Duivenmelkers en vogelopvangcentra moeten met elkaar praten

Dat zegt Limburgs gedeputeerde van Dierenwelzijn Ludwig Vandenhove.

Deze week is er heel wat media aandacht geweest  voor de problematiek van verloren gevlogen duiven en wat er uiteindelijk mee gebeurt. (1)

Wat blijkt?
Jaarlijks krijgen de vogelopvangcentra heel wat geringde duiven binnen (het zou gaan om een 1 700-tal), waarvan nauwelijks 5% wordt opgehaald door de duivenmelkers.

“De duivensport en de vogelopvangcentra zijn historisch, qua cultuur en qua doelstellingen nogal aparte werelden”, zegt Limburgs gedeputeerde van Dierenwelzijn Ludwig Vandenhove.
Ze moeten elkaar eerst beter leren kennen en dan ben ik ervan overtuigd dat we tot een verbetering van deze situatie moeten kunnen komen. Die 5 % moet serieus omhoog, al gaat het natuurlijk niet enkel om dat cijfer, maar ook en misschien vooral over een veranderende mentaliteit.
De burger wordt zich gelukkig meer en meer bewust van het aspect dierenwelzijn, het maatschappelijk draagvlak ervan wordt steeds groter.
Met dat in het achterhoofd moeten we de problematiek van verloren gevlogen duiven in alle openheid met alle betrokken organisaties bespreken om alzo tot oplossingen te kunnen komen.
Als kleinzoon van een duivenmelker en al jaren begaan met het dierenwelzijn, geloof ik vast dat dat kan.

Ik ga alleszins op Limburgs niveau een poging doen.
Ik heb zowel de Limburgse afdeling van de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond (KBDB), als de Vogelopvancentra van Heusden-Zolder (Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum vzw) als van Opglabbeek (Natuurhulpcentrum vzw) gecontacteerd en zij zijn bereid om rond de tafel gaan te zitten.
Dit zal op korte termijn gebeuren.”

 

(1) Wie niet naar huis vliegt, mag in de soep. www.hbvl.be, 21-08-2018.

Zie ook Memorandum dierenwelzijn - in 13 stappen naar een diervriendelijke gemeente van 04-07-2018 op deze website.

 

 

 

Tags: