Verhoogde inflatie is meevaller voor de Vlaamse begroting

Dat is de leidraad van het advies dat de Sociaal -Economische Raad van Vlaanderen (SERV) geformuleerd heeft over de Vlaamse begroting voor 2022. (1) (2)
Voor de burgers zijn de forse prijsstijgingen een groot probleem, voor de Vlaamse regering eerder een meevaller.

Tijdens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie van het Vlaams parlement op dinsdag 1 februari 2022 werd het SERV-advies besproken.
Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove voerde het woord namens de VOORUIT-fractie
.

Ludwig Vandenhove:

“Ik wil de verantwoordelijken van de SERV bedanken voor de grondige analyse en de toelichtingen.
De SERV-rapporten over de begrotingssituatie bieden ons als commissarissen telkens de gelegenheid om de financiële vooruitzichten beter te analyseren.

Ik ben akkoord dat dit rapport een tussentijdse stand van zaken geeft en een actuele foto is, maar dat mag ons niet beletten bepaalde beleidsconclusies te trekken.

Vragen en beschouwingen voor de Vlaamse regering
Een gezondere Vlaamse begroting ligt in het verschiet.
Hoe gaat de Vlaamse regering daarmee om?
Gaan de meevallers geheel of gedeeltelijk gebruikt worden voor nieuwe initiatieven en/of om het tekort en/of de schulden af te bouwen?

De Vlaamse regering heeft beslist bij de begrotingsopmaak om de basisbedragen kinderbijslag slechts te laten stijgen met 1%.
Bij een inflatie van 2% zou dat al gezorgd hebben voor een koopkrachtverlies, bij een inflatie van 5% wordt hier bij manier van spreken een turbo op geplaatst.
Het gevolg van de gestegen energieprijzen is dat de Vlaamse begroting op het einde van de legislatuur meer dan 800 miljoen euro beter af zal zijn dan gepland in oktober 2021.
Tezelfdertijd zal de kinderbijslag in reële termen 4,5% minder waard zijn, terwijl de energiearmoede bij Vlaamse gezinnen, die in 2019 op 15% lag, sterk toeneemt.
Vindt de Vlaamse regering dit een aanvaardbaar resultaat?
Zal de Vlaamse regering de meerinkomsten uit de gestegen energieprijzen op zak steken en de koopkracht van de kinderbijslagen blijven uithollen?

Voor het negende jaar op rij blijven de werkingsmiddelen in de zorg- en welzijnssectoren en de socio-culturele sectoren ongewijzigd bij elke indexering van de lonen.
Dit voorjaar is het de negende keer dat de indexering met 2% van de werkingsmiddelen wordt geblokkeerd. Kortom, een onhoudbare situatie voor de betrokken organisaties.
De Vereniging voor Social Profit Ondernemingen (Verso), de intersectorale werkgeversorganisatie voor de social-profitsector, maakt de Vlaamse regering daar attent op.
Gaat de Vlaamse regering hieromtrent iets ondernemen?

Wat de energieprijzen betreft, heeft de Vlaamse regering tot nu toe voor een gemiddeld gezin 42 euro aan heffingen uit de factuur gehaald.
De federale regering zal voor een gemiddeld gezin voor om en bij de 250 euro extra koopkracht zorgen in 2022.
De doorlichting van de SERV toont aan dat de functiewijze van de financieringswet ervoor zorgt dat de hoge energieprijzen de Vlaamse regering tegen 2024 netto zo een 800 miljoen euro zal opleveren.
Gaat de Vlaamse regering met dat geld iets doen voor de koopkracht voor de bevolking?

Vragen en beschouwingen voor de SERV

Citaat uit het SERV-rapport: “ Het is belangrijk om blijvend te kunnen inzetten op investeringen en groeibevorderende initiatieven en een duurzame economische groei, waarvan zowel bedrijven, als werknemers de vruchten plukken.”
In hoeverre gaat de Vlaamse regering dat doen?
Welk gedeelte van de meevallers als gevolg van de inflatie moet/zal Vlaanderen daarvoor inzetten?

De methode van de SERV stelt dat de gezondheidsindex minder snel zal stijgen dan de consumptieprijsindex (CPI) indien de inflatiepiek het gevolg is van de energieprijzen. Diesel en benzine worden immers uitgesloten uit de gezondheidsindex.
De gewichten van elektriciteit, aardgas en benzine werden vorige maand door het Belgisch statistiekbureau – Statbel - aangepast, vermits hun belang binnen het gemiddelde huishoudbudget toeneemt.
Wordt hier al rekening mee gehouden in het SERV-model?
Veranderen die nieuwe gewichten de verhouding tussen de stijging van de uitgaven en de inflatie?

Hoe zit het met de doelmatigheid van het verdelingsmechanisme?
Het gaat hierbij om een technische vraag, die enigszins zinspeelt op een eventuele toekomstige staatshervorming.
Bij de discussie over de doelmatigheid van de financieringswet handelt steeds over incentives om een degelijk economisch beleid te voeren.
Wat is de mening en/of de visie van de SERV over een financieel verdelingsmechanisme dat de ontvanger beloont voor stijgende inflatie, terwijl het effect op het saldo wordt gebufferd door de federale overheid?

Hoe zit het met het schuldbeleid?
Door de stijgende energieprijzen zakt de schuld als aandeel van de ontvangsten in 2024 van 90 % naar 83% ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het nominaal BBP stijgt met inflatie, de reële groei is ook hoger dan verwacht.
De evoluerende cijfers geven aan hoe volatiel de schuldnorm van de Vlaamse regering varieert met de inflatie, maar eveneens hoe weinig zeggend de toetsing is.
Hebben we zicht op de evolutie van de netto-actief-positie in de komende jaren -de twee schuldnorm- ten gevolge van de hogere investeringen?
Zijn er volgens de SERV andere relevante factoren, die we in de schuldpositie van Vlaanderen dienen te betrekken, bijvoorbeeld de evolutie van de reële rentekosten?

Vlaams minister Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed Mathias Diependaele heeft toegezegd tegen half maart met een herrekende begroting 2022 naar de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie te komen.
Op te volgen!”