lopen!

5.We blijven inzetten op het provinciaal waterbeleid

In 2015 herschikken we het waterlandschap volledig door de opwaardering van de onbevaarbare waterlopen van derde categorie tot tweede categorie als provinciale waterlopen.

In Limburg waren er 57 waterloopbeheerders voor de onbevaarbare waterlopen: 44 gemeenten, 11 wateringen, de provincie, het Vlaams Gewest en Infrax (in opdracht van sommige steden/ gemeenten).
Het versnipperde waterlopenbeheer aanpakken, was een van de doelstellingen van de interne staatshervorming.
Een van de doorbraken, die hierin kunnen gerealiseerd worden, betreft het streven naar een logischere indeling van de categorieën onbevaarbare waterlopen.
Het voorstel van de provincie Limburg is om van 57 naar 13 waterloopbeheerders voor de onbevaarbare waterlopen  in Limburg te gaan met minder versnippering en meer duidelijkheid voor de burger als gevolg.
Bij de huidige 950 kilometer (km) onbevaarbare waterlopen tweede categorie komen er dus nog ongeveer 650 km waterlopen bij, zodat de provincie ongeveer 1600 km waterlopen zal beheren.
Als basisprincipe wordt altijd gesteld dat de herklasseringen van de waterlopen enkel in consensus met de gemeenten kunnen plaatsvinden en op dit ogenblik zijn 37 van 43 Limburgse gemeenten (met waterlopen op hun grondgebied dus Herstappe werd niet meegerekend) hierop ingegaan.
De overdracht van de waterlopen van de gemeenten naar de provincie is één zaak, maar Limburg gaat nog een stap verder met de oprichting van wateragentschappen.
Limburg weet dat een gebiedsgerichte benadering noodzakelijk is om de dienstverlening voor de burger en de samenwerking tussen de gemeenten, Wateringen en provincie te verbeteren en om de nog resterende versnippering van bevoegdheden terug te dringen.
Met de oprichting van de wateragentschappen Noord-west-Limburg en Zuid-Limburg wordt in deze regio’s deze aanpak reeds waargemaakt.

De plaatselijk goed werkende Wateringen (Watering de Dommelvallei en Watering van Sint-Truiden) krijgen de zetel van de wateragentschappen en bijkomende financiële middelen om hun ambities waar te maken.
De 2 wateragentschappen, die als pilootproject opgestart zijn, worden verder uitgebouwd. Het integreren en coördineren van de jaarlijkse onderhoudswerken aan waterlopen en de uitvoering van projecten integraal waterbeleid zoals vismigratie, beekstructuurherstel en aanleg van overstromingszones worden de taken van de wateragentschappen.

Op termijn is het de bedoeling voor heel Limburg om tot zo’n wateragentschappen te komen, die een geïntegreerd water- en natuurbeleid mogelijk maken.

Veiligheid

Onze preventieve campagne tegen woninginbraken loopt op volle toeren.

Onze actie ‘1 dag niet’ op  donderdag 11 december 2014 gaat nationaal.
Weer maar eens een Limburgs initiatief dat nationaal gaat!

Voor het overige voorzien we een aantal preventiecampagnes. Zo denken we aan een campagne rond RESPECT voor het politiepersoneel na de incidenten in Genk enkele weken geleden en als navolging van het voorbeeld van de politiezone MidLim.

Provincie Limburg Opleiding en Training (PLOT)

Opleiding voor brandweer, politie en ambulanciers is (grotendeels) een federale bevoegdheid, die in de praktijk altijd sterk mee is georganiseerd en gefinancierd door de provincies.
De provincie Limburg wil deze onderwijsvorm als inrichtende macht blijven organiseren en heeft zelfs plannen om de campus van de 3 departementen een centrale plaats te geven in een op te richten veiligheidscampus. Maar zoals alle bestuursniveaus wordt de provincie geconfronteerd met besparingen en de moeilijke budgettaire situatie weegt ook op het veiligheidsonderwijs.

Omwille van tekorten op het federaal budget voor de financiering van het politieonderwijs werden eind 2013 aanzienlijke subsidiebedragen niet uitgekeerd aan politiescholen.
Ongeveer 64 % van de effectief gerealiseerde werkingskosten voor de organisatie van de voortgezette opleiding werd uitbetaald.
Een ander fenomeen is dat politiezones minder en minder investeren in opleiding waardoor de inkomsten van politiescholen nogmaals onder druk komen te staan. Bovendien stijgt de druk op de scholen doordat ze garant moeten staan voor de uitvoering van een nieuw leerplan voor het politieonderwijs. Daarnaast moeten de scholen beduidend meer capaciteit en middelen investeren voor het nieuwe brandweeronderwijs en de gevolgen van de brandweerhervorming (federaal geschiktheidsattest, verlenging van de duur van de opleidingen, …)
Rekening houdend met het feit dat tegelijk de provinciale overheid als hoofdfinancier gedwongen werd drastische besparingen door te voeren, komen instellingen zoals het PLOT die veiligheidsberoepen opleiden, in een haast onmogelijke spreidstand te staan.

Voor één keer is het niet Vlaanderen, die zijn verplichtingen niet nakomt, maar de federale regering.

Wij maken ons dus erg ongerust over deze veiligheidsopleidingen.
Wij willen er alles aan doen opdat deze opleidingen in Limburg zouden blijven kunnen doorgaan.
Zowel qua tijdsbesteding van het personeel, als qua mobiliteitsaspect lijkt ons dat logisch. Voor het politieonderwijs bijvoorbeeld hebben we voor volgend jaar, in samenspraak met alle betrokken actoren, een aanbod in diverse regio’s uitgewerkt. Met andere woorden, niet iedereen moet zich nog naar Genk verplaatsen.

Op 21 oktober laatstleden heb ik hierover een brief geschreven aan minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, tot op vandaag echter zonder antwoord.
PLOT is klaar om zijn rol te blijven opnemen.

Personeel en organisatie

Qua personeel is het redden wat er te redden valt.

Iedereen blijft zeker in dienst tot einde 2015.
Net zoals het verontrustte provinciepersoneel wachten wij op verder nieuws vanuit de Vlaamse regering.

Binnen de huidige onzekere situatie is het niet mogelijk om een echt personeelsbeleid te voeren.

In het kader van de toekomst van het provinciale niveau zullen wij via verschuivingen in het personeelsbestand maximaal inzetten op grondgebonden aangelegenheden.

En ik herhaal nog eens: als de plannen van de Vlaamse regering doorgezet worden, betekent dit dat in 2017 de personeelsleden van de persoonsgebonden materies dienen overgeheveld te hebben naar andere bestuursniveaus (Vlaanderen en/of de gemeenten). Dit zijn 536 personeelsleden en dan spreek ik nog niet over de mensen die werken bij facilitair beheer, financiën en Human Resources Management (HRM). Als 49% van ons personeel dient weg te gaan, hebben we ook minder mensen in onze back-office nodig.

Maar we zullen Vlaams viceminister-president en minister van Binnenlands Bestuur  Liesbeth Homans maar geloven als ze in de media stelt dat “het provinciepersoneel niet ontslagen wordt” [4] [5]. En de N-VA mag ons eens komen aantonen waar al dat geld zit, zoals ze aangekondigd hebben op TV Limburg (TVL) [6]. Maar eerlijk, ik begrijp de uitleg niet van fractieleider Miet Vandersteegen en provincieraadslid Hendrik Verbrugghe, trouwens 2 overlopers in de politiek (van CD&V naar N-VA).
Voor overlopers heb ik sowieso niet veel respect in de politiek!
Overloperij zou moeten verboden worden in de politiek.

Confessionele en niet-confessionele geloofsgemeenschappen

De overheid moet zorgen dat iedereen haar/zijn (erkende) geloofsovertuiging moet kunnen belijden.
Vrijheid van geloofsovertuiging is voor mij één van de basisbeginselen van democratie.
Als provincie Limburg zetten wij maximum in op dat principe.

Een goed ondersteuning van de moskees kan ervoor zorgen dat we het extremisme (blijft sowieso een uitzondering!) onder controle krijgen en/of terugdringen.

SALK

Alle middelen van de SALK-dossiers onder mijn bevoegdheid, de parkrangers en het rollend fonds bouwinnovatie, zijn voor 100 % besteed.

Ik ben het volmondig eens met de gouverneur als hij voorstelt “om een strategie uit te werken om een doorstart te maken en de afgeslankte provincie, zoals beschreven in het Vlaams regeerakkoord, gestalte te geven. Ook afgeslankt kan het provinciebestuur nog een belangrijke rol spelen voor Limburg.” [7]

[1] Eén sterk sociaal duurzaam Limburg. Beleid 2015. Uitgave provincie Limburg, 250 ex.
[2] Eén, Sterk, Duurzaam, Sociaal Limburg. Beleid 2013-2018. Uitgave provincie Limburg, 250 ex.
[3] Snellere e-auto barslecht idee. De Morgen, 04-11-2014, p. 15
[4] Homans: "Provincies verdwijnen niet."  TVL-journaal, 16-10-2014.
[5] "Provinciepersoneel wordt niet ontslagen". Het Belang van Limburg, 17-10-2014, p. 23.
[6] "Provincie mist een krachtdadig beleid". TVL-journaal, 10-11-2014.
[7] Toespraak van de gouverneur Novemberzitting 2014