Laat de overheid opnieuw meer/weer haar werk doen!

Dat is de teneur van een bijdrage, die burgemeester Ludwig Vandenhove geschreven heeft voor ‘Tribune’, het ledenblad van de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD), met het oog op de komende parlementsverkiezingen van zondag 13 juni 2010.

De overheid moet opnieuw meer ingrijpen in het economisch en maaatschappelijk gebeuren.
De bankencrisis heeft dit duidelijk aangetoond.

 

Een rechtstreekse tewerkstelling bij de overheid moet (gedeeltelijk) terug een doel op zich worden, onder andere met het oog op een betere publieke en universele dienstverlening (bijvoorbeeld inzake mobiliteit bij De Lijn en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)).

 

 

De hervormingsplannen van het leger (lees afslanking!) moeten herbekeken worden.

 

 

Veiligheid moet meer middelen krijgen en dient op de eerste plaats een zaak van mensen en in handen van de overheid te blijven.
De privatiseringstenden,s met een gebrek aan democratische controle als gevolg, moet stopgezet worden.

 

 

De al jaren gemaakte beloftes inzake de hervorming van de civiele veiligheid moeten eindelijk nagekomen worden.”, zegt Ludwig Vandenhove.

 

 

 

Hieronder vindt u alvast de integrale versie van de tekst van burgemeester Ludwig Vandenhove.

 

 

Veiligheid: basistaak van de overheid!

 

 

Los van specifieke thema’s, is het mijn overtuiging dat de politiek aan de overheid opnieuw een grotere rol in het economisch en maatschappelijk bestel moet toebedelen.
De bankencrisis heeft nog maar eens aangetoond dat het neo-liberalisme afgedaan heeft en dat als de privé-sector in problemen zit de overheid (lees de belastingsbetaler!) wel ineens goed genoeg is om voor de problemen op te draaien.

 

 

Ditzelfde principe geldt voor de overheidstewerkstelling.
Als onderdeel van een globaal economisch beleid, wat mij betreft nog altijd gebaseerd op de principes van John Maynard Keynes, moet rechtstreekse tewerkstelling bij de overheid tot op zekere hoogte een doel op zich zijn en vooral terug worden.
Dit principe is perfect verzoenbaar, en zelfs beter dan nu, met een goede en universele dienstverlening aan de burger.

 

 

 

Als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers tijdens de vorige legislatuur, wil ik kort ingaan op het thema defensie.
Met de sp.a (opnieuw) in de regering moeten er zeker 4 zaken gebeuren:
- de legerhervorming (lees inkrimping) opnieuw bespreekbaar maken en terugschroeven;
- voor de militairen, die toch getroffen worden, betere en opnieuw te onderhandelen sociale voordelen bieden;
- het leger opnieuw meer maatschappelijk inbedden bij de bevolking (een ‘sociaal leger’);
- buitenlandse missies, net zoals in andere landen, laten beslissen door het parlement in plaats van enkel door de regering.

 

 

En zo kom ik het tot het thema veiligheid, of beter integrale veiligheid.
Rekening houdende met de principes van de democratische controle en het niet-raken aan de tewerkstelling moeten we onderzoeken in welke mate defensie en binnenlandse zaken op bepaalde vlakken kunnen samenwerken en van elkaar kunnen leren, bijvoorbeeld bij buitenlandse missies, in bepaalde omstandigheden door het gebruik van dezelfde oefenterreinen en/of hetzelfde materiaal,etc.

 

 

Veiligheid, ook en misschien vooral bij de politie, wordt meer en meer beschouwd als integrale veiligheid. Met andere woorden, de uitdaging is om ervoor te zorgen dat de overheid alle mogelijke inspanningen doet om de burger zich in alle omstandigheden en op alle (openbare) plaatsen veilig en zo goed mogelijk in haar/zijn vel te laten voelen.
Van allerlei vormen van overlast, kleine en grote, ligt de burger echt wakker.
Hier moet de politiek via het concept integrale veiligheid een oplossing aan bieden.

 

 

Veiligheid is en blijft een basistaak van de overheid, nog meer, een recht, en er moeten dan ook door de verschillende overheidsniveaus voldoende financiële middelen voor uitgetrokken worden.
In de herziening tot grondwetsherziening is het recht op veiligheid nu ingeschreven.

 

 

Veiligheid is en blijft voor mij op de eerste plaats een zaak van mensen.
Alle technische middelen, die nu op de markt zijn en die vaak zelfs onwettig gebruikt worden zonder het akkoord van de privacycommissie, kunnen wat mij betreft enkel hulpmiddelen zijn voor het politiepersoneel. Ik heb het dan bijvoorbeeld over het toenemend cameragebruik bij de politiediensten en zeker in sommige zones en/of gemeenten/steden.
Argumenten, die vaak gebruikt worden, zijn onder andere dat hiermee politiepersoneel uitgespaard wordt, ‘camera’s nooit ziek worden’, etc. Dit is nochtans een compleet verkeerde en zelfs valse discussie, want die filmbeelden moeten ook door mensen bekeken en geanalyseerd worden.
Ik ben al jaren vragende partij om hieromtrent een ernstig maatschappelijk en politiek debat te voeren met als uitgangspunt een goede openbare veiligheid met maximale bescherming van het politiepersoneel.
Om de persoonlijke bescherming van politiemensen te garanderen is geen enkel technisch hulpmiddel te duur!
Hetzelfde geldt voor straffen als gevolg van feiten, die gepleegd worden tegen politiemensen: zij kunnen niet hoog genoeg zijn!
Dit debat moet opengetrokken worden naar het gegeven dat veiligheid in overheidshanden en onder democratische controle moet blijven. Immers, nu merken we een steeds meer sluipende besluitvorming, waarbij in het politie- en veiligheidsgebeuren steeds meer en meer privatiseringstendensen binnensluipen.
Een ander treffend voorbeeld in dat verband is de privatisering van de controle op het parkeren door privé-firma’s in heel wat gemeenten/steden.
Ik zal mij hiertegen blijven verzetten!

 

 

De problemen rond de aantallen en het statuut van de cipiers in de gevangenissen moeten ernstig aangepakt worden, zodat politiemensen niet te pas of te onpas moeten inspringen.
Cipier zijn is één zaak, politievrouw/-man is een andere.
Beide beroepscategorieën mogen door de overheid niet tegen elkaar uitgespeeld worden onder het mom van het beperken van het stakingsrecht.

 

Het rapport van de federale politieraad onder leiding van professor doctor Willy Bruggeman over 10 jaar politiehervorming is voor mij de basis voor een dringend en grondig debat in en buiten het parlement (dus ook met de vakbonden) over eventuele aanpassingen, die moeten gebeuren binnen het politielandschap.
Dit rapport ligt er nu al meer dan een jaar zonder dat er iets ernstigs mee gebeurd is.
Zonder in detail te treden en zonder volledig te zijn, zijn voor mij hierin belangrijk:
- beter omschreven functieprofielen met daaraan gekoppeld een herziening van het statuut.
Dit gaat het meest op voor de wijkinspecteurs;
- opleidingen en rekruteringen;
- een grondige aanpak, in diverse aspecten, van het probleem Brussel;
- een aanpassing van de financieringsmechanismen van de lokale politiezones.

 

 

Justitie moet de politie volgen.
Een hervorming van justitie moet ervoor zorgen dat politiemensen niet meer het gevoel hebben nutteloos werk te leveren, met andere woorden daders oppakken, die kort nadien, al dan niet na procedurefouten, weer vrij zijn.

 

 

Wat de civiele veiligheid betreft, moet de door de vorige regering stilgelegde brandweerhervorming weer op gang getrokken worden en moeten hier eindelijk de beloofde financiële middelen voor voorzien worden.

 

 

Het uitgangspunt van het rapport van ere-gouverneur Camille Paulus blijft wat mij betreft op dat vlak van kracht. Met andere woorden, ‘elke burger heeft recht op de gemiddelde zelfde bescherming tegen gemiddelde dezelfde kostprijs’. Belangrijk hierin zijn eveneens de toegezegde aanpassingen van het statuut van zowel de beroepskrachten, als de vrijwilligers.

 

Wat de civiele bescherming betreft, moet de politiek eindelijk de moed hebben om keuzes te maken. Voor mij is er wel degelijk een specifieke taak weggelegd voor de civiele bescherming complementair en in samenwerking met de brandweer. Maar dat betekent: een debat voeren en overleg en meer financiële middelen.
Eén zaak moet hierbij voorop staan: de burger helpen, die in nood zit!

 

 

Hoewel ik besef dat dit politiek zeker niet éénvoudig zal zijn (meestal verdeeld over de verschillende bevoegdheden van ministers), moet er bij de globale herziening van de civiele veiligheid (brandweer en civiele bescherming) ook aandacht zijn voor heel het gebeuren van de dringende medische hulpverlening en het ziekenwagengebeuren.
Ik heb dit altijd bepleit en zal dit blijven doen. Ook hier moet de zorg voor het slachtoffer vooropstaan.

 

 

Ludwig Vandenhove
burgemeester stad Sint-Truiden
3de plaats effectief sp.a (lijst nummer 10) Kamer van Volksvertegenwoordigers Limburg

Dit alles, uitgebreider en al dan niet in interviewvorm, kan u kortelings in ‘Tribune’ lezen.