Genk-Zuid: huidige resultaten niet zo goed (1)
Op donderdag 23 juni 2016 ging de zesmaandelijkse vergadering van de Stuurgroep Genk-Zuid onder voorzitterschap van gedeputeerde Ludwig Vandenhove door in het Limburgse provinciehuis.
Vandaag vond de stuurgroep leefmilieukwaliteit Genk-Zuid plaats waarin de betrokken gemeenten, provincie Limburg, Vlaamse overheidsdiensten en het lokale bedrijfsleven zetelen.
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) stelde de nieuwe meetresultaten lucht voor.
Het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) maakte een inschatting van de betekenis van deze meetresultaten voor de gezondheid van de omwonenden van het industriegebied.
Hieronder vindt u het persbericht.
Stuurgroep leefmilieukwaliteit in Genk-Zuid
Persmededeling 23/06/201
Hoe zit het met de luchtkwaliteit?
Zware metalen
In 2015 lag het gemiddelde voor nikkel (21 ng/m³) op één meetplaats boven de Europese streefwaarde van 20 ng/m³. De eerste maanden van 2016 zien we terug een stijging, onder andere te wijten aan een hogere productie en veel zuidwestenwind.
Het gemiddelde van kwik in 2015 (6,7 ng/m³) lag ver onder de advieswaarde (1000 ng/m³) gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). De gemiddelde concentratie in Genk is verhoogd ten opzichte van deze in de achtergrondlocatie in Vlaanderen. Sinds de start van de metingen in 2009 stijgt het jaargemiddelde.
Andere parameters
De VMM voert dioxine- en PCB-depositiemetingen uit in de Swinnenweyerweg (industriezone) en in de dichtstbijzijnde woonzone, met name in het meest zuidelijke deel van Langerlo in de Loskaaistraat. De maandgemiddelden van 2015 en 2016 en het jaargemiddelde van 2015 lagen in de woonzone onder de drempelwaarden. Deze drempelwaarden zijn niet opgenomen in de Vlaamse wetgeving. De VMM gebruikt de drempelwaarden om aan te geven/in te schatten welke regio’s opvolging verdienen. De verontreiniging is het hoogst in de industriezone zelf, vlak bij een schrootbedrijf. Aangezien er op deze locatie geen link met de voedselketen is, gebeurt er op deze locatie geen toetsing aan de drempelwaarden.
Vanaf 2009 meet de VMM de concentraties aan vluchtige organische stoffen zoals tolueen in de Mondeolaan. Er werden kortstondige pieken van tolueen gemeten, zonder overschrijding van de WGO-advieswaarde. Voor tolueen is er, sinds de start van de metingen, zowel voor het gemiddelde als voor de 98ste percentiel, een daling in functie van de tijd.
Daarnaast meet de VMM stikstofdioxide en zwaveldioxide ter hoogte van de Mondeolaan. Op deze meetplaats werden alle milieukwaliteitsnormen voor stikstofdioxide en zwaveldioxide gerespecteerd sinds de start van de metingen.
De VMM meet fijn stof (PM10 en PM2,5) in Diepenbeek. Ook voor fijn stof voldeden alle gemeten concentraties aan de Europese grenswaarden. De WGO-advieswaarden voor PM10 en PM2,5 werden overschreden. Dit was vergelijkbaar met de rest van Vlaanderen. Voor PM2,5 was er op alle meetstations in Vlaanderen een overschrijding van de WGO-advieswaarden, voor PM10 op bijna alle meetstations.
De VMM meet polycyclische aromatische koolwaterstoffen in fijn stof (PM10) in de Bethaniëstraat. Op deze meetplaats ligt het voorlopige jaargemiddelde voor benzo(a)pyreen in 2015 (op basis van de cijfers tot oktober) ruim onder de Europese streefwaarde.
Hoe zit het met de impact op de gezondheid van de omwonenden?
Er blijft een verhoogd risico op gezondheidseffecten bestaan door de aanwezigheid van zware metalen in de omgevingslucht. Dit risico is het hoogst in de nabijgelegen woonzones ten noordoosten van de industriezone Genk-Zuid. De longen zijn het meest gevoelig voor blootstelling aan deze zware metalen: levenslange blootstelling aan de gemeten concentraties houdt een extra risico op longkanker in. Het AZG beoordeelt dit extra risico niet als onaanvaardbaar hoog, maar vooral de concentraties chroom en in iets mindere mate nikkel zijn gezondheidskundig niet verwaarloosbaar. Verdere inspanningen om de emissies te doen dalen, zeker voor zeswaardig chroom en nikkel, blijven vanuit gezondheidskundig standpunt wenselijk.
Door het toepassen van enkele eenvoudige preventietips kunnen de risico’s aanzienlijk verlagen. Deze kan je terugvinden op www.genk.be/genkzuid. Natuurlijk blijft bronopsporing en bronaanpak de belangrijkste maatregel.
Verdere acties
Mede ingegeven door de bijzondere voorwaarden opgenomen in de milieuvergunning van Aperam onderzoekt het bedrijf bijkomende technische maatregelen om een daling van de chroom- en nikkelconcentraties te realiseren.
Vanuit het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) werden in 2015 een aantal initiatieven opgezet. De campagne “Gezond uit eigen grond” loopt ook in 2016 verder. Ook het onderzoek naar de verhoogde blootstelling aan PAK’s in de regio’s Genk-Zuid en Menen loopt nog. De onderzoeken zijn ondertussen afgerond. De resultaten van dit onderzoek verwachten we najaar 2016.
In opdracht van de stad Genk, gemeente Diepenbeek, het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid en het departement LNE, de provincie Limburg en de Vereniging Industriëlen Genk is dit jaar een nieuwe humane biomonitoringscampagne gestart. Jongeren die geboren zijn in 2001 of 2002 en woonachtig zijn in de omgeving van Genk-Zuid kunnen deelnemen aan het onderzoek. In de loop van 2016 wordt aan de deelnemende jongeren een bloed- en urinestaal gevraagd en wordt ook gevraagd naar o.a. hun gewoonten en gezondheid. De resultaten van dit onderzoek zullen in het voorjaar van 2018 bekend zijn.
De stuurgroep Genk-Zuid blijft de situatie nauwgezet opvolgen en zorgt voor een verdere gecoördineerde aanpak.
Zie ook het artikel dat op vrijdag 24 juni 2016 in ‘Het Belang van Limburg’, p 23 staat.
Zie ook volgende artikels Leefkwaliteit licht verminderd Genk Zuid van 19-01-2015 en Provincie Limburg steunt gezondheidsonderzoek Genk Zuid van 05-09-2014 op deze website.
(1) Te veel zware metalen in lucht Genk-Zuid. Het Belang van Limburg, 21-05-2016, p.1 en p. 23