Ludwig Vandenhove ontvangt de nieuwe Roemeense ambassadeur in België!
In zijn functie als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging van de Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger op woensdag 14 mei 2008 een onderhoud gehad met de nieuwe Roemeense ambassadeur, de heer Ovidiu Dranga.
Tijdens dit kort onderhoud werd over de volgende onderwerpen van gedachten gewisseld:
- de aanwezigheid van de Europese Unie (EU) in het algemeen en afzonderlijke landen, zoals Roemenië en België in het bijzonder, bij buitenlandse missies en/of in het kader van internationale conflicten;
- de samenwerking bij zulke internationale opdrachten tussen binnenlandse zaken, defensie en justitie;
- de toekomstige ontwikkelingen binnen de EU en de tegenstelling tussen de relatief nieuwe lidstaten, zoals Roemenië enerzijds en de eerste, traditionele lidstaten zoals België anderzijds.
Voor ‘nieuwe landen’, zoals Roemenië, overwegen op dit moment nog de voordelen van hun EU-toetreding, maar de nadelen, zoals het navolgen van heel wat strikte regels, zijn bij de bevolking nog niet doorgedrongen.
De controle op de naleving van deze regels in deze nieuwe EU-landen is ook minder groot dan in oude landen, zoals België.
Vermits dit bij ons onder sommige omstandigheden zelfs tot enige vorm van verzuring leidt - het rookverbod in de horeca is hier het beste voorbeeld van - moeten we hier een goed evenwicht nastreven tussen de oude en de nieuwe lidstaten;
- Roemenië is vragende partij om, buiten het kader van de EU, ook bilateraal zo goed mogelijk contacten te onderhouden en zelfs nog op te drijven met België;
“In die zin heb ik deze zaak al aangekaart, zowel bij de minister van Landsverdediging Pieter De Crem, als bij minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht.”, aldus Ludwig Vandenhove.
- de migratieproblematiek.
In die context heeft
Ludwig Vandenhove: “Dit is één van de voordelen van mijn voorzitterschap van de commissie voor de Landsverdediging.
Op die manier maak je via persoonlijke contacten kennis met de gang van zaken en hoe het reilt en zeilt in andere EU-landen.”