Studiedagenreeks ‘Maatschappelijke Veiligheid’ is een feit!

Op maandag 26 oktober 2009 is aan de Xios Hogeschool Limburg de studiedagenreeks ‘Maatschappelijke Veiligheid’ met een succesvolle kick off van start gegaan.

Burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger
Ludwig Vandenhove, die mee aan de grondslag ligt van dit nieuw Limburgs initiatief, was één van de sprekers, naast professor doctor Brice De Ruyver en ingenieur Arne Stoffels.

 

 

 

Ludwig Vandenhove lichtte in zijn bijdrage de praktische en inhoudelijke redenen toe van dit nieuwe opzet.

 

 

 

Inmiddels is er voor het academiejaar 2009 - 2010 een uitgebreid programma uitgewerkt.
Wie hier interesse voor heeft, kan een mail sturen naar navormingSAW@xios.be of burgemeester@sint-truiden.be

 

 

 

“Ik ben blij met deze realisatie.
Het toont voor mij nog maar eens aan dat ik een politicus ben, die niet enkel zaken aankondigt in de media, maar ze ook (mee) waarmaak op het terrein.”, zegt
Ludwig Vandenhove.

 

 

 

 

 

 

 

Hieronder vindt u de integrale tekst van de lezing van burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger
Ludwig Vandenhove.

 

 

 

Dames en heren
Geachte aanwezigen

 

 

 

Ik wil u eveneens welkom heten op deze kick off van de studiedagenreeks ‘Maatschappelijke Veiligheid’.

 

 

 

U vraagt zich misschien af waarom ik hier als inleider sta.
Zowel als burgemeester, als federaal volksvertegenwoordiger, voorheen senator (en voorzitter van de commissie Binnenlandse Zaken en Administratieve Aangelegenheden), ben ik nogal bezig met het aspect veiligheid in de meeste brede betekenis van het woord en werk ik aan heel wat publicaties en colloquia en/of studiedagen mee.
Ongeveer anderhalf jaar geleden heb ik de idee van een Limburgs opzet gelanceerd en nu staan we hier vandaag voor de officiële voorstelling en de start ervan.

 

 

 

De reden voor dit initiatief is van tweeërlei aard: een praktische en een inhoudelijke.

 

 

 

Wat het praktische betreft, stel ik vast dat er op heel wat plaatsen in België en Vlaanderen colloquia, studiedagen, etc. doorgaan.
Telkens ik daar aan deelneem en/of gevraagd wordt als spreker en/of als panellid zijn de aanwezige Limburgers sterk in de minderheid.
Dit heeft uiteraard met de afstand te maken, bijna hetzelfde argument wat indertijd mee aan de basis lag voor een eigen Limburgse universiteit en voor de uitbouw van een sterk net qua Limburgse hogescholen.

 

 

 

En dan de talrijke inhoudelijke redenen.

 

 

 

Via deze studiedagenreeks is het de bedoeling het Limburgs werkveld te betrekken, maar ook maximaal te bereiken.
Dit blijkt uit de inhoud van deze eerste cyclus, waar u straks via een folder kennis van kan nemen en uit de toelichting, die volgt door mevrouw Ivette Leten, coördinator navorming Sociaal-Agogisch Werk aan de XIOS Hogeschool Limburg. Bovendien wordt dit bevestigd door de structurele partners, die dit initiatief mee opzetten en ondersteunen: de Universiteit Hasselt, de Xios Hogeschool, departement Sociaal-Agogisch Werk, de Koninklijke Federatie van de Officieren en Hogere Ambtenaren van de Belgische Politie, afdeling Limburg en Brandweer Vereniging Vlaanderen.
Afhankelijk van de thema’s zullen er nog andere actoren bij het gebeuren betrokken worden.

 

 

 

Er zal eveneens inhoudelijke en praktische samenwerking nagestreefd worden met andere initiatieven in Vlaanderen.
Bevoorrechte partner hierbij is de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen (KATHO) in Kortrijk, die reeds zulk een opleiding heeft sedert 20 september 2004.
Deze opleiding is in Limburg goed gekend al ware het maar omdat heel wat studenten regelmatig stages doen bij en/of eindwerken maken via Limburgse politiezones.
KATHO werkt via een aantal sprekers mee aan deze eerste navormingscyclus en vanuit de Xios Hogeschool zal er eerstdaags een initiatief genomen worden om dit samenwerkingsverband meer structureel te maken.

 

 

 

Momenteel onderzoeken we in welke mate het mogelijk is om bepaalde publicaties en/of verslagboeken - er wordt zelfs gedacht aan sticks met de teksten erop - rond deze studiedagen uit te brengen.   

 

 

 

Inhoudelijk gaan we voor het thema integrale/ maatschappelijke veiligheid.
Hoe omschrijf ik integrale/maatschappelijke veiligheid?
“Trachten de burger zich in alle mogelijke omstandigheden zo goed mogelijk in haar/zijn vel te laten voelen. In die zin zijn wij in Sint-Truiden dan ook de term leefbaarheid beginnen te hanteren en spreken we nu van een leefbaarheidsplan.
Zich veilig voelen, wordt hoe langer hoe minder vertaald in zich niet fysiek bedreigd voelen, maar hoe langer hoe meer in ‘zich goed in haar/zijn vel voelen.’
Minstens moeten we spreken van een én-én-verhaal (Vandenhove Ludwig 'Zonaal veiligheidsplan: (g)een integraal veiligheidsplan?' in Cahiers Integrale veiligheid 'Beleidsplannen: verheerlijkt en verwenst', een uitgave van Politeia, 2008, pagina 21).”

 

 

 

In een gemiddelde Belgische en/of Vlaamse stad is het (on)veiligheidsprobleem vooral een gegeven van (on)leefbaarheid, van overlast, minder van grote of zware criminaliteit. Tegen dit laatste moeten we uiteraard ook gewapend blijven.
Deze maatschappelijke evolutie neemt nog dagelijks toe. Uit de recente jaarverslagen van de lokale politiezone Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken, waarvan ik voorzitter ben, blijkt bijvoorbeeld dat het aantal meldingen stijgt, hetgeen wijst op het positieve gegeven van de laagdrempeligheid en de goede bereikbaarheid. Maar als we naar de aard van de feiten kijken, kunnen we ons afvragen of die altijd via politionele interventies kunnen/moeten aangepakt worden (Pirard Philip, korpschef 'Jaarverslag 2008 lokale politie Sint-Truiden - Gingelom - Nieuwerkerken en preventiedienst, april 2009 en Vandenhove Ludwig 'Burgemeesters en overlast!' in Handboek Politiediensten, een uitgave van Kluwer, juni 2009, pagina 85).

 

 

 

U hoort mij in dit verband niet noodzakelijkerwijze pleiten voor minder (politie)personeel, misschien wel voor ander personeel.
Ik hoop dat minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom dit ook bedoelt als ze het heeft over een nieuwe discussie qua basistaken en prioriteiten van de politie, ook al vrees ik dat haar aangekondigd debat minder inhoudelijk van aard zal zijn dan wel een dekmantel om bepaalde besparingen door te voeren.
En wat mij betreft, wil ik duidelijk zijn: veiligheid in al zijn aspecten blijft een basistaak voor de diverse overheden!

 

 

 

Dit initiatief heeft ook de ambitie om aandacht te besteden aan de civiele veiligheid in de meest brede betekenis van het woord als onderdeel van de maatschappelijke veiligheid.
De tweede spreker tijdens deze kick off, ingenieur Arne Stoffels, geeft dit al duidelijk aan.

 

 

 

Indien we het thema integrale/maatschappelijke veiligheid of leefbaarheid op het terrein, dus voelbaar voor de burger, die er uiteindelijk belastingen voor betaalt, willen waarmaken, is er nog een lange weg af te leggen.

 

De diverse actoren (politie, brandweer en/of civiele bescherming, gezondheids- en welzijnsinstellingen en -werkers, etc.) moeten zich hiervan bewust zijn.

 

Wat mij betreft, is het hiertoe noodzakelijk dat heel wat opleidingen en navormingen op mekaar afgestemd worden en meer gestroomlijnd worden. Bovendien moeten ze meer aansluiten bij het reguliere onderwijssysteem en moet er (meer) afgestapt worden van intern georganiseerde opleidingen.
Dit kan alleen maar de externe ervaring en verfrissende ideeën en benaderingen vanuit andere sectoren doen toenemen.
Dit geldt voor de basisopleiding, maar ook voor voortgezette en/of gespecialiseerde opleidingen.

 

 

Samenwerking qua onderwijs, opleiding en navorming op het vlak van veiligheid in de meest brede betekenis kan de kwaliteit alleen maar ten goede komen.
Mensen op het terrein, praktijkmensen moeten zich hier niet door geviseerd worden, want hun ervaringen zijn in dit verband onmisbaar. Maar ze moeten wel beseffen dat een professionalisering van de opleiding, de scholing en de vorming de werking op het terrein, de dienstverlening aan de burger, alleen maar kan ten goede kan komen.
Dit hoeft (per definitie) geen centralisatie qua locaties in te houden, want dit ligt terecht zeer gevoelig, maar dit initiatief bewijst precies het tegendeel.

 

 

Aansluiting op het normale onderwijssysteem maakt het mogelijk om gebruik te maken van bestaande elementen, zoals credits of studiepunten, het optimaliseren van individuele loopbaantrajecten en de internationalisering van de loopbaan, die het voor het individueel personeelslid alleen maar beter en comfortabeler maakt en meer mogelijkheden biedt.

 

 

Zonder in detail in te willen gaan op de inhoud van zulke ‘vernieuwde’ of ‘aangepaste’ studie- en/of navormingsprogramma’s, is het mijn overtuiging dat twee elementen hierin zeker niet mogen ontbreken: burgerzin of maatschappelijke betrokkenheid en meer aandacht voor het Europees en het internationaal gebeuren.

 

 

De hier door mij naar voor gebrachte ideeën leunen dicht aan bij datgene wat ook vermeld staat in het evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming van de Federale Politieraad onder leiding van professor doctor
Willy Bruggeman (Bruggeman Willy, evaluatieverslag 'Tien jaar politiehervorming', mei 2009).

Professor-doctor Brice De Ruyver zal hier in zijn tussenkomst ongetwijfeld dieper op ingaan.

 

 

De experimenten, die voormalig Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke opgezet heeft rond integrale veiligheid in het technisch secundair onderwijs en veiligheidsberoepen in het beroepssecundair onderwijs, passen eveneens in deze filosofie.
Het gaat wel degelijk om experimenten, dus zullen ze ook moeten geëvalueerd worden.
Twee criteria zijn hier voor mij zeker van belang: de mate van schakel in de globale opleidingsketen zoals hierboven beschreven en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt.

 

 

Ik wijk hier even af van het onderwijs- en opleidingsgebeuren, maar blijf in dezelfde inhoudelijke lijn van integrale en maatschappelijke veiligheid en betere en nauwere samenwerking op het terrein. Hoe vaak is bijvoorbeeld al niet de idee gelanceerd, gebaseerd op het gegeven van de politiezones, van hulpverleningszones, van veiligheidszones, ik noem het integrale veiligheidszones, waarin een aantal partners zouden samenwerken?
Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan brandweer en politie, maar waarom ook niet denken aan andere hulpdiensten, zoals heel het 100-gegeven, het dringend medisch vervoer en het ziekenwagengebeuren.
Voor alle duidelijkheid: ik ben voor coördinatie en samenwerking, maar het moet praktisch werkzaam zijn.
Het Provinciale Limburg Opleiding en Training (PLOT) en de plannen van de provincie Antwerpen om de Provinciale Politieschool Antwerpen (PPA) en het Provinciaal Instituut voor Brandweer- en Ambulanciersopleiding (PIBA) tegen eind 2011 samen onder te brengen in Ranst zijn hier mooie voorbeelden van.
U merkt het: qua infrastructuur staan we op sommige plaatsen al ver, nu moet (nog) het inhoudelijke volgen.

 

 

En zo kom ik terug op deze navormingscyclus ‘Maatschappelijke Veiligheid’.
Aan deze navormingscyclus is een aanwezigheidsattest (per dag) en een getuigschrift voor 4 studiepunten (na volledig programma en evaluatie of portfolio) verbonden.

 

 

Maar in Limburg moeten we durven ambitieuzer te zijn en op termijn te streven naar een volwaardige afstudeerrichting op hogeschool- of bachelorniveau.

 

 

De ‘markt’, om het in economische termen uit te drukken, is er. Bovendien zijn er mogelijkheden in Euregionaal verband, omdat bijvoorbeeld ook in Nederland in toenemende mate en zelfs meer dan bij ons aandacht is voor het thema integrale en/of maatschappelijke veiligheid. De Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP) kan hierbij onder andere een partner zijn.

 

En waarom niet denken om bepaalde functies, bijvoorbeeld bij de (lokale) politie, te koppelen aan bepaalde (hogere) diploma’s?
Een mooi voorbeeld hiervan is de wijkinspecteur, die in het vernieuwde politie- en veiligheidslandschap een steeds belangrijker rol inneemt.
De discussie over het statuut, de verloning en de waardering van deze functie blijft maar duren.
Kunnen bepaalde diploma’s, behaald binnen het normale onderwijscircuit, geen recht geven op versnelde doorgroeimogelijkheden in plaats van deze gelijk te schakelen met minder geschoolde politievrouwen of -mannen?
Dit kan de kwaliteit en de specialisering op het terrein alleen maar doen toenemen.
Het is maar één van de vele vragen, die, in de rand van de evaluatie van de politiehervorming, moet beantwoord worden.

 

 

Onderwijs en opleiding zijn één zaak, (wetenschappelijk) onderzoek en dienstverlening andere. De Xios Hogeschool en de Universiteit Hasselt moeten de ambitie hebben om zich eveneens op die terreinen te positioneren.
In België en Vlaanderen wordt in vergelijking met andere landen minder aandacht en geld besteed vanuit de diverse overheden aan (wetenschappelijk) onderzoek van alle aspecten qua veiligheid. Bovendien is integrale veiligheid, vaak nog gebruikt als een containerbegrip, alles samen nog een vrij recent fenomeen.

 

 

Dames en heren, bedankt voor uw aandacht.

 

 

Ik wens u een inhoudelijk boeiende avond en achteraf een prettige receptie.   

 

 

Over deze studiedagen werd op 12 en 14 oktober 2009 bericht in Het Belang van Limburg.
Op vrijdag 23 oktober 2009 verscheen hierover een item op TVLimburg.

 

 

Zie ook de tekst “Ludwig Vandenhove pleit voor veiligheidsopleiding in Limburg!” op deze website.

 

Zie ook de website www.xios.be, via de keuzemogelijkheid ‘actueel’, komt u uit bij ‘permanente vorming departement sociaal agogisch werk’.