Ooievaars in de Vallei van de Zwarte Beek?

“Dat is alleszins de bedoeling van het project dat door de diverse meewerkende partners officieel werd voorgesteld op zondag 27 oktober 2013 in de hoeve van landbouwer Paul Bervoets”, zegt gedeputeerde en voorzitter van de vzw Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK) Ludwig Vandenhove.

Dit project toont nog maar eens aan dat samenwerking loont.”, aldus Ludwig Vandenhove.
De regionale landschappen vormen de ideale structuur om zulke samenwerking op poten te zetten.
Normaal komt de bevoegdheid van de regionale landschappen per woensdag 1 januari 2014 in het kader van de interne Vlaamse staatshervorming  over naar de provincies, maar blijkbaar is er nu weer twijfel bij de Vlaamse regering.
Consequentie, maar vooral  duidelijkheid op het terrein is gewenst!

Om echte grote natuurverbindingen mogelijk te maken, hebben we landbouwers nodig, die hieraan willen meewerken. En hier is dat goed gelukt.
Als alle partijen dezelfde doelstellingen hebben, ook al is de weg er naartoe soms anders, leidt dit tot resultaten. Ik heb ook die (positieve) ervaringen met landbouwers als gewezen burgemeester van Sint-Truiden in de aanpak van de wateroverlast.

Het biodiversiteitsaspect van dit opzet is al genoeg benadrukt door de vorige sprekers.

Ik wil iedereen en alle instanties, die hebben meegewerkt van harte bedanken en proficiat wensen. En ik kom zeker terug als de eerste ooievaar echt opduikt.”

Alle meewerkende personen en instanties kregen een kunstig gemaakte wulp.
“Ik zal die van mij op de grasvlakte voor mijn raam in het provinciehuis plaatsen. Zo krijgen we er weer een kunstwerk in de openbare ruimte bij.”, besluit Ludwig Vandenhove.

Hieronder vindt u de perstekst.

Landbouwers en natuurbeheerders verwelkomen samen de ooievaar in de Vallei van de Zwarte Beek

De Vallei van de Zwarte Beek is één van de meest waardevolle natuurgebieden in Vlaanderen én een erg belangrijk leefgebied van verschillende weidevogels, zoals de watersnip, de wulp en de kievit. Om deze soorten extra te beschermen, werd voor het eerst  het weidevogelbeheer van Natuurpunt en het beheer door de landbouwers uit de omgeving op elkaar afgestemd. Dankzij het biodiversiteitsproject ‘Plan Ooievaar’ werkten landbouwers, de Vlaamse Landmaatschappij, Natuurpunt en Regionaal Landschap Lage Kempen, met steun van de gemeente Lummen, Vlaamse Overheid Onroerend Erfgoed  en de provincie Limburg, samen en kan weldra zelfs de ooievaar in het gebied komen broeden.
De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) heeft ervoor gezorgd dat in 2011, 2012 en 2013 maar liefst 20 landbouwers in de Vallei van de Zwarte Beek een beheerovereenkomst tekenden. Dit houdt in dat er (maïs)akkers omgezet worden naar grasland, dat later wordt gemaaid om broedvogels volop kans te geven hun jongen groot te brengen. Ook perceelranden werden omgevormd tot ‘kuikenland’: de randen worden niet meer bemest, zodat er een kruidige vegetatie kan ontstaan waarin de kuikens een veilig onderkomen kunnen vinden. De percelen onder beheerovereenkomst mogen pas na 15 juni gemaaid worden, wat aanzienlijk de kansen voor broedende en opgroeiende weidevogels vergroot. Ook zijn er populierenbosjes en -rijen omgezet naar lagere struiksoorten, zodat het knelpunt van natuurlijke barrières in het gebied verdwijnt.

Tegelijk werden er door het Regionaal Landschap Lage Kempen en de Vlaamse Landsmaatschappij 32 poelen in het landbouwgebied aangelegd. Bedrijfsplanner Davy Noelmans (VLM); “Deze poelen zijn verzamelplaatsen voor, tijdens en na de broedperiode en bieden voedsel- en slaapplaatsen aan weidevogels. Daarnaast zijn ze ook belangrijk voor amfibieën en vormen ze een verbinding voor de watersnippen in het gebied. Dit alles resulteert in 100 hectare weidevogelvriendelijk gebied, dat de verbinding vormt tussen 2 natuurgebieden. Dit is uniek in Vlaanderen.”

In dit landbouwgebied beheert Natuurpunt ook een aantal percelen. Om optimaal kansen te bieden aan de weidevogels, werd voor de eerste keer het beheer van Natuurpunt en de lokale landbouwers op elkaar afgesteld. De landbouwers, de Vlaamse Landmaatschappij, Natuurpunt en het Regionaal Landschap Lage Kempen hebben, met steun van de provincie Limburg, de Vlaamse Overheid Onroerend Erfgoed  en de gemeente Lummen, het biodiversiteitsproject ‘Plan Ooievaar’ opgestart.
Via dit project werden verschillende percelen van Natuurpunt ingericht voor weidevogels en werden op 2 erven van landbouwers ooievaarsnestpalen van 10 meter hoog geplaatst. Landbouwer Paul Bervoets: “Elk jaar in het trekseizoen komen hier ooievaars langs. Het zou geweldig zijn, moesten deze vogels op ons erf hun nest willen bouwen. Het zou de kroon op ons werk betekenen.” Ook Landbouwer Robert Guedens kijkt uit naar de resultaten: “Ik hou enorm van de natuur en als de vogels zich hier thuis voelen doet me dat plezier. Het betekent wel heel wat extra werk voor ons, maar gelukkig wordt dat voor een deel gecompenseerd door de VLM. Nu de nestpaal er staat, hoop ik natuurlijk dat hij ook bevolkt zal worden.”

De verschillende projectpartners organiseerden een gezamenlijke weidevogelcursus voor de natuurbeheerders en landbouwers.  Chris Steenwegen (directeur Natuurpunt): “Deze cursus bracht niet alleen kennis, maar zorgde ook voor een gemeenschappelijk doel voor landbouw en natuur in het gebied. De cursus werd met veel belangstelling gevolgd en heeft ervoor gezorgd dat we vandaag waarnemingen en gegevens over broedgevallen uitwisselen.” “Dit is een perfect voorbeeld van hoe we door samen te werken natuur kunnen verbinden en dat is een belangrijke provinciale doelstelling”, stelt Gedeputeerde Ludwig Vandenhove, voorzitter van het Regionaal Landschap Lage Kempen vast.

 

Zie onder andere Boeren willen ooievaars lokken. Het Belang van Limburg, 28-10-2013, p.19.

Zie ook Natuurverenigingen moeten samenwerken van 05-07-2013 en Creatief project in ‘De Wijers’ van 21-09-2013 op deze website.

 

Tags: