Bij het afscheid van Miel Londoz

Miel Londoz is niet meer.  Ik wist dat hij ziek was, maar het is nu toch nog sneller gegaan dan gedacht.

Met Covid-19 heb ik het laatste jaar een aantal personen genoteerd, die ik, zodra de omstandigheden het opnieuw toelaten, wil gaan bezoeken of waar ik mee wil afspreken.
Miel stond daartussen, maar het heeft niet meer mogen zijn.

Ik herinner mij Miel vooral als een goede paarse collega tijdens de schepencolleges 1995-2000 en 2000-2006, toen ik mijn eerste twee van de drie legislaturen burgemeester van de mooie stad Sint-Truiden was.
Miel was een echte paarse, een echte aanhanger van een coalitie tussen Liberalen en Socialisten, net zoals ik. Het was ook de periode van de open debatcultuur met paarse coalities op federaal en Vlaams niveau.
Voor mij de mooiste jaren uit mijn lange politieke carrière op nationaal en lokaal niveau.

Miel lachte heel graag en maakte graag plezier.
Samen kwamen wij tot de uitspraak “er moet gewerkt en er moet gelachen worden”. Dat was dan ook het leidmotief van onze wekelijkse vergaderingen van de colleges van burgemeester en schepenen.
Als het als eens moeilijk werd rond beslissingen, begonnen we moppen te vertellen.

Miel was ook diegene, die ons aanzette om mee op te stappen in de jaarlijkse carnavalsstoet. We maakten dan eveneens elk jaar een nieuw carnavalsliedje met dank aan Willy Dewaelheyns. En we zorgden dat we elke keer een origineel streekproduct uitdeelden.
Sint-Truiden was toen de enige stad in Vlaanderen waar dit gebeurde.

Historisch is het liedje ‘Sintruin Begot’, inmiddels het Sintruins volkslied geworden. Natuurlijk zat Miel daar ook mee achter.
We namen het liedje op naar aanleiding van het programma Golfbreker van Martin Dejonghe en brachten het live op de zeedijk van Oostende.
Elke stad mocht zich toen voorstellen aan de kust en wij deden dat met streekproducten, fruit en een origineel liedje.
In 2016, naar aanleiding van 20 jaar ‘Sintruin Begot’, kwamen de overlevende leden van het toenmalig schepencollege en Willy Dewaelheyns nog eens samen om op de foto te gaan voor de toenmalige Weekkrant.
Toen waren we nog met vijf van de acht, ondertussen nog met 4 na het overlijden van Miel.
Opvallend: alle toenmalige liberale schepenen- Valère Vautmans, Gustaaf Mas, Mil Spiritus en nu Miel Londoz- zijn inmiddels overleden.
Enkel toenmalig Openbaar Centrum Voor Maatschappelijk Welzijn voorzitter Bert Bamps en de Socialistische collega’s (Johnny Vangrieken, Jef Thewis, Charles Vanrijkel en ikzelf) zijn nog in leven. Ja, zo snel gaat het.

Miel was een harde werker binnen het schepencollege.
Vooral de bevoegdheden Cultuur en Landbouw wist hij uit te bouwen.
Landbouw stelde voordien niet veel voor als bevoegdheid, maar Miel wist daar echt iets van te maken.
Met de post cultuur zette hij Sint-Truiden sterk op de kaart met onder andere ‘Theater op de Markt’ en heel wat tentoonstellingen, zoals ‘Delecious’ met moderne kunst in de openbare ruimte. Het is tevens in die periode dat wij Sint-Truiden naast fruit- en monumentenstad als evenementenstad zijn beginnen te promoten.

De geschiedenis zal daarover oordelen, maar ik blijf ervan overtuigd dat wij tijdens de jaren 1995 tot 2000, mijn eerste legislatuur als burgemeester met onder andere Miel Londoz als schepen, de stad Sint-Truiden echt opnieuw op de kaart gezet hebben.
Wij hadden samen een gezamenlijke intentie en ambitie: er moest opnieuw opgekeken worden naar Sint-Truiden, de inwoners moesten opnieuw fier op hun stad kunnen zijn.

Beste Miel, bedankt voor alles, vaarwel.

Veel sterkte aan de familie.

Ludwig Vandenhove

Hieronder vindt u de bijdrage op www.trudocs.be, waar Ludwig Vandenhove eveneens aan het woord komt. (1)