Cartoon: "Een sociaal, bewuster en toleranter Vlaanderen in een sterker Europa!"

Sinds januari 2005 kan u op deze website wekelijks een cartoon vinden die gebaseerd is op een actuele politieke of maatschappelijke gebeurtenis, waarbij
Ludwig Vandenhove/> zelf betrokken is en/of waarover hij zijn mening geeft.
Cartoonist Dré Mathijs laat elke week zijn verbeelding de vrije loop en zorgt ervoor dat de gebeurtenis van die week wat meer in het oog springt. 



De cartoons van 2005 werden samengebracht in een tentoonstelling die op 14 en 15 januari 2006 plaatsvond in de hallen van het stadhuis en daarna ook nog te zien was in het Koninklijk Atheneum van Sint-Truiden.

Naar aanleiding van deze tentoonstelling werd ook een boek gepubliceerd waarin alle cartoons werden verzameld. Wil je nog een exemplaar van het cartoonboek ‘Een jaar Ludwig ludiek’ ontvangen, stuur dan een e-mail met je adres naar burgemeester@sint-truiden.be en je krijgt zo snel mogelijk een exemplaar toegestuurd. De voorraad is beperkt dus wees er snel bij!

“Een sociaal, bewuster en toleranter Vlaanderen in een sterker Europa!”

In zijn 11 juli-toespraak naar aanleiding van de provinciale viering in Sint-Truiden op zondag 9 juli 2006, hield burgemeester - senator
Ludwig Vandenhove/> een pleidooi voor een sociaal, bewuster en toleranter Vlaanderen in een sterker Europa.

Hieronder vindt u de integrale versie van de toespraak.


Dames en heren
Geachte genodigden

Het is mij een genoegen u hier vandaag te mogen verwelkomen op de provinciale Limburgse viering ter gelegenheid van de Vlaamse Feestdag.

Sint-Truiden is blij en fier dit jaar opnieuw gaststad te kunnen zijn voor deze provinciale 11 juli-viering.
We hebben al een belangrijk gedeelte van het programma achter de rug met de rechtstreekse uitzending op Radio 1 van de eucharistieviering, het beiaardconcert van ‘onze’ Noël Reynders en de onthulling van een gedenkplaat aan het geboortehuis van Juliaan Wilmots.

Van hieruit wil ik ook Eerwaarde Heer Albert Thijs bedanken voor zijn positieve woorden tijdens de homilie.
Zonder met mekaar afgesproken te hebben, zal u merken dat er heel wat gelijkenissen zitten tussen zijn woorden en mijn toespraak. Of hoe, ondanks de scheiding van kerk en staat, burgerlijke en godsdienstige overheid toch op dezelfde golflengte kunnen zitten!

Op deze provinciale viering lijkt het mij gepast met een citaat van onze Limburgse gouverneur Steve Stevaert te openen: “In de mijn was iedereen zwart”, zo zei hij in zijn eerste rede voor de provincieraad als gouverneur. “Omdat Limburg al vroeg buitenlandse werknemers heeft aangetrokken in de oude kolenindustrie, hebben we in Limburg een voorsprong genomen wat betreft interculturaliteit”, zo betoogde hij. In Limburg kan iedereen Limburger zijn.

De Limburgse gouverneur parafraserend zou ik op deze Vlaamse Feestdag de wens willen uitspreken dat in Vlaanderen iedereen Vlaming kan zijn. 

Dames en heren

Als we eerlijk zijn, dan moeten we durven zeggen dat vandaag in Vlaanderen niet iedereen Vlaming kan zijn. Erger nog: te veel Vlamingen willen ook niet dat iedereen in Vlaanderen Vlaming kan zijn. Zij herdenken de Guldensporenslag als de strijd van het Vlaamse volk om hun gezin en goed en zeg maar hun Vlaamse aard te beschermen tegen de dreiging van binnenrukkende vreemdelingen. Nochtans die idee dat de Guldensporenslag ook maar iets met Vlaamse identiteit of nationalisme te maken zou hebben is, om het met de woorden te zeggen van Véronique Lambert, die in Kortrijk erfgoedcoördinator is en het wetenschappelijk comité van Kortrijk 1302 voorzit, de grootste vergissing. De Guldensporenslag was geen strijd van Vlamingen tegen Walen, noch een politieke veldslag, zo betoogde zij enkele weken geleden bij de opening van een nieuw museum in Kortrijk ter herdenking van die Guldensporenslag.

Wat was de Guldensporenslag volgens haar dan wel? Behalve een strijd van een leenman tegen een leenheer - de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre tegen de Franse koning Filips IV - was het ook en vooral een sociaal conflict, waarin het gewone Vlaamse volk het professionele Franse ridderleger overwon.

Dames en heren

Die sociale dimensie van de Guldensporenslag wil ik vandaag graag terug even in herinnering brengen. Op een positieve manier, met vertrouwen in de Vlaming, met vertrouwen ook in de toekomst van Vlaanderen.

De statistieken nuanceren enigszins het beeld van de verzuurde Vlaming. We blijken veel socialer dan gedacht. Zo is 43,4 % van de bevolking lid van een sport- of cultuurvereniging. Behalve in Zweden ligt dat percentage nergens in Europa hoger.

Zes op de tien Vlamingen hebben elke week minstens één keer contact met buren, familie en vrienden. En we spenderen gemiddeld een uur per week meer aan die babbels dan vijf jaar geleden. Dat blijkt uit de recentste Vlaamse Regionale Indicatoren (VRIND).

Wij merken ook dat alle buurtondersteunende initiatieven, die we vanuit de stad Sint-Truiden opzetten, steeds meer succes kennen. Dit zomerseizoen alleen al zijn er meer dan zestig wijken en buurten, die een barbecue of een ander initiatief opzetten dankzij onze buurtcheques.

Maar tegelijkertijd blijkt uit diezelfde VRIND-gegevens dat Vlamingen het liefst iemand naast zich willen hebben wonen die net is zoals zij. Het liefst hebben de Vlamingen een jong getrouwd paar als nieuwe buur (46,8 procent). Dan volgen een bejaard echtpaar en een gezin met veel kinderen. De 65-plussers hebben, niet verrassend, liever een bejaard echtpaar en de jongeren (18-34 jaar) liefst een jong gehuwd paar naast zich. Minder geliefd zijn een alleenstaande vrouw met kinderen (4,6 procent wil hen als buur), een holebi-paar (4,3 procent) en een Marokkaans of Turks gezin (2,4 procent). Ongewenst zijn mentaal gehandicapten (1,5 procent) en een gezin dat van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) leeft (0,7 procent). 
De jongeren (18 tot 24 jaar) hebben ietsje minder problemen met de allochtone buren maar zij lusten dan weer allerminst de steuntrekkers.
De 65-plussers hebben het het moeilijkst met holebi's (0 procent) en met de vreemdelingen.

Dames en heren

Na de verschillende dramatische gebeurtenissen van de laatste tijd in België en in Vlaanderen - ik hoef ze u niet op te noemen - lijkt het wel  of we te maken hebben met een tekort aan burgerzin in de samenleving. Waarom kwamen anderen niet tussenbeide in bijvoorbeeld het busincident in Antwerpen? Hoe kon zoiets gebeuren op een overvolle bus?

Vlamingen zetten zich nog net zo massaal in als vrijwilliger als enkele decennia geleden en ook de groep tolerante Vlamingen is nog altijd veel groter dan de onverdraagzamen. Het feit dat mensen niét tussenbeide komen bij deze vorm van extreem geweld hoeft dus niet meteen als een uiting van verwerpelijk egoïsme gezien te worden.

Maar dat doet niets af van het nut om meer aandacht te hebben voor burgerschapsvorming. De ervaringen in het buitenland tonen aan dat een doorgedreven aandacht voor burgerschapsvorming wel degelijk positieve effecten kan hebben. Het is niet vanzelfsprekend dat jongeren leren verantwoordelijkheid op te nemen voor wat er gebeurt in hun leefomgeving. Een groot deel van ons opvoedingssysteem is net gebaseerd op het feit dat jongeren geen eigen keuzes mogen of moeten maken. Het is dan ook belangrijk dat jongeren leren verantwoordelijkheid op te nemen, bijvoorbeeld voor wat er op school gebeurt. Zoals de Amerikaanse pedagoog John Dewey het honderd jaar geleden al uitdrukte: “als we verwachten dat scholen opvoeden tot democratie, dan zullen het in de eerste plaats zelf democratische scholen moeten worden”. Ook de activiteiten binnen een jeugdvereniging of andere sociale organisaties kunnen een stimulans zijn om dit soort vaardigheden te verwerven.

Dames en heren

Het onderwijs kan dus wel meer, en vooral beter doen dan nu het geval is, maar we moeten ook niet alles van het onderwijs en de school alleen verwachten. Ook de gezinssituatie waarin jongeren vandaag opgroeien, is belangrijk, misschien nog belangrijker. In het gezin begint alles! Thuissituaties kunnen heel bepalend zijn en het spreekt vanzelf dat ook ouders een belangrijke rol te spelen hebben.
Ook in mijn recent verschenen boek ‘Iedereen veilig’ (Cyclus-Garant, 2006) ga ik hier uitgebreid op in.
Jongeren worden nu vaak geconfronteerd met tegenstrijdige signalen. Hetgeen jongeren thuis en op school horen wil nog al eens botsen met boodschappen van de buitenwereld. Terwijl het schoolsysteem wel de officiële waarden van tolerantie en democratie verkondigt, krijgen jongeren tegelijk net de tegenovergestelde boodschap mee vanuit de media, de jeugdcultuur, of vanuit een racistisch discours dat steeds meer geaccepteerd wordt in onze samenleving. Die kanalen versterken al te vaak het idee dat de wereld tegenwoordig een jungle is, waarbinnen het ‘ieder voor zich'-motto geldt, en waarin we niet al te veel solidariteit mogen verwachten. Als dat maar lang genoeg herhaald wordt, leidt dat gemakkelijk tot een self-fulfilling prophecy.

Het pleidooi voor het opnemen van verantwoordelijkheid door ieder van ons heeft natuurlijk ook een keerzijde: mensen zullen zich pas verantwoordelijk voelen als ze ook de kans krijgen daadwerkelijk deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Een steeds grotere groep jongeren van vijftien of zestien hebben al het gevoel dat ze zijn afgeschreven door de maatschappij, en dat ze toch geen enkele invloed kunnen uitoefenen. Het tragische is dat dat gevoel voor een flink stuk terecht is: een flinke groep jongeren wordt op een zijspoor gezet en we kunnen met een behoorlijke mate van zekerheid zeggen dat hun kansen op de arbeidsmarkt in de toekomst niet al te riant zullen zijn. Als die jongeren nu al het gevoel hebben dat ze later toch geen faire kans zullen krijgen, vanwege een gebrek aan diploma's, of vanwege hun etnische afkomst, dan kunnen we ook niet verwachten dat die jongeren zich bijzonder verantwoordelijk zullen voelen voor wat er in hun leefomgeving gebeurt.

Dames en heren

Op deze Vlaamse feestdag wil ik ook eveneens even stilstaan, zonder in detail te treden, bij de discussies over verdere stappen in de staatshervorming. Na de federale verkiezingen van 2007 zal er ongetwijfeld een nieuwe ronde in de staatshervorming volgen. Ik ben voorstander van dergelijke onderhandelingen, maar wil vooral bepleiten om deze onderhandelingen met de juiste ingesteldheid en met de nodige sereniteit aan te vatten.

Federaliseren om te federaliseren heeft volgens mij weinig zin. Het uitgangspunt moet zijn dat we moeten streven naar een optimale dienstverlening voor de burgers. Daar ligt de burger echt wakker van. Met dit uitgangspunt in het achterhoofd moeten we kunnen komen tot goed afgelijnde bevoegdheidspakketten, die een goed bestuur mogelijk maken op alle niveaus.
Als voorbeeld wil ik het werkgelegenheidsbeleid aanhalen dat best verder onder Vlaamse bevoegdheid zou komen. Ondanks de goede bedoelingen, heeft een aantal structurele, institutionele factoren de uitbouw van een goed werkgelegenheidsbeleid bemoeilijkt. Een verdere federalisering kan hier een oplossing zijn om een efficiënter beleid te kunnen voeren dat ten goede kan komen van al onze werkzoekenden, zowel in Brussel en Wallonië, als in Vlaanderen. 

Dames en heren

Wars van de oude slogans en strijdkreten, moeten wij Vlaanderen zien in de huidige context en die context is meer dan ooit Europees en internationaal. Het is daarom geen cliché om de woorden van August Vermeylen indachtig te zijn. “Wij willen Vlamingen zijn om Europeërs te worden”.
Hij legde minder de nadruk op de volstrekte onafhankelijkheid van het individu, maar op de noodzakelijkheid voor de Vlamingen zichzelf te zijn om zodoende het Europees peil van de beschaving te bereiken. Hij betoogde hoe de geestesgeschiedenis van een afzonderlijk volk geen geheel meer uitmaakt en hoe elke taalgroep aan andere taalgroepen moet verbonden zijn en hoe allen elkaars invloed wederkerig moeten ondergaan, want pas als we ons bewust zijn van onze eigenheid en fier zijn op onze roots kunnen we terecht participeren aan dat grote Europa. 

Alleen door zelfbewustzijn met een open blik naar anderen zal ons volk zijn plaats verdienen in Europa. Extremisme is een blok aan ons been en Oostenrijkse toestanden brachten Europa geen stap verder. Immers, een klein volk kan groot zijn én door zijn verleden én door zijn hedendaags zijn; niet door verdeeldheid, noch door gekanker. Want Vlaanderen is groot geworden door zijn pioniers en die ontvoogding werd mede bepaald door voormannen uit alle grote politieke partijen, door zijn huidige werkkracht op sociaal en economisch vlak, door zijn kunstenaars op artistiek vlak, door zijn Vlaamse bewindslieden op politiek vlak. 

Helaas valt het te betreuren dat veel mensen de zin van een verenigd Europa niet of te weinig snappen en in onze huidige samenleving halsstarrig  vasthouden aan hun egoïstische welvaartsstaat en vergeten dat meer en meer van de nationale, regionale en lokale wetgeving door Europa wordt beslist! Daarom wil ik vandaag afsluiten met een pleidooi voor een bewuster en toleranter Vlaanderen in een sterker Europa.

Dames en heren

Laat vandaag iedereen Vlaming zijn. Ik wens u nog een fijne feestdag.

Ludwig Vandenhove
/>burgemeester - senator

 

Tags: