Ontslagen werknemers van Ford Genk en toeleveranciers staan voorop

Persconferentie

 

“Er wordt veel gepraat over allerlei maatregelen om de gevolgen van de aangekondigde sluiting van Ford Genk, de toeleveranciers en andere Limburgse bedrijven op te vangen.

Allemaal goed en wel, maar de ontslagen werknemers staan voorop.”, zegt sp.a-gedeputeerde Ludwig Vandenhove.

De arbeiders van Ford Genk en de toeleveranciers moeten voor alles goede en dezelfde ontslagvoorwaarden krijgen.

Als dat opgelost is, kan er gedacht worden aan andere maatregelen, die uiteraard moeten gefocust worden op die gebieden en gemeenten, die het hardst getroffen worden, maar heel Limburg moet hierbij in ogenschouw genomen worden.

De Limburgse gemeenten en steden kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.”

 

sp.a Limburg heeft hierover een eveneens een perstekst verspreid op donderdag 16 januari 2013.

U vindt deze hieronder.

 

Gemeenten en steden moeten rol spelen bij economische heropbouw van Limburg

Limburg wordt zwaar getroffen door de aangekondigde sluiting van Ford Genk en de toeleveranciers, maar ook door de sluiting van andere Limburgse bedrijven.

De inspanningen en de financiële middelen moeten uiteraard  gefocust worden op die gebieden en gemeenten, die het hardst getroffen worden, maar heel Limburg moet hierbij in ogenschouw genomen worden.”, onderstreept Maurice Webers, burgemeester van Beringen, namens sp.a Limburg en de Limburgse sp.a-burgemeesters.

De aangekondigde sluiting van Ford Genk en de toeleveranciers heeft zulke omvangrijke economische en sociale gevolgen dat de ganse provincie Limburg getroffen wordt. Herman Daems lichtte gisteren de vorderingen van het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) toe aan de Taskforce Limburg en al snel bleek dat “de problemen die de sluiting van Ford met zich meebrengt, opgelost dienen te worden binnen het grotere kader van al de uitdagingen waar Limburg voor staat”.

De studie ‘Economische impact sluiting Ford Genk’ van de Universiteit Hasselt toonde reeds aan dat de sluiting niet enkel direct en indirect banenverlies met zich meebrengt, maar ook een afgeleid effect heeft, met andere woorden banenverlies in de andere sectoren als een gevolg van koopkrachtverlies van ontslagen werknemers van Ford en toeleveranciers. Het welvaartsverlies dat hier een rechtstreeks gevolg van is, stijgt in de hele provincie, en de gevolgen zijn bovendien voor heel Vlaanderen merkbaar.

Op de eerste plaats moet nu het probleem van de arbeiders van Ford én van de toeleveranciers opgelost worden. “De arbeiders van alle betrokken bedrijven moeten goede én dezelfde voorwaarden krijgen. We kunnen niet genoeg benadrukken dat dit momenteel de eerste prioriteit is en dat de arbeiders dringend duidelijkheid moeten krijgen. Dit sleept al te lang aan, het gaat hier over mensen, gezinnen, en hun inkomens”, drukt Maurice Webers zijn bezorgdheid mede namens sp.a Limburg uit.

De grote uitdaging is het creëren van arbeidsplaatsen. Immers, het aantal werkzoekenden zal fors toenemen en de ontsluiting van de arbeidsmarkt voor Limburgse werkzoekenden is problematisch, voor sommige streken zoals het Maasland meer dan voor anderen. VDAB Limburg heeft de evolutie van arbeidsvraag en arbeidsaanbod uitgebreid geanalyseerd en de cijfers zijn niet bepaald rooskleurig. Voor alle Limburgse gemeenten geldt meer dan ooit dat de werkzoekenden uit kansengroepen (laaggeschoolden, allochtonen, ouderen en mensen met arbeidshandicap) zeer moeilijk nog een plaats op de (Limburgse) arbeidsmarkt gaan kunnen veroveren. De sluiting van Ford Genk en de toeleveranciers zal deze tendens nog versterken.

Op federaal niveau heeft minister van werk Monica De Coninck heeft reeds een aantal maatregelen uit haar tewerkstellingsplan kunnen invoeren, zoals de 10% instapstages per jaar voor schoolverlaters, de 1% gegarandeerde stageplaatsen bij bedrijven en een meer efficiënte doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jongeren, oudere werknemers en deeltijdsen. Ook heeft zij gezorgd voor een jaarlijks budget van zes miljoen euro afkomstig van werkgevers die niet onder een CAO risicogroepen vallen, dat dient ter financiering van bijkomende projecten voor risicogroepen.

Momenteel heeft De Coninck de Nationale Arbeidsraad gevraagd om uit te werken hoe werkgevers "gestimuleerd" kunnen worden om anonieme sollicitaties vaker toe te passen. Zo wil ze vrouwen, ouderen, minderheden en mensen met een handicap makkelijker toegang geven tot de arbeidsmarkt.

De hoogopgeleiden trekken dan weer weg uit Limburg. Ook al beschikt Limburg al enige tijd over een universiteit, toch stromen Limburgers nog steeds minder vaak door naar het hoger onderwijs (5% minder dan Vlaams gemiddelde) en bovendien studeren ze vaak voort buiten de provincie. Ze geraken daar ook gemakkelijker aan de slag en blijven dan vaak weg.

De voorstellen, die door de Taskforce uitgewerkt zullen worden, moeten op al deze uitdagingen inspelen.

Gemeenten en steden kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.

Gouverneur Herman Reynders heeft aan alle Limburgse colleges van burgemeester en schepenen een overzicht gevraagd van alle geplande investeringsprojecten op korte, halflange en lange termijn en van alle projecten waarrond er eventueel administratieve problemen zijn.

Hier zitten ongetwijfeld heel wat waardevolle projecten tussen, die mits de nodige financiële injecties, bijvoorbeeld via prefinanciering en/of subsidiëring, versneld kunnen uitgevoerd worden.” Hiermee verduidelijkt Maurice Webers het belang van snelheid in het beslissingsproces.

Het voordeel van zulke projecten is dat ze democratisch gedragen worden (goedgekeurd door de gemeenteraden) en een vrij onmiddellijke impact op de Limburgse economie hebben (geld komt snel in het economisch circuit terecht via hoofdzakelijk Limburgse aannemers, leveranciers en zelfstandigen).

Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK)

Zonder vooruit te lopen op het definitieve Actieplan liet Vlaams viceminister-president Ingrid Lieten  weten dat de problemen in Limburg groter zijn dan Ford alleen. “Er zit een structurele zwakte in de regio. De provincie is onvoldoende ontsloten, er rijden te weinig treinen, maar ook de scholingsgraad is onvoldoende en er is een hoge werkloosheid bij jongeren in de mijngemeenten. Daarnaast innoveren de kmo’s te weinig. Ford is een negatieve hefboom voor alles wat er al mis was en de zwakke punten worden nu versterkt.”

Ook gouverneur Herman Reynders bevestigt dat Limburgse bedrijven meer toekomstgericht moeten werken. “De arbeidsplaatsen in de klassieke sectoren slinken. Er wordt geïnvesteerd in nieuwe sectoren, maar de groei is te traag.”

sp.a Limburg concludeert uit alle bevindingen, studies en cijfers dat het budget dat SALK zal vooropstellen voor heel Limburg moet dienen. “Enkel zo hebben we slaagkans om Limburg als regio waar het goed om wonen en werken is, te redden van een onzeker toekomst”, besluit Maurice Webers.

 

Zie ook de tekst ‘Task Force Limburg geïnstalleerd’ van 12 december 2012 op deze website. 

Tags: