‘Blijf van de kaderwet af’

‘Blijf van de kaderwet af’ is de titel van een vrije tribune, die gedeputeerde voor veiligheid Ludwig Vandenhove schreef in de weekendeditie van Het Belang van Limburg van zaterdag 27 en zondag 28 april 2013.

“Ik blijf een grote voorstander van Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS).”, zegt Ludwig Vandenhove.
“Ik heb meegewerkt aan de totstandkoming van de wet (1) en de politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken was één van de eerste (de eerste?), die in België GAS in de praktijk invoerde.

Ik werk momenteel aan een voorstel waarbij het provinciale niveau ondersteunend zou werken naar gemeenten/steden en politiezones toe om GAS zoveel mogelijk toe te passen, zoals dit nu al het geval is in Vlaams-Brabant.”

Hieronder vindt u de vrije tribune.

Blijf van de kaderwet af

Provinciale gas-ambtenaar helpt gemeenten

OPINIE
10 jaar na de invoering van GAS zijn er in Limburg amper 7.000 overlastboetes uitgeschreven. Ook worden slechts in 25 van de 44 Limburgse gemeenten zulke boetes uitgedeeld op basis van GAS-regelgevingen. opinie@hbvl.be

De administratieve afhandeling houdt vele gemeenten nu vaak tegen om Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) in te voeren. Omdat ik als gedeputeerde van veiligheid een grote voorstander blijf van GAS tegen overlast, wil ik een initiatief nemen om de gelijke toepassing in de verschillende gemeenten te bevorderen. De Limburgse gemeenten en politiezones zouden meer GAS toepassen met de aanstelling van een provinciale sanctionerende ambtenaar.

LIK OP STUK
Maar dan moet men op nationaal vlak meewerken. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet wil echter zoveel regels onder de GASwet stoppen dat ze in de praktijk nauwelijks of niet meer van toepassing is. Gaat zij zo niet precies het omgekeerde bereiken van wat ze beoogt?
Veiligheid is een taak van de politie, strafrecht is een zaak van justitie.
Strafrechtelijke gedragingen horen niet thuis onder GAS. Overlast daarentegen wordt in een gemiddelde Belgische en Vlaamse stad, en zeker in Limburg, steeds meer ervaren als een vorm van onveiligheid. Overlast is een begrip dat moeilijk te omschrijven is en in grootsteden anders ingevuld en beleefd wordt. Daarom is er een algemene wetgeving nodig, die afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden toepasbaar is, waarbij de autonome gemeente bepaalt welke gedragingen als overlast of als echte criminaliteit te beschouwen zijn. De gemeentelijke kiezer kan zich dan om de 6 jaar uitspreken over hoe zijn gemeente met GAS moet omgaan, als middel voor een lokaal en integraal veiligheidsbeleid.
De huidige GAS-wetgeving, die als een echt 'lik-op-stuk-beleid' toelaat onmiddellijk op te treden en de kant te kiezen van de klager tegen de overtreder, voldoet, op een eventuele leeftijdsverlaging na, nog altijd aan de vraag om overlast in een gemiddelde gemeente/stad aan te pakken. Laat de kaderwet daarom zoals ze is. Voeg er desnoods regelmatig uitvoeringsbesluiten aan toe naargelang de evolutie van (nieuwe) overlastfenomenen die niet vervolgd worden door het parket. Dit is een pragmatische aanpak die werkt!
De wetgever wil regels onder de GAS-wetgeving stoppen die er helemaal niet thuishoren er helemaal niet thuishoren. Dat zal aanleiding geven tot heel wat (juridische) discussies en kritiek (o.m. van mensenrechtenorganisaties) en uiteindelijk tot weinig resultaat. Hoe zullen de procureurs des Konings in de praktijk gaan reageren die de huidige GAS-wetgeving al met lede ogen aanzien en vaak met omzendbrieven de bevoegdheden van de lokale besturen proberen in te perken?
Is dat misschien daarom dat we tot nu toe in het debat niet of nauwelijks hun stem gehoord hebben?

ZEKERHEID
Het ministeriële voorstel is vooral geschreven op maat van de grootsteden, en dan vooral Brussel.
Moeten andere gemeenten/steden en politiezones opdraaien voor een gerechtelijk apparaat dat slecht werkt? Neen, Justitie moet andere maatregelen treffen: ernstige vergrijpen zijn voor het parket, wat louter storend ervaren wordt door de burger kan aangepakt worden door de GAS. Waarom kijkt de minister niet naar de praktijk of naar onderzoeken op het terrein (o.a. door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) vooraleer er aan de wet geprutst wordt?
In plaats van het kind met het badwater weg te gooien, doet de minister best een aantal beperkte aanpassingen aan de huidige GAS-wetgeving, zodanig dat elke gemeente of politiezone ze kan aanwenden in functie van de problemen waarmee zij geconfronteerd worden. En zorg ervoor, mevrouw de minister, dat gemeenten en politiezones de financiële zekerheid krijgen om het kader van bemiddelaars, dat nu via het grootstedenbeleid bestaat, te bestendigen en zelfs nog uit te breiden. Want bemiddeling - verplicht voor minderjarigen en facultatief voor de rest van de bevolking - vormt voor mij een essentieel onderdeel van de GASwetgeving. De zaak oplossen en de klager tevreden stellen, blijft het uitgangspunt, niet straffen om te straffen.

  1. De eerste GAS-wet trad in werking op 20 juni 1999.
    In april 2005 ging een eerste wetwijziging van kracht. Op 14 maart 2013 werd in de federale ministerraad het voorontwerp van wet met betrekking tot de hervorming van de GAS-sancties in tweede lezing goedgekeurd, nadat ze die op 13 december 2012 al in een eerste lezing had goedgekeurd. De voorbije maanden verstrekten onder meer de Raad van State en de Privacycommissie een advies op de ontwerptekst.
    Meer info: zie Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG, www.vvsg.be), Wetswijzigingen GAS naar federale parlement (14 maart 2013)

Zie onder andere ‘Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS): kind met badwater weggooien?’ van 9 juli 2012 op www.dewereldmorgen.be.

Zie ook ‘Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS): inclusief of exclusief beleid’ van 6 juli 2012 en ‘GAS-boetes vanaf 14 jaar’ van 8 oktober 2012 op deze website.