Lokaal sociaal beleidsplan stad Sint-Truiden goedgekeurd!
Tijdens de gemeenteraad van 21 januari 2008 en de Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)-raad van 31 januari 2008 werd het lokaal sociaal beleidsplan goedgekeurd.
Hierin worden de grote beleidslijnen uitgetekend voor de periode 2008-2014.
Vlaanderen, één van de beste plaatsen ter wereld, moet aandacht hebben voor de sociaal zwakkeren.
Wij kunnen dit perfect betalen, alles is een kwestie van beleidskeuzes.
Wat Lijst Burgemeester betreft is het alleszins duidelijk: enerzijds verdienen de sociaal zwakkeren onze aandacht en de nodige financiële inspanningen, anderzijds moeten sociale voorzieningen in hoofdzaak een aangelegenheid blijven van de overheid om minimale kwaliteitsnormen te garanderen.
De stad Sint-Truiden moet dan ook keuzes maken en moet voor sociaal beleid voldoende financiële middelen durven uittrekken.
Hieronder vindt u de integrale tekst van de inleiding bij dit lokaal sociaal beleidsplan van de hand van burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
Beleidsplanning op gemeentelijk en stedelijk niveau is sowieso belangrijk. De stad Sint-Truiden heeft hierbij altijd het voorbeeld gegeven.
Het beste bewijs hiervan is dat de stad Sint-Truiden al gedurende de twee vorige legislaturen een beleidsnota had, hoewel dit decretaal nog niet vastgelegd was.
Beleidsplanning moet de lijnen, het kader uittekenen voor een bepaalde beleidsperiode, maar moet ook voldoende ruimte laten om in te spelen op nieuwe (maatschappelijke) tendensen, projecten, etc. Bovendien moet het ook aansluiten op het vorige beleid om alzo een zekere continuïteit te waarborgen.
Beleidsplanning moet ook voldoende praktisch aangepakt worden.
Opgestelde documenten dienen niet om in een kast gestopt te worden, maar moeten een kompas zijn dat regelmatig geraadpleegd kan worden om na te gaan of het beleid nog wel op de juiste koers zit.
Niet het aantal papieren en documenten telt, wel de inhoud.
Beleidsplanning moet tevens vertaald worden naar de bevolking toe in een voldoende begrijpbare en gepopulariseerde versie. Zo 'stelt het beleid zich bloot aan de bevolking', maar weet die bevolking ook duidelijk wat het beleid van plan is.
Dit is de ultieme vorm van informatie en inspraak, omdat op basis daarvan de burger uiteindelijk bij verkiezingen kan oordelen of beleidsmensen al dan niet hun woord gehouden hebben.
Zodra dit lokaal sociaal beleidsplan is goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad, is het de taak van de Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)-voorzitter en de schepen van sociale zaken om samen met de andere betrokken schepenen en onder regie van de burgemeester dit te vertalen naar de bevolking toe.
Informatie en inspraak naar betrokken actoren en sectoren speelt zich op een ander niveau af dan informatie en inspraak naar de globale bevolking toe.
Bij de opmaak van deze fase van het sociaal beleidsplan is al maximaal rekening gehouden met de standpunten van de betrokken adviesraden en actoren, bij de verdere uitwerking zal dit nog meer gebeuren.
Maar hoe belangrijk het zogeheten middenveld ook is in de sociale sector, er is nog altijd het primaat van de politiek.
Hoewel dit sociaal beleidsplan zich naar de hele Sint-Truidense bevolking richt, gaat er toch bijzondere aandacht naar die groepen, die het steeds moeilijker hebben als gevolg van de toenemende inkomenskloof.
Elk politicus, die veel tussen de bevolking komt, ervaart in Vlaanderen, dus ook in Sint-Truiden, wel dagelijks gezinnen en/of personen, die geen betaalbare huurwoning vinden of die zelfs geen aanvraag voor een bejaardentehuis durven doen uit angst het niet te kunnen betalen.
Samen met een evenwichtig aanbod voor het hele, zeer uitgestrekte grondgebied van Sint-Truiden (qua oppervlakte de grootste stad van Limburg met niet minder dan 17 vroegere dorpskernen) is dit mee de rode draad, die doorheen heel dit sociaal beleidsplan loopt.
Hoewel alle operationele doelstellingen binnen de strategische doelstellingen in dit sociaal beleidsplan aan bod dienen te komen, durven we toch enkele prioriteiten naar voor te schuiven:
- flexibele kinderopvang, vooral inspelende op (éénouder)gezinnen, die werken;
- sociale tewerkstelling nog meer bevorderen in de eigen stads- en OCMW-diensten, maar ook daarbuiten;
- bejaardenbeleid op alle vlakken.
In een sociaal beleidsplan moeten mensen zeker vooropstaan en zijn infrastructuur en gebouwen ('bakstenen') maar een hulpmiddel.
De uitdaging hier is dienstverlening op mensenmaat te laten samenvallen met efficiënte en betaalbare infrastructuur.
De overheid moet de spil blijven vormen en de privé-sector kan een aanvullende rol spelen.
Net zoals in een globaal beleid is ook bij de concrete realisatie van een sociaal beleid interne communicatie op beleidsniveau en op het niveau van de uitvoerders/de ambtenaren van essentieel belang.
Interne communicatie is moeilijk in elke grote organisatie, of dat nu privé of overheid is.
Met de realisatie van dit sociaal beleidsplan, zeker in relatie met de globale beleidsnota van het OCMW en de stad, wordt deze interne communicatie nog een stuk belangrijker.
Vermits Sint-Truiden zeer ver staat op het vlak van de integrale veiligheid, hebben we daar toch al enige ervaring mee. Ook hierin is interne communicatie immers zeer belangrijk.
Net zoals bij de integrale veiligheid moet ook bij de implementatie van het lokaal sociaal beleid de regierol toebedeeld worden aan de burgemeester als voorzitter van het college van burgemeester en schepenen.
OCMW- en stadsbestuur hebben zeer duidelijke afspraken voor wat de uitvoering van dit sociaal beleidsplan betreft.
Het OCMW concentreert zich eerder op de individuele dienstverlening, de stad Sint-Truiden eerder op het inhoudelijke en het beleidsmatige.