Subsidies OPEN ruimte: (kwalitatief) voldoende?

De Vlaamse regering trekt extra middelen uit voor de gemeenten met het oog op het behoud van de OPEN ruimte.

“Een goede beslissing, maar onvoldoende om te kunnen spreken van een goede beslissing voor het aandeel natuur in de OPEN ruimte”, zegt Vlaams parlementslid Ludwig Vandenhove.

Concreet gaat het in 2020 om maximaal 33,1 miljoen euro en in 2024 om ten hoogste 190 miljoen euro.
Het beschikbare bedrag, dat jaarlijks toeneemt, wordt onder de gemeenten, behalve de 13 centrumsteden, verdeeld op basis van de oppervlakte OPEN ruimte. (1)

Elke Vlaamse gemeente kent inmiddels de concrete bedragen.
Het gaat om een algemene werkingssubsidie, dus zonder aanvraag-, bestedings- of verantwoordingsverplichtingen.
“Het is goed dat de gemeenten dit extra geld kunnen krijgen zonder (teveel) administratieve verrichtingen, maar het geld  zou dan wel naar OPEN ruimte-beleid moeten gaan”, zegt Ludwig Vandenhove.
“Aan het OPEN ruimtefonds worden geen ruimtelijke beleidsmatige voorwaarden gekoppeld.
Het risico bestaat dat gemeenten geld enkel gaan gebruiken om hun begroting op te smukken. Of de OPEN ruimte er beter van wordt of er minder OPEN ruimte zal verloren gaan, is maar zeer de vraag.

OPEN ruimte zegt iets over OPEN ruimte in algemeenheid, niets over (hoeveelheid) kwaliteitsvolle natuur.
Deze kwaliteitsvolle natuur is vooral in Limburg gelegen -om en bij de 40%-  en staat erg onder druk.
Als bevoegd Limburgs gedeputeerde heb ik samen met de natuurorganisaties altijd gepleit voor een aanpassing van de verdeling van het Gemeentefonds op basis van het percentage bossen en natuur.
Dat zou de beste garantie inhouden voor het behoud van kwalitatieve natuur.
De huidige beslissing van de Vlaamse regering komt hier totaal niet aan tegemoet.
Kwantitatief niet, want Limburg krijgt hetzelfde als de andere provincies.
Kwalitatief niet, want er worden geen criteria bepaald in dit OPEN ruimtefonds.

Eigenlijk is een ‘gelijke tred principe’ voor het behoud en de uitbouw van natuur aangewezen.
Het ‘gelijke tred principe’ houdt een specifieke incentive in voor gemeenten met veel zorg voor de natuur als compensatie voor het behoud en de natuuropdracht in functie van het Europese Natura 2000.
Deze aanpak zou meer voordeel opleveren voor Limburg en een garantie bieden op het behoud van natuur en zeker geen vermindering.
Het principe van een positieve discriminatie voor gemeenten met veel OPEN ruimte, zoals de Vlaamse regering nu beslist heeft, is mooi, maar niet voldoende.

Dit pleidooi voor het belonen van bestaande natuur en de bestaande biodiversiteit past ook perfect in een actief klimaatbeleid. Maar blijkbaar ligt de Vlaamse regering hier niet echt wakker van en is er een bijna blindelings geloof in innovatie en technologie.
Willen we tot een aanvaardbaar niveau van het klimaat komen, zijn beide elementen belangrijk. Dus én én, niet of of.

Uit de eerste signalen blijkt dat Europees commissaris Frans Timmermans in dezelfde richting denkt.
Zijn ambitie is dat de Europese Unie (EU) de lead gaat nemen op het vlak van biodiversiteit en dat die aanpak spoort met het klimaatbeleid.
Hij spreekt erover om concrete doelstellingen vast te leggen voor biodiversiteit waar de lidstaten naartoe moeten.

En kijk naar Nederland.
Daar vindt de roep om rekening te houden met de natuur bij het maken van keuzes (‘What’s in it for nature?) in meerdere beleidssectoren steeds meer een gewillig oor.
‘What’s in it for nature?’ is een eenvoudig en hanteerbaar principe dat bijvoorbeeld vormt krijgt in integrale gebiedsontwikkeling, kringlooplandbouw,  houtbouw en natuurinclusief bouwen.
Als we de natuur als een leidend uitgangspunt gaan beschouwen, voorkomen we dat we achteraf weer tegen de grenzen van diezelfde natuur aanlopen, zoals nu met het klimaat.  
Door hoogwaardige natuur voorop te stellen, ontstaat een kettingreactie van positieve effecten, waaronder het binden van stikstof en vastleggen van CO2, bevorderen van de biodiversiteit en het verbeteren van de volksgezondheid.
Een brede coalitie van wetenschappers en natuurorganisaties, maar ook grote spelers in de bouwsector hebben hierover in Nederland een OPEN brief geschreven aan de bevoegde Nederlandse ministers om natuurinclusief bouwen wettelijk als norm vast te leggen. (2)
De voorstellen in Nederland hoeven geen extra kosten met zich mee te brengen.
Het is mogelijk om kostenneutraal te werken, bijvoorbeeld een gebouw dat tevens als faunavoorziening fungeert. Meervoudige waardecreatie dus, waarbij economie gepaard gaat met natuur-inclusiviteit en zodoende toekomstbestendig is. Dus Vlaanderen mag op dat vlak gerust ook eens Nederland als voorbeeld nemen.”

  • Zie onder andere ook ‘Hagen planten: goede zaak’ van woensdag 11 september 2019 op deze website.
     
  • Foto: natuurpunt.be,Schulensmeer; Jeroen Mentens.