Opgesplitste schepenposten

Uit een rondvraag van Het Belang van Limburg blijkt dat in zestien Limburgse gemeenten schepenmandaten, die normaal de hele legislatuur, zes jaar, duren, opgesplitst worden. Of van de in het totaal 217 schepenmandaten worden er 32 gedeeld onder twee of drie verkozenen.(1)

“Een goede of een slechte zaak?”, vraagt Ludwig Vandenhove zich af.

“Het best, zeker voor de continuïteit, is dat dezelfde persoon zes jaar kan aanblijven. Maar er kunnen situaties ontstaan, waarbij dat niet zo vanzelfsprekend is. ‘Et alors?’

Vooreerst kan het zijn dat er ervaring nodig is in een college van burgemeester en schepenen om eerst iemand ‘op te leiden’. Dat is bijvoorbeeld bij ons bij VOORUIT in Sint-Truiden het geval.
Je kiest niet zomaar tijdens onderhandelingen, tenminste als dat ernstig gebeurt, de schepenposten met welke bevoegdheden je binnenhaalt. Zo krijgen wij deze legislatuur de bevoegdheid openbare werken en aanverwante.
Ik ben dan zelf aan Filip Moers, met zijn ervaring, gaan vragen om de eerste drie jaar die schepenpost in te vullen om het algemeen kader en de grote lijnen uit te tekenen vooraleer Eddy El Herbouti, zonder ervaring, aan zijn mandaat kan beginnen. 
Filip Moers was zelf geen vragende partij en dus zelf geen kandidaat.

Ten tweede is het mogelijk dat er meerdere kandidaten zijn voor bepaalde posten.
Is dat verkeerd? Is dat (enkel) voor het geld?
Neen, dat is gewoon de realiteit.
Personen, die meedoen aan verkiezingen hebben logischerwijze een zekere verwachting en ambitie en willen die waarmaken.
Ze zijn misschien minder geïnteresseerd in de verdienste, maar wel in de eer om hun eigen gemeente mee te kunnen besturen en vorm te geven.
Uiteindelijk bekennen ze kleur, geven zich bloot en doen heel wat inspanningen binnen de partij en in de verkiezingscampagne.
Zonder die mensen zouden er geen lijsten en misschien zelfs geen verkiezingen meer zijn.
Spijtig genoeg wordt daar te weinig of niet bij stilgestaan.

Ja, en sommigen zullen het voor het geld doen, dat is zo. Maar wat wil je anders in de context van de huidige samenleving, waarin je steeds minder vrijwilligers vindt om iets gratis te doen?

Hoe vaak heb ik het al niet gezegd: politiek is niets anders dan andere maatschappelijke sectoren en belevenissen. Nog meer, de democratie is er juist een afspiegeling van of zou het dat alleszins moeten zijn. 
Waarom wordt er altijd enkel zo negatief naar de politiek gekeken en wordt er van alles achter gezocht? Beseffen sommigen nu echt niet dat ze op die manier de democratie, die het al zo moeilijk heeft, nog meer naar de verdoemenis helpen? Of is dat net hun bedoeling?

Kortom voor mij: bedankt en proficiat aan al die kandidaten, die zich verkiesbaar stellen op lijsten van democratische partijen.”
___