Enkel nog echte landbouw in Vlaanderen

Het wordt tijd dat we in Vlaanderen kiezen voor de echte landbouw en de megabedrijven, de industriële veeteeltbedrijven, links laten liggen.
Kiezen voor de gezondheid van de omwonenden en een kwalitatief milieu- en klimaatbeleid.
Vlaanderen moet hieromtrent dringend een andere politiek uittekenen.

Officieel stellen deze aanvragers zich voor als familiebedrijven, maar in feite zijn het verkapte vormen van grote kapitaalgroepen, investeringsgroepen, die actief zijn in deze economische sector.
Voor hen maakt het niet uit over welke dieren het gaat: koeien, varkens, kippen.
Het zijn veel Nederlanders, die omwille van de strengere lokale normen bij hen, onder andere qua volksgezondheid en stikstof- en ammoniakuitstoot, de stap naar Vlaanderen zetten.
Raar dat Nederland hogere normen oplegt en de veestapel afbouwt, nochtans is de vervuiling groter in Vlaanderen. Bovendien is er sprake van meer stikstof en ammoniak dan de Nederlandse modellen aangeven. Fraude? (1)

Waar wachten we op in Vlaanderen?

De landbouwsector lijkt uit elkaar te vallen in grote agro-industriële projecten enerzijds en bio-landbouw voor nichemarkten anderzijds.
De traditionele landbouwers vallen meer en meer uit de boot.

Is Corona net niet het alarmsignaal dat we nodig hebben om het echt anders gaan aan te pakken?
Onlangs nog hebben een aantal vooraanstaande Belgische wetenschappers, onderzoekers, dierenartsen en andere organisaties in een open brief gewezen op het gevaar voor de volksgezondheid van eventuele virusoverdracht van mens op dier.
Specifiek zijn er voor de veehouderij, naast mogelijke virusoverdracht, bijkomende gezondheidsrisico’s, zoals fijnstof, endotoxinen, geurhinder en resistentie tegen antibiotica. Om dan nog niet te spreken over de gevolgen voor de natuur en het klimaat van de ammoniakuitstoot. (2)  
Genoeg actuele discussies over teveel of te weinig maatregelen over de huidige uitbraak, maar wat ik mis, is het debat over hoe we het in de toekomst best aanpakken om nieuwe of vergelijkbare uitbraken aan te pakken.

Meer dan ooit is er dringend een maatschappelijk en politiek debat nodig over welk soort landbouw we willen in Vlaanderen.
Nu wordt de discussie al te vaak verengd tot de omgeving en de betrokken inwoners, die zulke bedrijven terecht liever niet zien komen in hun omgeving.
De betrokken lokale besturen ontberen vaak de nodige technische kennis om deze aanvraagdossiers kwalitatief te kunnen beoordelen.
De aanvraag van een omgevingsvergunning, het organiseren van een openbaar onderzoek, het indienen van bezwaren, het adviseren door de betrokken gemeente en het uiteindelijk beslissen door de deputatie of de Vlaamse minister (in het geval van beroep).
Voor de omwonenden, die nochtans actiever zijn dan ooit, is het een ongelijke strijd. De aanvragers schakelen immers de duurste advocatenkantoren in. In Borgloon (Gors Op Leeuw)  zijn er bijvoorbeeld door het ‘Actiecomité Stop de megastallen’ (van het bedrijf Haesen) al 4 240 bezwaarschriften ingediend en er zouden er nog volgen. (3)  

Waarom horen deze ondernemingen niet thuis in Vlaanderen? (4)
-Vlaanderen is beperkt in oppervlakte en is dichtbebouwd, zodat deze megastallen snel raken aan of zelfs terechtkomen in woongebieden.
In een duurzaam en toekomstgericht landbouwbeleid horen zulke industriële bedrijven niet thuis. Maar als ze dan toch overeind zouden blijven, omdat bepaalde belangengroepen en/of politieke partijen deze strijd zouden winnen, horen ze ruimtelijk eerder thuis op industrieterreinen.
Dat laatste kan nu niet volgens de huidige wetgeving qua ruimtelijke ordening.
-Vele van deze ondernemingen, die weg moeten uit Nederland, doen aanvragen in de provincie Limburg. Waarom? Vele zijn gesitueerd in de Nederlands provincies Noord-Brabant en Limburg, krijgen net subsidies om te verhuizen en dan is Belgisch Limburg het dichtstbij.
Het zijn net die Nederlandse provincies, waar de mestfraude het grootst is.
Laat Belgisch Limburg nu net een regio zijn waar het toerisme een belangrijke economische sector is. En toeristen komen niet graag naar plaatsen waar veel (stank)overlast is. Zo hebben in het geval van de aanvraag in Gors Op Leeuw ook een aantal fietsers, die het fietsroutenetwerk gebruiken, meegetekend.
-Vlaanderen kampt de laatste jaren met een toenemende droogteproblematiek en gebrek aan water, ook in de landbouw- en fruitteeltsector.
Zulke intensieve veeteeltbedrijven hebben heel wat water nodig. Dat zal ten nadele zijn van de traditionele bedrijven, zoals de fruitsector in Haspengouw. Ja, beleidskeuzes op dat vlak zijn dringend nodig.
-De Vlaamse wetgeving voor de aanvraag van een omgevingsvergunning moet dringend aangepast worden, liever uitgebreid worden met een aantal bijkomende elementen.

1.Naast milieutechnische elementen, moet er rekening gehouden worden met aspecten qua dierenwelzijn en volksgezondheid (zoals in Nederland).
2.Wat met de mobiliteit? Ook dat gegeven maakt dat zulke megabedrijven niet thuishoren op het platteland.
Wie was hier het eerst, de bewoners of de landbouwer(s)? Dat is een vraag, die vaak gesteld wordt in die omstandigheden?  Juist, de landbouwer(s), maar niet met zulke megastallen.
3.Een aanvraag moet beoordeeld worden op hoeveel gelijkaardige bedrijven of andere milieubelastende ondernemingen er zich in de omgeving situeren. Met andere woorden, een meer globale beoordeling.
4.Er moeten maximumnormen opgelegd worden qua aantal dieren en qua maximum waterverbruik.
5.Als zulke aanvraag afgekeurd wordt, zou er een bepaalde tijdsspanne moeten bepaald worden, waarbinnen niet opnieuw een gelijkaardig dossier zou kunnen ingediend worden.

Als sp.a willen we naar een meer kleinschalige, meer duurzame en meer diervriendelijke landbouw.
De agro-industrie hoort daar niet bij
.

Ludwig Vandenhove