Comité P preekt in de woestijn

Dit is de titel van een artikel van de hand van redactrice Ingrid Van Daele in het weekblad Knack (nummer 48 van 30 november tot 6 december 2011) in verband met het al dan niet opvolgen van de aanbevelingen, die het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten (Comité P) doet in zijn jaarverslagen.

Burgemeester Ludwig Vandenhove maakte, als toenmalig federaal volksvertegenwoordiger en als toenmalig lid van de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten, hierover een grondige analyse in februari 2010 (onder andere verschenen in het weekblad Knack, in de krant De Morgen en in het tijdschrift ‘Politiejournaal’). Ook nu is hij één van de geïnterviewden.

 

 

 

 

Hieronder vindt u het volledige artikel en de passage waarin Ludwig Vandenhove aan het woord komt staat in het vet.

 

 

COMITE P PREEKT IN DE WOESTIJN
Begin deze week stelde het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten, kortweg Comité P zijn jaarverslag voor aan het parlement

 

 

Het gaat niet goed met het imago van de politie en dat is nog zacht uitgedrukt. De voorbije maanden stonden de kranten bol van de artikelen over twee schrijnende zaken waar de politie zwaar in de fout was gegaan. In het moordonderzoek naar Annick Van Uytsel kon de dader Ronald Janssen zo lang op vrije voeten blijven omdat sommige speurders de blunders opstapelden. En in de Limburgse politiezone Hazodi (Hasselt-Zonhoven-Diepenbeek) bleef de graaicultuur jarenlang onbestraft.£
Het Comite P, het externe controleorgaan van de politie dat door het parlement is aangesteld, voerde onderzoeken uit in beide zaken, maar kon niet voorkomen dat het vervolgens zelf in een kwaad daglicht kwam te staan.

 

 

Echt verwonderlijk is dat niet.
De instelling, die begin deze week haar jaarverslag 2010 achter gesloten deuren voorstelde aan de parlementaire begeleidingscommissie, is niet meteen transparant te noemen.
Als het Comité P al eens in de media komt, is het vaak naar aanleiding van een staefrechtelijk onderzoek, bijvoorbeeld in de zaak-Koekelberg. Zo’n onderzoek wordt uitgevoerd door de Dienst Enquêtes, één van de drie pijlers van het Comité P, naast het eigenlijke Vast Comité en de Administratie.

De leiding van de instelling is in handen van het Vast Comité. Dat beslist over het al dan niet aanvaarden van binnengelopen klachtendossiers en over ambtshalve uit te voeren thematisch onderzoeken.
Het telt vijf leden die door het parlement worden aangewezen, ieder met een eigen politieke kleur - een afspiegeling van de parlementaire meerderheden. Hoewel ze alle vijfmagistraat zijn, hebben ze geen inzage in de strafrechtelijke onderzoeken van de Dienst Enquêtes. Die worden gevoerd onder toezicht van het parket. Dat leidt soms tot genante situaties.: toen leden van het Vast Comité in het kader van de zaak-Hazodi werden ondervraagd moesten ze op veel vragen het antwoord schuldig blijyen.
'Het Vast Comite P communiceert nauwelijks vanwege de geheimhoudingsplicht, zegt Ludwig Vandenhove (SP. A), die tot vorig jaar deel uitmaakte van de parlementaire begeleidingscommissie en de zaken nog steeds aandachtig volgt. 'Het ene sluit nochtans het andere niet uit.' Want wie niet communiceert, wordt ook niet gehoord.
Dat blijkt jaar na jaar bij de voorstelling van de jaarverslagen aan de parlementaire begeleidingscommissie. Vandenhove: 'De aanbevelingen vallen in dovemansoren.  De belangstelling van het parlement is immers bijzonder mager.
Hoe relevant een verslag van het Comité P ook mag zijn, het haalt nooit de plenaire vergaderingen. Nochtans zouden daar ook het jaarverslag van de federale politie en het rapport van de Algemene Inspectie van de Federale en de Lokale Politie besproken moet worden.’

 

Dubbel loon
Helaas gebeurt dat dus niet.
De problemen bij de politie zijn wel bekend, maar daar blijft het bij.
‘In 2008 al voerde het Comité P een grootschalig onderzoek uit naar de bezoldiging van politieambtenaren in Brussel. Toen al bleek dat bepaalde politieambtenaren dankzij het complexe vergoedingssysteem bijna een dubbel loon op zak staken. Sinds geruime tijd was bekend dat dit bij bepaalde politie-eenheden een probleem vormde.
Maar de politici pikten het probleem niet op’, zegt Frank Schuermans, vast lid van het Comité P tot 2009 en nu advocaat-generaal bij het hof van beroep in Gent,
‘Zo is ook bekend dat de politie in ons land amper is opgewassen tegen grootschalige wijkopstanden, zoals die in het Verenigd Koninkrijk deze zomer. Als er ooit zulke onlusten uitbreken in Brussel, wat zeker niet uitgesloten is, en de vonk slaat over naar Antwerpen of andere steden, dan hou ik mijn hart vast. Het Comité P heeft dat probleem al enkele jaren aangekaart, maar er wordt niet bijster veel mee gedaan.
Het Comité P moet dan ook steeds weer op dezelfde spijker kloppen. Het jaarverslag van 2010 bijvoorbeeld bevat opnieuw een lange reeks aanbevelingen over tucht en integriteitschendingen - zoals het onrechtmatig gebruik, van dwang en geweld, de losse omgang met gebruik van een dienstwapen en het verdwijnen van goederen en geld bij inbeslagnames door steeds weer dezelfde rechercheploegen.
Tucht is een majeur probleem, dat dringend moet worden aangepakt’, vindt Koenraad Degroote, parlementslid van N-VA en ondervoorzitter van de begeleidingscommissie. 'De hervorming van de tuchtwet die al lang op stapel staat, verdient prioritaire aandacht in het parlement.'
'Ook wat betreft de schending van de integriteit kan het parlement zinvol wetgevend werk verrichten', vindt Ludwig Vandenhove. 'Nu staan we op dat vlak nergens. Nochtans zijn de problemen, die afstralen op het imago van de politie, bijzonder groot.'
De zwakke plek bij de politie blijft evenwel de rekrutering en de opleiding van het personeel.
Een hoofdstuk dat ook in het jaarverslag uitgebreid aan bod komt.
'Bij de politiehervorming kregen tal van mensen de kans om leidinggevende functies op te nemen.
Maar ze kregen geen management vorming, en dat begint de politie stilaan zuur op te breken', stelt Ludwig Vandenhove.
'Bovendien vindt door de massale pensionering een braindrain plaats, en de nieuw aangenomen politieambtenaren halen niet het gewenste niveau voor een functie waaraan steeds hogere eisen gesteld worden', zegt Frank Schuermans. 'Men zou tabula rasa moeten maken van de vele bestaande scholen en er een drietal nieuwe moeten oprichten die aan dezelfde hoge eisen voldoen.
Er bestaan plannen, maar onder meer door de eindeloze regeringsonderhandelingen is ook dit dossier op de lange baan geschoven.
'Tegelijk is ook dat weer een oud zeer waar het Comité P al vaker op gehamerd heeft', zegt Vandenhove.

 

 

Koele minnaar
Verschillende onderzoeken van het Comité P hebben wel degelijk hun impact gehad. Maar in bepaalde gevallen is het gebrek aan belangstelling van de politiek ronduit stuitend. Zo zou de burgemeester van Molenbeek, Philip Moureaux, zich bij een onderzoek ooit achteloos hebben laten ontvallen: 'Je m'en fous du comité P. Voor hem kon het Comité P dus de boom in. Ook het college van procureurs-generaal zou een koele minnaar zijn van het Comité P en weinig belangstelling opbrengen voor zijn rapporten.
Ondertussen wordt er intern bij het Comité P hard gewerkt om de instelling meer armslag te geven. Zo wordt onderzocht of de Ieden van het Vast Comité geen inzage (en inspraak) zouden kunnen krijgen in de strafrechtelijke onderzoeken van de Dienst Enquêtes. Nu hebben ze er helemaal niets in de pap te brokken. Vandenhove: 'Hoe kun je organisatorische en bestuurlijke problemen aanpakken, als je niet weet wat er strafrechtelijk wordt onderzocht?'

 

 

Ook zou voorzitter Bart Van Lijsebeth, die eind dit jaar onder meer om gezondheidsredenen vervroegd opstapt, hebben voorgesteld om de aanbevelingen van het Comité P bindend te maken voor de regering. Daarmee zou Van Lijsebeth, een door velen erg gewaardeerd magistraat die als procureur des Koningsin Antwerpen veel heeft doen bewegen, proberen om de impact van het Comité P te vergroten. Volgens insiders is de beperkte invloed immers een van de grote teleurstellingen van de voorzitter, die zijn beslissing om op te stappen mee zou hebben beïnvloed. Ook zou hij het erg moeilijk hebben gehad met de herhaaldelijke, persoonlijke aanvallen van Gil Bourdoux, inmiddels ex-lid van het Comité P en van PS-signatuur. Tot slot zou het ook steken dat Van Lijsebeth en zijn team van magistraten te weinig voeling hebben met een deel van het politiekorps. Ze zijn wel thuis in de gerechtelijke poot van de politie, maar niet in de bestuurlijke.

 

 

Vooraleer er grote stappen worden gezet, moet eerst een regering gevormd worden. Of de belangstelling van het parlement dan zal toenemen, is niet gezegd. 'De tuchtwet voor politie en justitie moet zo snel mogelijk herzien worden', zegt Servais Verherstraeten (CD&V), lid van de parlementaire begeleidingscommissie. 'Ook zouden we opnieuw aandacht moeten besteden aan de aanbevelingen van het Comité P, die in de la waren beland en in het jaarverslag opnieuw zijn opgelijst.' Maar ook hij geeft toe dat het parlement assertiever zou mogen reageren op de rapporten van het Comité P.

 

Zie onder andere ook de teksten ‘Meer aandacht voor de aanbevelingen van het Comité P!’ van 22 februari 2010  en ‘De aanbevelingen van het Comité P onder de loep’ van 14 juni 2010 op deze website.