Elke gemeente gelijk voor de wet

“Alle Belgische gemeenten zouden, bijvoorbeeld in verhouding tot de bevolking, proportioneel asielzoekers moeten opvangen”, zegt Ludwig Vandenhove.
“Dat zou wettelijk moeten vastgelegd worden.

Dat blijft mijn stelling en dat is louter een kwestie van solidariteit.

Maar wat blijkt?
42 gemeenten of 1/7de van de Vlaamse gemeenten doet geen enkele opvang van asielzoekers, ze willen of ze kunnen niet.(1)
Voor mij is dat vooral niet willen en dat kan niet.

Mijn pleidooi.

Ten eerste moet de federale overheid gemeenten verplichten om asielzoekers op te vangen. 
Uiteraard moet dat gebeuren op basis van transparante en objectieve criteria. Indien ze dat pertinent weigeren te doen, moet de federale overheid hun dan maar een financiële bijdrage vragen, die kan gaan naar die gemeenten, die net wel hun verantwoordelijkheid opnemen.
Ik hou dat pleidooi al jaren, binnen en buiten de parlementen.
Gemeenten, die ‘hun werk doen’, moeten beloond worden, gemeenten, die dat niet doen, moeten financieel 'gestraft worden'.

Ten tweede moet de federale overheid meer financiële middelen voorzien voor die gemeenten, die asielzoekers opvangen. Onder andere om die opvang in te kunnen bedden binnen de lokale gemeenschap en om hem verteerbaar te maken voor de plaatselijke bevolking.
Asielcentra moeten geïntegreerd worden, de asielzoekers pas als ze erkend worden.
Eind jaren negentig van de vorige eeuw, toen het asielcentrum in Sint-Truiden er kwam, was dat het geval.
Nu al lang niet meer. Zo worden verantwoorde gemeentebesturen tweemaal ‘gestraft’.

De federale overheid moet blijven pleiten voor een Europese aanpak, waarbij alle lidstaten binnen de Europese Unie (EU) hun deel van koek doen. Maar dan moet datzelfde principe in België en Vlaanderen toegepast worden.

Voor extreemrechtse burgers en/of naïevelingen, die dit lezen: de wereld is OPEN.
De situatie dat asielzoekers naar hier afzakken voor een beter leven is onderdeel van onze actuele samenleving en zal niet meer ophouden, hoogstens beperken is de boodschap.”
___