Provincie Limburg: één regio

In de voorlopige plannen van de Vlaamse regering rond de regiovorming in Vlaanderen blijft de provincie Limburg één regio.

"Een goede zaak", zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
"Dit is de beste manier om de Limburgse belangen in Brussel, federaal en Vlaams, te verdedigen.
Wij moeten als sp.a blijven vechten voor het behoud van de provincie Limburg.
Dat is een consequente houding. Er zijn immers nog altijd heel wat Limburgers - een meerderheid? - , die de provincie Limburg willen behouden.

Maar we moeten attent blijven.
De definitieve afbakening moet volgend jaar nog gebeuren na een rondgang van de Gouverneurs. Bovendien wordt het woord provincies nauwelijks vermeld in de voorliggende teksten, laat staan dat er iets gezegd wordt over het personeel van de provincies.

Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen Bart Somers zegt dat er deze legislatuur niets gaat gebeuren met de provincies, maar op die manier blijft er onzekerheid heersen, zeker voor het personeel. Soms is het echter beter duidelijkheid te krijgen, ook al is het dan slecht nieuws, in plaats van in de onzekerheid te moeten leven.
Als regio's willen werken, zullen ze personeel nodig hebben.
Voor mij moet dat gaan over huidig provinciepersoneel.
Als sp.a moeten we hier op één lijn blijven zitten met onze Socialistische vakbond Algemene Centrale van Openbare Diensten (ACOD), Lokale en Regionale Besturen (LRB).

Door nu geen uitspraken te doen over de provincies komt het niveau van de regio's erbij in de Vlaamse overheidsstructuur. Toch is het net de bedoeling van de regiovorming om bepaalde structuren te vereenvoudigen, onder andere door meer lijn te brengen in de vele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Opletten geblazen dus voor de provincies!

Ik heb geen probleem dat er enigszins gesnoeid wordt in de wildgroei van heel wat gemeentelijke samenwerkingsverbanden, maar de gemeentelijke autonomie moet tot op zekere hoogte kunnen blijven spelen. 
Voor Vlaanderen die samenwerkingen geformaliseerd heeft, ging het vaak over informele samenwerkingen tussen gemeenten zonder enige vorm van formele structuur. Heel wat voorbeelden bevestigen dat. 

Zulke regeringsdocumenten, die handelen over regio's of fusies van gemeenten, hebben weinig of niets met inhoud te maken, wel met politiek.
Fusies gaan niet over meer efficiëntie of kostenbesparing, louter over het innemen van toekomstige politieke (sterkere?) posities. Wij moeten dat bijgevolg ook op die manier benaderen vanuit de sp.a.
Hetzelfde geldt voor zogeheten vrijwillige fusies.
Voor mij kan je moeilijk over vrijwilligheid spreken als gemeentebesturen 'uitgekocht worden' door kwijtschelding van schulden. Nog meer, hoe groter de fusies, hoe meer kwijtschelding.
Je kan deze regiovorming niet los zien van de fusies van gemeenten, die de Vlaamse N-VA-CD&V-Open Vld-meerderheid van plan is.
Is deze regiovorming geen dekmantel om onder andere de provincies af te schaffen en fusies erdoor te drukken?
Ik blijf bij mijn standpunt: samenwerken, geen fusies. En als er zogenaamd vrijwillig gefusioneerd wordt, moet de bevolking vooraf gehoord worden, bijvoorbeeld via een referendum of een andere vorm van inspraak.

In de nota over de regiovorming wordt gesproken over het burgemeestersoverleg.
Ik vertrouw dat niet vanuit democratisch standpunt, het gaat de burger verder afbrengen van het gemeentelijk beleid. En laat nu net de gemeenten en steden de niveaus zijn, waar de burgers nog het meest vertrouwen in hebben.
Structuren, zoals de politiezones en de brandweerzones, bewijzen dat een gemiddeld gemeenteraadslid er niets meer te zeggen over heeft, laat staan dat zij/hij er nog invloed zou op hebben.
Komt daar nog eens bij dat gemeenteraden meer en meer buitenspel gezet worden door delegatie van besluitvorming naar de colleges van burgemeester en schepenen.
Het gemeentelijk democratisch deficit zou juist kleiner moeten gemaakt worden. Initiatieven, zoals het burgemeestersoverleg, doen dat echter precies nog toenemen.
Een mooi voorbeeld van dat democratisch deficit: het aantal verkozenen, dat vrij snel na de gemeenteraadsverkiezingen van zondag 14 oktober 2018 ontslag genomen heeft. (1)
Als er dergelijk burgemeestersoverleg komt, moet er exact omschreven worden hoe burgemeesters moeten terugkoppelen naar hun gemeenteraad.
Vaak wordt er bij zulke constructies enkel gekeken vanuit een meerderheidspositie. In een democratie, ook gemeentelijk, ben je soms in de meerderheid, soms in de oppositie. Velen vergeten dat echter.
Constructies van regiovorming en fusies van gemeenten moeten tegen deze wisselende achtergrond bekeken worden.

De rol van de Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) is voor mij discutabel in deze.
De VVSG krijgt een Vlaamse subsidie van 900 000 euro voor de oprichting van een 'Labo regiovorming'.
Hoe kan de VVSG dan nog objectief oordelen over wat Vlaanderen beslist?
VVSG slurpt subsidies? Ja, meer en meer.
VVSG wordt elke dag minder 'de vakbond' van de gemeenten, zeker van de kleinere.

Het risico met dit soort thema's, is dat alles op één hoop gegooid wordt: regiovormig, fusies van gemeenten, centrumsteden versus het platteland, al dan niet hervorming gemeentefonds.
Er zijn natuurlijk verbanden, maar het is belangrijk alle elementen afzonderlijk voor en tegen elkaar af te wegen. Ook daarbij moet elke keer rekening gehouden worden met het personeel.
In het Vlaams parlement wordt vaak gesproken over een plattelandsbeleid of het gebrek eraan.
Als deze regiovorming doorgaat, zou dit precies aanleiding moeten zijn om een echt Vlaams plattelandsbeleid mogelijk te maken. (2)"