Het SERV-rapport over de Bijzondere Financieringswet (BFW)

De studiedienst van de Sociaal-Economische raad voor Vlaanderen (SERV) heeft een rapport opgesteld op basis van louter feitelijke vaststellingen - volgens hen - over de BFW-overdrachten voor de komende decennia.

Het document werd besproken in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie van het Vlaams parlement van dinsdag 14 februari 2023.

“Vermits voorzitter Steven Vandeput te laat was, zat ik het eerste gedeelte van de vergadering voor”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

Wat zijn de belangrijkste conclusies van deze studie?
-De BFW-overdrachten naar gemeenschappen en gewesten groeien de komende decennia minder snel dan de Belgische economie, voornamelijk door diverse inhoudingen ingebouwd in de BFW.
-Deze daling van de overdrachten in verhouding tot het Bruto Binnenlands Product (BBP) is de komende decennia niet gelijk verdeeld over alle gemeenschappen en gewesten.
In Vlaanderen is er een gunstiger evolutie.
-Het uitdoven van het overgangsmechanisme zorgt in de komende twee legislaturen voor negatieve budgettaire gevolgen voor het Brussels hoofdstedelijk en het Waals gewest.
Demografische verschillen zullen in de komende decennia het budgettaire traject van de gemeenschappen aanzienlijk bepalen. Zo groeit de dotatie ouderenzorg de komende vijf à twintig jaar door de vergrijzing sterk aan, maar deze groei is relatief gezien sterker in Vlaanderen.
Bij de andere gemeenschappen zorgt het dalend aantal jongeren voor significante minderontvangsten. (1)

De huidige financieringswet responsabiliseert te weinig de gemeenschappen en gewesten.
Deze vaststelling wordt vooral vanuit Vlaamse kant gemaakt en is dan vooral kritiek op de Franstalige gemeenschap -de federatie Wallonië-Brussel- en het Waalse gewest.

Bij het debat bleek vrij snel dat de N-VA deze resultaten zal gebruiken voor eigen politieke doeleinden.
De feitelijk gedane vaststellingen door de SERV zijn volgens hen een gevolg van de slechte resultaten van de zesde staatshervorming.
De N-VA heeft daar niet aan meegewerkt.
Het voorspelt weinig goeds voor eventuele onderhandelingen na de federale en Vlaamse verkiezingen van 2024. (2)

Ik stelde een aantal vragen:
-waarom gaf de SERV opdracht aan de studiedienst om deze oefening te maken? Omdat de Vlaamse sociale partners klaar willen zijn voor het eventueel debat over de staatshervorming na de federale en Vlaamse verkiezingen;
-hoe verhoudt deze studie zich tot de oproep van de SERV ‘Voor een betere samenwerking tussen het Vlaamse en federale niveau en de andere gemeenschappen en gewesten’? (3)
Deze studie ligt in dezelfde lijn als het rapport over de BFW: de SERV wil mee in het eventueel debat zitten;
-de studiedienst van de SERV heeft informele en formele contacten met hun parallelle organisaties in de andere gemeenschappen en gewesten.
Zij zijn op de hoogte van de inhoud van deze studie.

Deze beide studies zullen ongetwijfeld ‘een politieke staart’ krijgen.
De verkiezingen zijn pas medio 2024, maar er worden nu al duidelijke stellingen rond ingenomen
.”