Tewerkstellingsgraad moet omhoog: een sterkere rol voor de sociale werkplaatsen
Zowat alle politieke partijen zijn het erover eens dat de tewerkstellingsgraad omhoog moet.
Dat is goed voor de economie en voor de samenleving.
Vlaams parlementslid Ludwig Vandenhove pleit voor een sterkere rol voor sociale werkplaatsen.
De Vlaamse regering wil de werkzaamheidsgraad optrekken tot 80 procent. Maar daar zijn enorme (financiële) inspanningen voor nodig.
Op dit ogenblik is 3/4de van de Vlamingen op actieve leeftijd aan de slag.
Na aftrek van degenen, die tot en met 2024 met pensioen gaan, moeten er om en bij de 120 000 banen bijkomen.
“De doelgroepen, die gemakkelijk bereikbaar zijn, het zogeheten ‘laaghangend fruit’, zijn al benaderd”, zegt Ludwig Vandenhove.
“Nu gaat het erover om de moeilijkst te bereiken personen en groepen aan te spreken en te overtuigen. Zoals personen, die ondanks opleidingen en coaching niet aan de slag geraken, mensen met een leefloon, zieken, die onder bepaalde omstandigheden misschien inzetbaar zijn, huisvrouwen en/of personen, die omwille van culturele of familiale redenen zijn thuisgebleven.
Hier zullen heel wat inspanningen en geld voor nodig zijn.
Hoeveel geld en middelen willen we inzetten om de moeilijkst bereikbare groepen aan het werk te krijgen? Zo wordt dit sociaal economische vraagstuk een bij uitstek maatschappelijke keuze.
Willen we naar een economie en een samenleving, waarin waarde wordt gehecht aan ieders bijdrage, ook al valt die niet altijd te becijferen? (1)
Dat wordt een debat voor de komende maanden.
Natuurlijk zal de Coronacrisis met de economische en sociale gevolgen, zoals in alles, hierin een rol spelen.
Waarom niet meer geld besteden aan sociale economieprojecten in plaats van erop te besparen?
HERWIN, het collectief van sociale en circulaire ondernemers, heeft berekend dat elke baan in de sociale economie de samenleving jaarlijks 14 500 euro kan opleveren.
De Universitaire Stichting voor Armoedebestrijding (USAB) maakt een meer conservatieve raming, maar geeft aan dat er meerdere indirecte terugverdieneffecten zijn. Het moet toch mogelijk zijn om dit nauwkeuriger te berekenen.
Uit een recente rondvraag bij de Kringwinkels in Vlaanderen blijkt dan weer dat op korte termijn 2 000 personen extra aan de slag zouden kunnen bij voldoende subsidies.
Subsidies alleen volstaan niet om bijkomende werknemers aan te werven. Er moeten ook extra goederen en diensten worden verkocht.
Er is vraag genoeg vanuit de bevolking voor tweedehandsspullen, maar er is te weinig aanbod.
Precies om daarvoor te zorgen is er meer personeel nodig. (2)
Waarom laat bevoegd Vlaams minister Hilde Crevits deze cijfers niet verifiëren en/of objectiveren om vervolgens voldoende bijkomende financiële middelen te voorzien voor de sector?
Alle andere alternatieven om extra 2 000 personen aan de slag te krijgen kosten de belastingbetaler meer.
Eén van de problemen is dat de kosten voor de Vlaamse overheid zijn en de opbrengsten voor de federale kas.
Nog maar eens een reden om te her federaliseren of tenminste verregaande samenwerkingsakkoorden te maken tussen de Belgische gemeenschappen en gewesten.
Naast andere maatregelen, pleit ik dus voor het ster(ker) inzetten op de sociale economie om de werkloosheidsgraad te verhogen.”
-
(1)’Als de vijver bijna leeg is’, De Standaard, vrijdag 6 maart 2020, pagina 36.
-
(2)’Circulaire economie: Achter de schermen bij De Kringwinkel.’, KNACK, van woensdag 26 februari tot en met dinsdag 3 maart 2020, pagina 56 tot en met 59.
- Zie onder andere ook ‘Geen heksenjacht op doelgroepwerknemers’ van zondag 8 maart 2020 op deze website.
- Foto: nl.wikipedia.org, Wilhelm Stein, eigen foto.