Transitie en transitiemanagement

Dat was het onderwerp van een lezing van professor doctor ingenieur Jan Rotmans in het kader van de Limburg-lezingen op initiatief van Gouverneur Herman Reynders op maandag 4 februari 2019 in de Universiteit Hasselt  (auditorium, de oude gevangenis), Martelarenlaan 42 in Hasselt. (1)

Ludwig Vandenhove was aanwezig.

“Als gewezen gedeputeerde van Klimaat, Leefmilieu en Natuur , maar ook als burger blijf ik sterk geïnteresseerd in alles wat met transitie te maken heeft”, zegt Ludwig Vandenhove.
“Het blijft mijn overtuiging dat heel de klimaatproblematiek en de luchtvervuiling maar kan aangepakt worden via een ander of alleszins een sterk aangepast maatschappelijk en sociaal economisch model.
Maatregelen in de marge zullen onvoldoende zijn. Bovendien zal iedereen, in functie van de financiële en sociale mogelijkheden, een bijdrage moeten leveren.”

Een samenvatting van de lezing van professor doctor ingenieur Jan Rotmans kan u hier terugvinden.

“Ik heb er wel een aantal persoonlijke kritische bemerkingen bij, anders zou ik geen politicus uit de praktijk zijn”, aldus Ludwig Vandenhove.
“Hierbij wil ik zeker niet zeggen dat ik mij wil meten met de intellectuele capaciteiten van de transitiewetenschapper.

Wij zullen onderdeel van een revolutie zijn volgens Jan Rotmans.
Alleen droom  ik altijd van een andere- sociale – revolutie  dan deze waarover hij spreekt en schrijft.

Technisch kan alles snel gaan, qua mentaliteit kan het allemaal wat langer duren (bijvoorbeeld het concept van zelfrijdende auto’s). Wat mij betreft, is dat echter niet erg.
Waar blijft  de menselijke factor? De maatschappij, de mens moet kunnen blijven volgen.

Data zijn de nieuwe olie en al onze data worden sterk gemanipuleerd.
Ik vind dat de overheid de taak heeft om de burger ‘hiertegen’ veel meer te waarschuwen en zelfs in te grijpen dat dit zomaar allemaal niet kan.

Wees niet bang.
Ik ben niet bang, maar we moeten wel meer op onze hoede zijn.

Als er gesproken wordt over een financieel tekort op de begroting  van 2 of 3 %, moeten we rekening houden met een tienvoudig (of meer) ecologisch tekort.
Een reden temeer om dringend te handelen!

In Nederland is nog slechts 2 % van de bevolking lid van een politieke partij.
Gelijkaardige cijfers gelden voor de andere West-Europese landen.
Akkoord dat dit een fundamenteel democratisch probleem is, maar ik hoor nooit oplossingen in het kader van alle mogelijke transitievoorstellen. (2) Laten we bijvoorbeeld maar het huidige politiek en maatschappelijk debat in België bekijken rond het klimaatprobleem.
Welk alternatief wordt er geboden voor dat slecht democratisch systeem, waarbij elke burger één stem heeft?
Akkoord dat we misschien met een morele crisis, met een crisis in onszelf zitten, maar ook dan moet ze opgelost worden.

Het moet radicaal anders.
Akkoord, maar niet zoals de spreker het ziet.
Vakbonden zullen coöperaties worden, politieke partijen worden burgerbewegingen, er moet een institutionele stofzuiger komen (‘een ministerie van Afbraak’), er komt chaos (zie de klimaatbetogingen en de gele hesjes), de commons en coöperatieven zullen sterk stijgen.
Uit recente cijfers blijkt dat de vakbonden in België nog altijd sterk staan (3), akkoord met burgerbewegingen voor goed afgelijnde en/of lokale problemen, niet voor de organisatie van de maatschappij, want dat zou pas tot chaos leiden en ik zou willen dat er een sterke groei van de coöperatieve gedachte was, maar in België blijft dat eerder marginaal. Bovendien blijf ik ervan overtuigd dat er precies een sterkere overheid moet komen om bepaalde maatregelen door te drukken.

Van massaproductie naar produceren door de massa, van overdanen  (in plaats van onderdanen) naar onderheid (overheid).
Dit zijn prachtige uitdrukkingen (of slogans), maar dat maakt de praktische realisatie van dit soort modellen minder realistisch(gelukkig maar wat mij betreft!).

Mijn conclusie: we hebben een transitie nodig, maar deze moet voor mij realistisch en sociaal zijn en mag niet beperkt worden tot een beperkte groep van bevoorrechten. Zo ziet het er nu naar uit.
De gemiddelde burger moet kunnen volgen via een democratisch systeem.
Technische vooruitgang moet een middel zijn, geen doel op zich.”