Vlaanderen moet plattelandsbeleid ernstig nemen

Dat zei Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove in de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid van het Vlaams Parlement op woensdag 22 november 2023 tijdens de bespreking van de begroting 2024.

““Het is goed dat er nog eens positief gesproken wordt over de provincies door een Vlaamse minister en dan nog wel iemand van de N-VA.” Zo opende ik mijn tussenkomst na de inleiding van Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme Zuhal Demir (N-VA)”, aldus Ludwig Vandenhove.
“De provincies spelen een belangrijke rol in de diverse projecten met subsidies van het Europees Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale (LEADER)-fonds.
Ik blijf geloven in de werking van de provincies en blijf ze steunen.

Er zou meer aandacht moeten zijn voor het plattelandsbeleid in het Vlaams regeerprogramma.
Voor alle duidelijkheid: het is al goed dat deze regeerperiode de bevoegdheid is losgekoppeld van de portefeuille Landbouw.
Het platteland moet meer zijn dan enkel maar landbouw.
In die zin zie ik in de Landschaps- en Nationale Parken net een opportuniteit voor een breder en gevarieerder plattelandsbeleid en geen beperking voor een toekomstig, duurzaam landbouwbeleid. 

Het moet gaan om een zinvolle, klimaat robuuste invulling van de OPEN ruimte.

Sociale cohesie is belangrijk in de samenleving. En dat geldt ook en misschien vooral voor het platteland dat de laatste jaren verstoken blijft van heel wat diensten.
Net daarom zou de Vlaamse minister bevoegd voor het platteland een integraal beleid over alle domeinen heen moeten voeren in coördinatie met de collega-ministers.
Dat is niet of alleszins veel te weinig gebeurd gedurende deze legislatuur. Zo is er nog maar eens de verdere achteruitgang van het openbaar vervoer. Of het initiatief rond ‘Zorgzame buurten’ vanuit Welzijn. Ook is er te weinig aandacht voor lokale voedselstrategieën of bepaalde vormen van bio-economie. 

Van een echt, nochtans noodzakelijk transversaal beleid is geen sprake. 
Nog meer, er zou zelfs voor bepaalde bevoegdheden een zekere vorm van samenwerkingsfederalisme moeten zijn. Het voorbeeld bij uitstek: het wegnemen van steeds meer bankautomaten. Of het gebrek aan samenwerking met de Koning Boudewijnstichting, die op dit vlak een aantal projecten ondersteunt. 

Alle lokale partners zouden moeten betrokken worden bij zo een integraal plattelandsbeleid.
Ik pleit hier opnieuw voor de participatie van de Regionale Landschappen (RL), waar heel wat organisaties mee deel uitmaken van het beheer. Een goed voorbeeld: het houtkantenbeheer. 

Nog dit: binnen het globaal herbekijken van de financiering van de lokale besturen zal de volgende Vlaamse regering het onevenwicht moeten wegwerken wat er nu bestaat tussen centrumsteden, grotere steden en kleinere gemeenten.
Het teruggrijpen naar een instrument, zoals het Open Ruimtefonds, is geen optie. Ofwel gaat het over specifieke middelen voor groen, milieu en/of klimaat, ofwel over algemene gemeentelijke middelen.”

___