Belgische troepen naar Congo...ja, maar!

“Dat is mijn visie terzake”, zegt burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove in zijn functie als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

“Er moet wel een ernstig en grondig parlementair debat over gevoerd worden. Bovendien stelt de sp.a nog een aantal andere duidelijke voorwaarden.”, zegt Ludwig Vandenhove.

 

In ‘Het Belang van Limburg’ van dinsdag 2 december 2008 verscheen hierover een interview van Ludwig Vandenhove samen met VLD-kamerlid Hilde Vautmans, tevens voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen in de Kamer van volksvertegenwoordigers.

 

 

Hieronder vindt u de integrale tekst.

 

 

Parlement wil z'n zeg in sturen van soldaten naar Congo 

 

BRUSSEL - "De regering Leterme moet éérst het parlement horen. Pas daarna kan ze een beslissing nemen over het eventueel sturen van militairen naar Oost-Congo. Het is aan het parlement om te bepalen onder welke voorwaarden men militairen mag sturen", zeggen Hilde Vautmans en Ludwig Vandenhove in koor.

 

 

 

Hilde Vautmans (Open Vld) is de voorzitster van de commissie buitenland en
Ludwig Vandenhove (sp.a) is de voorzitter van de commissie defensie van de Kamer. Zij hebben samen de regering uitgenodigd om uitleg te komen geven over hun voornemen om militairen naar Congo te sturen.

 

Zoals geweten wordt de MONUC, de VN-vredesmacht in Oost-Congo, versterkt met 3.000 man tot 20.000 militairen. Dit kan nog even duren. Daarom zou VN-secretaris generaal Banki Moon graag hebben dat in afwachting een Europese vredesmacht (3.000 man, 4 à 6 maanden) de vechtende partijen uit elkaar houdt. Banki Moon rekent daarvoor ook op België. Eerste minister Yves Leterme liet dit weekend weten dat België daar eventueel oren naar heeft. Eind deze week zou een beslissing kunnen vallen. De Rwanda-aanbevelingen raden zo'n operatie af, maar sluiten ze niet uit.

 

Alle partijen, uitgezonderd Vlaams Belang, zijn akkoord met het sturen van soldaten. Maar ze stellen ook voorwaarden. Volgens Hilde Vautmans en Ludwig Vandenhove is het aan het parlement om die voorwaarden vast te leggen. Daarom dat ze Yves Leterme, Karel De Gucht (Buitenlandse Zaken) en Pieter De Crem (Defensie) hebben uitgenodigd om het nog déze week te komen uitleggen. Maar de drie gaven nog niet thuis en dat pikken Vautmans en Vandenhove niet.

 

Overigens is het ook zo dat de twee commissievoorzitters in een latere fase, nadat de Congo-discussie van de baan is, samen voorstellen willen doen om in de Grondwet vast te leggen dat het sturen van soldaten naar het buitenland nog enkel kan nadat het parlement daarmee heeft ingestemd en de voorwaarden heeft vastgelegd.

 

Strikte voorwaarden

 

Mochten ze het alleen voor het zeggen hebben, zouden Vautmans en Vandenhove de volgende voorwaarden opleggen:

 

Het moet gaan om een Europese vredesmacht, waaraan dus ook andere Europese landen deelnemen.

 

Het moet ook voor de Congolezen absoluut duidelijk zijn dat het om een Europese vredesmacht gaat en dat die niets te maken heeft met de slecht geziene MONUC.

 

Omdat het om een operatie in Congo gaat, is het uitgesloten dat een Belg de leiding neemt van deze Europese vredesmacht.

 

De Europese vredesmacht moet een héél duidelijk mandaat krijgen. Het moet voor iedereen op voorhand duidelijk zijn wat kan en niet kan. De Europese vredesmacht moet actief tussen kunnen komen en desnoods gewapenderhand de partijen scheiden.

 

Er moet een eenheid van commando zijn zonder dat elk deelnemend land steeds opnieuw moet beslissen of men wel of niet meedoet aan deze of gene operatie op het terrein.

 

Er moet een exit-strategie zijn. De operatie zal in principe vier tot zes maanden duren. Wat doen we na die vier of zes maanden? Blijven we? Of gaan we weg? In dat laatste geval moet op voorhand duidelijk zijn wie ons eventueel vervangt. Anders geraken we niet meer weg.

 

De militairen moeten op voorhand gehoord worden. Zij moeten aangeven wat ze wel en wat ze niet aankunnen en hoeveel volk en materieel ze daarvoor nodig hebben. Daar moeten het parlement en de regering rekening mee houden. Het kan niet meer zijn dat - zoals ten tijde van de Rwanda-operatie - de vragen van de militairen wegens budgettaire redenen gehalveerd worden. Is er geen geld, dan blijven we beter thuis.

 

De militairen moeten voldoende tijd krijgen om de operatie voor te bereiden. Géén enkele militaire operatie is zonder risico's. Maar men kan die wel tot een minimum beperken door een goede voorbereiding.

 

De regering moet te allen tijde het parlement informeren over het verloop van de operaties ter plaatse in Oost-Congo. Desnoods kan dit achter gesloten deuren gebeuren, als dit noodzakelijk is voor de veiligheid van de Belgische soldaten in Congo.