Meer aandacht voor de aanbevelingen van het Comité P!

“De jaarverslagen ven het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten, het zogeheten Comité P, moeten meer aandacht krijgen vanwege de betrokken ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.”, concludeert burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove in zijn functie als lid van de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten.

Ludwig Vandenhove heeft een overzicht gemaakt van de laatste jaarverslagen.
Het resultaat is een reeks van mogelijke beleidsmaatregelen voor de politiediensten, waarover al lang gepraat wordt, maar waar in de praktijk tot nu toe weinig of niets rond gebeurd is.
Enkele voorbeelden volstaan: de onthaalfunctie, de functie van wijkinspecteur, databanken, die nog steeds apart bijgehouden worden in politiekorpsen en de gebrekkige inventarisatie van wapens.

 

Ludwig Vandenhove: “Deze jaarverslagen bieden heel wat nuttige beleidsaanbevelingen, die ook opvallend overeenstemmen met de inhoud van het evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming van de federale politieraad onder leiding van professor doctor Willy Bruggeman.

 

 

Bovendien is het Comité P een bij uitstek parlementair orgaan in de schoot van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, een reden temeer om meer rekening te houden met de aanbevelingen.

 

 

Nu worden deze jaarverslagen enkel besproken in de schoot van de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten.
Wat mij betreft zou dit gestructureerd moeten gebeuren in de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt en de commissie voor de Justitie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.”

 

 

Ludwig Vandenhove pleit via het afsluiten van een protocolakkoord eveneens voor een betere samenwerking tussen de Algemene Inspectie - Inspection Générale (AIG) en het Comité P.

 

 

Over deze aangelegenheid zijn uitgebreide interviews verschenen met Ludwig Vandenhove in onder andere ‘Knack’ en ‘De Morgen’ van woensdag 17 februari 2010.

 

 

Hieronder vindt u de integrale versie.

 

 

 

 

Knack

 

 

Niemand luistert naar het Comité P

 

Hoewel er algemene tevredenheid is over de politiehervorming, is ze zeker nog voor verbetering vatbaar. 'Maar de aanbevelingen van het Comité P blijven veel te vaak dode letter', zegt SP.A-Kamerlid Ludwig Vandenhove.

 

 

De felle discussies over de manke werking van de veiligheidsketen in Brussel (van het optreden van politie en gerecht tot de strafuitvoering) laten anders vermoeden, maar de politiehervorming is geslaagd. Tenminste, dat was in mei 2009 toch de conclusie van de federale politieraad. In een evaluatierapport over 'Tien jaar politiehervorming' somde die raad meteen ook 'verbeterpunten' op. Die hadden onder meer te maken met het tuchtstatuut, de opleiding, de opdracht van wijkagenten, en de informatica van de politiediensten.

 

 

De suggesties in het rapport waren geen verrassing. Ze zijn sinds 1992 bijna woordelijk terug te vinden in de jaarverslagen van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten. Dat zogenaamde Comité P treedt in opdracht van het federale parlement op als extern controleorgaan van de politie.

 

 

Nog meer dan voordien raakten in 2008 en 2009 alle voorzetten tot verbetering ondergesneeuwd door de oplopende spanningen tussen de politietop en de federale regering. Commissaris-generaal Fernand Koekelberg, inspecteur-generaal Luc Closset en Guido Van Wymersch, de huidige chef van de politiezone Brussel-Elsene, kwamen onder vuur te liggen door omstreden benoemingen van secretaressen. Closset is intussen met pensioen, Koekelberg en Van Wymersch overleefden tuchtrechtelijke procedures en onderzoeken, ook van het Comité P.

 

 

'Iedereen is mooi op zijn stoel blijven zitten, maar toch heeft het Comité P opnieuw zijn controlerende waarde in een democratische samenleving bewezen', zegt Kamerlid Ludwig Vandenhove (SP.A). Hij maakt deel uit van de parlementaire begeleidingscommissie van het Comité P en grasduinde door alle jaarverslagen. 'Ze krijgen niet alleen nauwelijks aandacht in het parlement, de regering plukt er ook uit wat in haar kraam past om beloften te doen - die daarna niet worden gerealiseerd of waarvan de uitvoering enorm veel tijd in beslag neemt. Dat we in twee jaar drie ministers van Binnenlandse Zaken hebben gehad, heeft de zaken uiteraard ook niet vooruitgeholpen.'

 

 

Vandenhove pleit ervoor dat de voorstellen van het Comité P systematisch door het parlement en de regering zouden worden opgelijst en opgevolgd, met concrete termijnen voor de uitvoering. 'Recente schandaaldossiers hebben nog maar eens de ingewikkelde en logge tuchtprocedures getoont. Er ligt een voorstel op tafel om lichte professionele fouten binnen de politiezones aan te pakken, en om een zware fout te laten beoordelen door een nationale tuchtraad onder leiding van een magistraat. Er bestaat nog discussie over de samenstelling van die raad. Moeten er ook vertegenwoordigers van de politievakbonden deel van uitmaken? En de grote steden aarzelen om het tuchtrecht voor hun politiemensen voor een belangrijk deel uit handen te geven. Maar hopelijk zijn we hiermee voor de zomer wel klaar', aldus Vandenhove, die meer gelooft in een snelle en krachtdadige tuchtregeling dan in de effecten van de bestaande deontologische code voor de politie. 'Een en ander zal ook een betere taakafbakening vergen tussen het Comité P en de Algemene Inspectie voor de Federale en Lokale Politie. Het Comité P krijgt nu te veel klachten te behandelen die thuishoren bij het interne toezicht van de Algemene Inspectie.'

 

 

Een andere rode draad in de aanbevelingen van het Comité P houdt verband met het ontbreken van goede profielen en functieomschrijvingen. Vandenhove denkt onder meer aan het onthaal, de slachtofferbejegening en de wijkwerking. 'Het onthaal is een van de hoekstenen van de politiewerking, maar op de kwaliteit ervan hebben we nauwelijks zicht. Er zijn geen minimale vereisten. Op de ene plaats is het een taak van burgerpersoneel, op de andere van politiemensen. Dezelfde verschillen zien we bij de eerste opvang van de slachtoffers. Daar bestaan gewoon geen richtlijnen voor. Dat schept bovendien verwarring. Waar eindigt slachtofferbejegening en waar begint echte en gespecialiseerde hulpverlening?'

 

 

'Voor de wijkwerking - toch de ogen en oren van de politie en cruciaal voor de filosofie van community policing - wordt bijna overal de minimale norm van één politieman of -vrouw voor 4000 inwoners gehaald. Maar opnieuw: een duidelijke definitie van de wijkfunctie en kwaliteitsbewaking ontbreekt. Intussen heeft de Vaste Commissie voor de Lokale Politie een concreet voorstel uitgewerkt over de functie, opleiding en bezoldiging van de wijkagenten. Hopelijk doet minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom (Open VLD) daar ook iets mee.'

 

 

Betere profielen en functiebeschrijvingen kunnen volgens Vandenhove niet los worden gezien van de rekrutering en de opleiding. 'Maar elke provincie heeft een politieschool met een eigen opleidings- en examenprogramma. Het is al lang bekend dat er nood is aan een eenvormige basisopleiding met een uniek eindexamen. Daarbij moet er ook meer aandacht zijn voor de democratische ingesteldheid, de burgerzin en het maatschappelijke inzicht van kandidaten voor de politie. En als die na hun opleiding op het terrein komen, moeten ze beter begeleid worden. Dat lukt niet als de kaders te veel bemand worden door bureauofficieren zonder contacten met de basis. De kloof tussen de street cop en de management cop is vooral in grote politiezones en eenheden van de federale politie een probleem.'

 

 

Daarnaast wijst Vandenhove op andere kritische punten. Voor het verzamelen en beheren van gegevens werken de federale en de lokale politie met verschillende computersystemen. Er zijn ook nog steeds eenheden met eigen databanken (bijvoorbeeld over drugs, jeugdcriminaliteit of bewaking), terwijl ze wettelijk verplicht zijn om alle informatie aan een Nationale Gegevensbank door te geven. Die onwettige situatie creeert ook privacyproblemen.

 

 

In het verlengde daarvan krijgen de Arrondissementele Informatiekruispunten, die instaan voor de uitwisseling van gegevens tussen de lokale politiezones en de federale politie, te weinig ondersteuning van die twee niveaus. De beroerde kwaliteit van de processen-verbaal over ordehandhaving en gerechtelijke onderzoeken draagt evenmin bij tot een functioneel gegevensbeheer. Bij de recherche komt daarbij dat essentiële zaken zoals het vastleggen van een onderzoeksperimeter, het aanleggen van een fotodossier, het inschakelen van een wetsdokter en het benutten van laboratoriumtechnieken vaak niet worden gedaan.

 

 

Vandenhove vraagt voorts aandacht voor het uithollen van de politiefunctie door het uitbesteden van taken aan privébewakingsdiensten, en voor een betere opvolging van dringende interventies. Uit onderzoek blijkt immers dat ontevredenheid over de politie in vijf op de vijf gevallen te maken heeft met tussenkomsten na een inbraak of diefstal.

 

 

En dan is er nog de nieuwe wapenwet, die er in 2006 kwam na de moordende raid van Hans Van Themsche in Antwerpen. 'De invoering blijft grote vragen oproepen, en dat niet alleen omdat ondertussen in Brussel heuse oorlogswapens in omloop zijn', zegt Vandenhove. 'Het Comité P voert een onderzoek naar de inlevering van wapens, maar nu al is duidelijk dat het centrale wapenregister weinig voorstelt. Sommige politiemensen hebben bij de inlevering zelfs wapens achtergehouden. Ook de opslag van wapens en munitie bij de federale en lokale politie laat veel te wensen over. Traag ingrijpen is hier helemaal niet op zijn plaats.'

 

 

 

 

 

De Morgen

 

 

Politici doen weinig of niets met aanbevelingen Comité P
Ludwig Vandenhove (sp.a) klaagt versnipperde politiedatabanken en nonchalant gebruik dienstwapens aan.

 

De aanbevelingen van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten, beter bekend als het Comité P, raken zelden of nooit uitgevoerd. Kamerlid Ludwig Vandenhove (sp.a) doorploegde de jaarverslagen en maakte een blunderboek van niet nageleefde adviezen. 'De ministers plukken er enkel uit wat in hun kraam past', zegt Vandenhove, die zelf lid is van de externe controleur van de politie.

 

 

Door Tine Peeters

 

 

Brussel l Zo wordt onvoldoende controle uitgeoefend op de lokale databanken van de politie, schiet de tuchtwet te kort en vergaren agenten in spe te weinig kennis over hun eigenlijke job.

 

 

Elk kantoor zijn eigen databank

 

 

Talloze eenheden binnen de politie bezitten nog steeds ad-hocdatabanken over drugs, prostitutie, bewakingscamera's, jeugdcriminaliteit of interne controles. Bij die databanken is het totaal onduidelijk of de gegevens al dan niet doorgegeven worden aan de Algemene Nationale Gegevensbank (AIG) of gemeld zijn aan de controleorganen van de politie. "Niemand heeft enig idee van de inhoud van die databanken, laat staan dat de waarde ervan gekend is", zegt Vandenhove. "Dat verontrust het Comité al jaren, maar er gebeurt niks. Nochtans stelt zich hier een overduidelijk probleem met de privacy. Meer zelfs; die databanken getuigen van manifeste onwettelijkheid."

 

Dat politiemensen vaak in de databanken rondneuzen, als ze er om louter professionele redenen niks te zoeken hebben, kan evenmin door de beugel. "Dit is slechts één element van de noodzaak tot meer interne controle die het Comité P door de jaren heen heeft aanbevolen", zegt Vandenhove. "De actuele circulaire dateert uit 1994 en is compleet verouderd." Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (MR) kondigde eind jaren negentig al een nieuwe versie aan van die omzendbrief, al zijn opvolgers deden hetzelfde. De update werd echter nooit verzonden.

 

 

Wapens vrij te krijg

 

 

Na de moordende raid door Antwerpen van Hans Van Themsche in 2006 stond de nieuwe wapenwet in een mum van tijd op papier. Ongeregistreerde wapens moesten ingeleverd worden, een centraal wapenregister moest misbruiken tegengaan en de wapenvergunningen werden aan veel meer beperkingen onderworpen. "Als ik drie jaar later de vraag stel hoeveel wapens er in België circuleren, blijven alle betrokkenen het antwoord schuldig", zegt Vandenhove. "Zulke onwetendheid kunnen we ons, zeker na de hold-up in Brussel, niet veroorloven. Het Comité P moet een opvolgingsonderzoek kunnen doen."

 

De politie zelf blijft voor de sp.a'er té lichtzinnig omspringen met haar eigen wapens. "Jammer genoeg blijft de vaststelling van het Comité P overeind dat de opslag van wapens en munitie bij de lokale en federale politie veel beter kan", zegt Vandenhove. "Het Comité krijgt ook nog steeds geen informatie over de schietongelukken binnen de politiekorpsen, ondanks herhaaldelijk aandringen."

 

 

Deontologie zoek

 

 

In haar jaarrapport van 2008 herhaalt het Comité P dat "uit herhaalde gedragingen, houdingen, uitlatingen of tekortkomingen blijkt dat nog te veel politie-entiteiten kampen met een steeds meer uitgesproken normvervaging en schending van de deontologische regels". Al jaren klaagt het Comité P dat de tuchtwet mank loopt, al jaren verandert er weinig tot niks. "Ondanks alle rapporten van het Comité P kan ik alleen maar vaststellen dat de recente schandalen voor de betrokken personen geen gevolgen hebben gehad," zegt Vandenhove.

 

Concurrentie van bewakingsfirma's

 

 

Het Comité P is beducht voor een verdere uitholling van de politiefunctie, wiens taken steeds vaker worden overgenomen door privébewakingsfirma's. Die worden veel minder gecontroleerd dan de politie. "We moeten dringend uitmaken wie wat doet in de veiligheidssector en de sluipende privatisering van de gewapende macht tegengaan", zegt Vandenhove.

 

Eindtermen voor politiestudenten

 

 

"Een constante bij het Comité P zijn ook de aanbevelingen voor de selectie en de opleiding van de politie-inspecteurs," weet de senator. Zo is er nog steeds geen eengemaakt eindexamen of een ernstige en - vooral - externe controle op de politiescholen. "Het Comité P moet er ook telkens opnieuw op wijzen dat de agenten in opleiding over een gebrekkige kennis beschikken van onder meer de wet op de politiefunctie, het strafwetboek en het wetboek strafvordering", klaagt Vandenhove.

 

"Na de opleiding is het met de omkadering en controle op de flikken niet veel beter gesteld." Het midden- en officierenkader sluit zich te vaak op in zijn bureau en verliest het contact met de basis. "De kloof tussen een street cop en een management cop wordt schrikbarend groot, maar niemand ligt daar blijkbaar wakker van."

 

 

Ludwig Vandenhove (sp.a): Als ik vraag hoeveel wapens in België circuleren, blijven alle betrokkenen het antwoord schuldig. Zulke onwetendheid kunnen we ons, zeker na de hold-up in Brussel, niet veroorloven

 

 

 

Zie ook de website www.comitep.be.

Op 17 februari 2010 is hier een artikel over verschenen in de Gazet van Antwerpen en werd er ook een bericht verspreid via het persagentschap Belga.
Op 18 februari 2010 verscheen een artikel in Het Belang van Limburg en Metro.

 

Zie onder andere ook de teksten ‘Democratische controle heeft niets van doen met perslekken!’ van 4 juni 2008 en ‘Meer gevolg geven aan de aanbevelingen van het Comité P!’ van 9 januari 2010 op deze website.