Sociaal-cultureel vormingswerk vergrijst verder

“De gemiddelde leeftijd van alle deelnemers aan het sociaal-cultureel volwassenwerk in Vlaanderen bedraagt vandaag 64 jaar.
In 2010 was dat nog, afhankelijk van het type organisatie, tussen de 45 en 55 jaar”(1), zegt Ludwig Vandenhove.

“Wat iedereen op het terrein kan aanvoelen, wordt nu bevestigd door een onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) en de Vrije Universiteit Brussel (VUB), in opdracht van het Vlaams departement Cultuur, Jeugd en Media.

Dit is geen goede evolutie, omdat dit aangeeft dat mensen zich minder maatschappelijk betrokken voelen. Ook dat blijkt uit de bevraging.
Er zijn vier grote dimensies van motieven om aan activiteiten te participeren: zelfontplooiing, ontmoeting, altruïsme en ontspanning, precies belangrijke elementen in een samenleving.

Nog enkele opmerkelijke vaststellingen: deelnemers zijn hoofdzakelijk vrouwen, hooggeschoold en zijn Belg. 
Deelnemers met een migratieachtergrond vormen nog steeds een sterke minderheid.
De onvoorwaardelijke en ‘eeuwige’ participant wordt steeds zeldzamer.

Ik zie een sterke gelijkenis met het vrijwilligerswerk. Daar stijgt de gemiddelde leeftijd eveneens. Voor mij zijn dit ook tendensen, die zich vertalen in steeds minder interesse van de burgers in de democratie en de politiek.

Hoe kunnen we deze tendens omkeren?
Het zal niet gemakkelijk zijn, maar iedereen die maatschappelijk en/of politiek betrokken is, zal dit moeten blijven proberen. Of gaan we onze samenleving volledig overlaten aan de technologie, sociale media of aan artificiële intelligentie? Neen toch.”
___