Is dierenwelzijn sociaal?
Burgemeester Ludwig Vandenhove heeft hierover een bijdrage geschreven voor de nieuwswebsite www.dewereldmorgen.be.
Hieronder vindt u deze bijdrage.
“Het niveau van een beschaving kan worden gemeten aan de wijze waarop met dieren omgegaan wordt.”
Het is één van de vele bekende citaten van Mohandas K. Mahatma Ghandi.
Deze uitspraak is ook van toepassing voor een gemeentelijk/stedelijk dierenwelzijnsbeleid.
Is het toeval dat er in gemeenten/steden, die een diervriendelijk imago hebben, een doorgedreven sociaal beleid gevoerd wordt naar alle mogelijke categorieën van de bevolking toe, die het minder goed hebben in onze samenleving?
Neen, dit is geen toeval, dit is een bewuste beleidskeuze.
De komende gemeenteraadsverkiezingen van zondag 14 oktober 2012 zijn het ideale moment om dierenwelzijn op gemeentelijk/stedelijk vlak nog hoger op de lokale politieke agenda te plaatsen, zeker op die plaatsen waar daar tot nu toe weinig voor gebeurd is.
De talrijke vrijwilligers in de dierenasielen, bijvoorbeeld bij de vzw Dierenvrienden in Sint-Truiden, ervaren regelmatig in welke mate het houden en verzorgen van dieren door personen en gezinnen een belangrijke sociale functie kan hebben. Zo zorgen huisdieren voor een grotere levenslust, een verhoogd sociaal contact en een verminderd eenzaamheidsgevoel.
Dit laatste wordt bevestigd door heel wat studies, die aangeven dat armoede en zeker het armoedegevoel mee bepaald worden door eenzaamheid. Bovendien zorgt de huidige slechte sociaal-economische toestand ervoor dat sommige personen en gezinnen geen huisdier (meer) nemen of het naar het dierenasiel brengen, precies omdat ze geen geld meer hebben om voldoende eten te betalen, de kosten van een dierenarts te vergoeden, etc.
Hier komt nog bij dat kansarmoede vaak een gevolg is van de één of andere vorm van onaangepastheid in de maatschappij en dat dit in sommige gevallen repercussies heeft op het aanschaffen en/of onderhouden van sommige (huis)dieren (ze kunnen hun gezin nauwelijks onderhouden).
Niet iedereen heeft de nodige kennis om (bepaalde) dieren te verzorgen met allerlei wantoestanden tot gevolg. Daarenboven zijn het dikwijls dezelfde bevolkingscategorieën, die geen beroep op een dierenarts doen of kunnen doen omwille van financiële redenen.
Hoewel deze personen en gezinnen dit zeker niet bewust doen, komt dit het dierenwelzijnsbeleid niet ten goede.
Vaak is dit gegeven sociaal bepaald (de zogeheten vicieuze cirkel).
Waarom geen sociale zekerheid voor dieren?
Is dit een ernstige vraag?
Dit is financieel niet haalbaar en er zal onmiddellijk de kritiek komen dat er elke dag meer mensen zijn, die financieel en sociaal in de problemen komen en dat we dan zeker niet voor deze dieren kunnen zorgen. Daarenboven is de sociale zekerheid een soort verzekeringsstelsel dat gebaseerd is op de solidariteit onder de bevolking. Maar discussiëren over zo een idee op gemeentelijk/stedelijk vlak, gebaseerd op het solidariteitsprincipe, waarbij er onderzocht wordt of er voor bepaalde doelgroepen, zoals cliënten van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCWM) en/of personen die onder de categorie Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen (WIGW) vallen of voor de families en personen met een laag gezinsinkomen, die onder meer recht hebben op een hogere terugbetaling van hun ziektekosten (OMNIO-statuut) en/of regelmatige bezoekers van de Sint-Vincentiusgenootschap geen tussenkomst voorzien kan worden indien zij bijvoorbeeld op een dierenarts beroep moeten doen, is ernstig. Hierbij verwijzen wij naar de hoger aangehaalde uitspraak van Mohandas K. Mahatma Ghandi, die wel degelijk toepassing kan vinden op lokaal niveau.
Een gemeente/stad is vaak het bestuursniveau bij uitstek waarop bepaalde ideeën gelanceerd worden, die achteraf veralgemeend (kunnen) worden.
Gemeenten/steden kunnen in die zin een soort experiment vormen.
In zo een systeem kan een gemeente/stad een jaarlijkse subsidie voorzien en kan er intensief samengewerkt worden tussen veeartsen en dierenasielen.
Natuurlijk betekent dit maar een beperkte (financiële) aanzet tot een gestructureerd beleid, maar aanvullend op de toenemende aandacht, die het dierenwelzijnsbeleid zo weer krijgt op gemeentelijk vlak, zou dit sociaal een belangrijke impuls zijn voor deze specifieke bevolkingscategorieën en zou het de kwaliteit van de verzorging van de dieren, en zo het dierenwelzijnsbeleid, ten goede komen.
Waarom zou zo een systeem op gemeentelijk/stedelijk vlak nadien niet veralgemeend kunnen worden op federaal of Vlaams niveau, waarbij er bijdragen dienen betaald te worden in functie van het inkomen?
Een ander initiatief waaraan we denken, is ‘de wit-gele collier’, waarbij het mogelijk is om bijvoorbeeld bejaarden of zieken bij te staan, die een huisdier willen houden om zo de eenzaamheid terug te dringen (hond buiten laten en/of ermee gaan wandelen; vogelkooi proper maken; etc.).
Dit systeem zou kunnen werken via dienstencheques, waarbij er eventueel uit dezelfde gemeentelijke of stedelijke subsidiepot bijkomende middelen zouden kunnen voorzien worden voor personen, die het minder goed hebben.
Zitten hier geen tewerkstellingsmogelijkheden in voor opleidingen dierenzorg?
Dit zijn maar enkele ideeën, maar u merkt het: dierenwelzijn is wel degelijk sociaal!
Zie onder andere ook de tekst ‘Ludwig Vandenhove krijgt ‘Gouden Poot Award’ van Gaia’ van 12 juni 2012 op deze website.