Meer ouderen op verkiezingslijsten?

“In feite zouden verkiezingslijsten de afspiegeling moeten zijn van de bevolking, dat zou het meest democratisch zijn”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
“Is dat nu zo? NEEN. In ernstige, wetenschappelijk onderbouwde opiniepeilingen, waar we nu dagelijks in de media mee geconfronteerd worden, is dat wel zo of zou dat alleszins het geval moeten zijn.

In 2023 was 21,8% van de Limburgse bevolking ouder dan 65 jaar.
Als daar de leeftijdscategorie van 50 tot en met 64 jaar bijgeteld wordt - 21,6% - komen we tot 43,4%.(1) Bovendien worden mensen - gelukkig maar - steeds ouder, dus die tendens zal nog toenemen.

Toch vinden we maar weinig kandidaten op verkiezingslijsten, die ouder zijn dan 65 jaar.

Uit een onderzoek van het Instituut van De Overheid van de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) blijkt dat de gemiddelde ouderdom van een kandidaat op de lijsten voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 47 jaar ligt.
Deze is weliswaar gestegen: in 1987 was dat nog 40,4 jaar.(2)
Er zijn voor het eerst sinds 1987 meer oudere - 15,8% - dan jongere - 13,2% - kandidaten.
In het onderzoek zijn ‘oudere kandidaten’ ouder dan 61 jaar, ‘jongere kandidaten’ vallen in de categorie 18-tot 30-jarigen.

Verkiezingslijsten zouden een afspiegeling moeten zijn van de samenleving, dat is pas echte democratie.
De categorie van personen, die langer leven en langer gezond blijven, zouden er meer op vertegenwoordigd moeten zijn.

Waarom spreken we enkel over ‘politieke vernieuwing’ als het over jonge mensen gaat en nooit over personen op leeftijd? Deze laatsten kunnen eveneens nieuw in de politiek  zijn en frisse ideeën inbrengen. Dat is ook een kwestie van respect voor vorige generaties, die uiteindelijk mee onze samenleving hebben gemaakt tot wat ze vandaag is.

Er blijft werk aan de winkel voor het middenveld en de politieke partijen om verkiezingslijsten qua leeftijd representatiever te maken.
Het is uitkijken naar de lokale verkiezingen van zondag 13 oktober 2024
.” 
___