Ook foorreizigers verdienen perspectief

“De volksgezondheid blijft voorgaan, maar eens er gesproken wordt over perspectief mag de kermissector niet vergeten worden”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

Foorreizigers moeten niet enkel het fiat krijgen van het (Nationaal) Overlegcomité, maar ook van elke gemeente afzonderlijk waar de kermis normaal doorgaat.
Dat maakt hun situatie uitzonderlijk.

Foorreizigers zijn in normale tijden zelfs niet altijd even welkom in bepaalde gemeenten of steden en daar zou nu in deze Covid-19 tijden wel eens dankbaar gebruik van kunnen gemaakt worden door sommige gemeentebestuurders (onder andere omwille van verkeersomleidingen, omwille van terrassen, die geheel of gedeeltelijk moeten wijken, omwille van lawaaioverlast, etc.). Bovendien zijn vorig jaar omwille van Corona en om de horeca tegemoet te komen-terecht na de verplichte sluitingsperiode- de terrassen op heel wat plaatsen, waar normaal kermis stond, uitgebreid.

Gemeenten en steden hebben hun autonomie. Maar ik vind dat de Vlaamse regering, die de voogdij heeft over de lokale besturen, ze er maximaal zou moeten toe aanzetten –‘zachte dwang’-om foren te laten doorgaan. De kermismensen en hun belangenverenigingen hebben gelijk: wat voor de pretparken kan, moet voor hen eveneens kunnen. Beide activiteiten gaan tevens door in open lucht.

Ik ga alleszins zo snel mogelijk Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen minister Bart Somers ondervragen over de verdere behandeling van de foorreizigers.”