Auschwitz: elke jongere zou er moeten naartoe gaan!

“De uitdaging bestaat erin dat we gebeurtenissen van zoveel jaren geleden proberen te linken aan actuele situaties.
Vlaanderen heeft geld genoeg en kan en moet hier dan ook durven in investeren.
Dit betekent keuzes maken.
Waarom bijvoorbeeld niet elke leerling uit het secundair onderwijs van welk net of richting dan ook, een bezoek laten brengen aan uitroeiingskampen zoals Auschwitz?

Ja, dit kost (belastings)geld! En dan?”

 

 

“Deze uitspraak heb ik al bij enkele gelegenheden gedaan.”, zegt burgemeester - federaal volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

 

 

 

 

“Begin dit jaar had ik de gelegenheid om de voormalige uitroeiingskampen Auschwitz en Birkenau te bezoeken.

 

 

Hieronder vindt u een persoonlijk verslag.
De foto’s, die erbij staan, zijn van leerlingen van het zesde jaar fotografie van het Koninklijk Technisch Atheneum (KTA) II Villers in Hasselt, die ik nadien nog in Sint-Truiden ontvangen heb bij wijnboer Jean-Paul Broos in Bevingen, leraar aan die school.”

 

“Als u deze bijdrage leest, zal u beseffen dat minister van Defensie (‘minister van Oorlog’) Pieter De Crem het totaal bij het verkeerde eind heeft door precies te besparen op dit soort initiatieven en/of reizen.”, stelt Ludwig Vandenhove in zijn functie als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

 

 

Bezoek aan Auschwitz: nu nog een hel!

 

 

 

 

 

Op donderdag 24 januari 2008 trok ik als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, samen met de leden, minister van Defensie Pieter De Crem en een 200-tal leerlingen uit diverse Belgische scholen, geselecteerd door het Instituut voor Veteranen - Nationaal Instituut voor Oorlogsvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers (IV - NIOOO), naar Auschwitz.
Ik had er al veel over gelezen, op televisie gezien en horen over vertellen, maar was er zelf nog nooit geweest.

 

 

Deze bijdrage, die ik hier heb neergeschreven, is eerder een kort persoonlijk reisverhaal van één dag dan wel een traditionele tekst.
Ik tracht wel een aantal vergelijkingen te maken met actuele gebeurtenissen en/of situaties.

 

 

Vermits de Tweede Wereldoorlog in onze familie persoonlijke sporen heeft nagelaten, in de zin dat de oom langs mijn moeders kant nooit weergekeerd is van de Tweede Wereldoorlog, was ik bijzonder in dit bezoek geïnteresseerd.
Ook mijn oom wou blijkbaar altijd vooraan in de strijd staan, net zoals ik nu in de politiek!

 

 

Zelfs zoveel jaren later is een bezoek nog een hel!
Eigenlijk zouden we in België en/of in de gemeenschappen geld moeten uittrekken zodat elke leerling uit het secundair onderwijs deze vernietigingskampen zou kunnen bezoeken.
Discussies over opvoeding, veiligheid, agressie bij jongeren, etc. zouden in een heel andere context gebeuren indien we van daaruit zouden vertrekken.
De laatste tijd vraag ik mij trouwens af of we in de politiek nog voldoende lessen trekken uit het verleden.
Is het misschien omdat de politiek zo gemediatiseerd is dat naar het verleden kijken, ook al kan dit voor het beleid een positieve impact hebben, 'not done' is?

 

 

Eens geland op de luchthaven van Krakau, werden we al dadelijk met de harde realiteit geconfronteerd.
Daags voordien was er een Pools militair toestel gecrasht met meer dan 20 doden.
Toen wij landden en ik met de wagen van de Belgische consul naar Auschwitz vertrok, waren Poolse militairen nog bezig met het opruimen van de wrakstukken en kon ik vanuit de auto het geïnstalleerde verhoog bekijken, waarop de kisten met de lichamen zouden opgebaard worden.

 

 

Ik had de gelegenheid de wagen te delen met een Belgische consul in Polen, samen met zijn chauffeur en een medewerker van de Belgische ambassade.
Tijdens de autorit, die iets meer dan een uur duurde, kon ik mij vanuit de wagen vergewissen van de toestand in Polen.

 

 

De ervaring was dezelfde als in andere vroegere Oostbloklanden: slecht onderhouden wegen, nauwelijks of geen verlichting langs de kant, oude of slecht onderhouden gebouwen, slecht onderhouden openbare ruimten en/of parken, etc.
Mijn medepassagiers wisten mij ook te vertellen dat Polen het meest verkeersonveilige land van de Europese Unie (EU) is.

 

 

De Belgische consul, die eind jaren ’80, na de definitieve sluiting van een aantal Waalse steenkoolmijnen, naar Polen getrokken was om daar in de steenkoolontginning actief te worden en dat nog steeds is, wist mij te vertellen dat in Polen nog heel wat 'parallel' gewerkt wordt, om het woord maffia niet te gebruiken.

 

 

Hij gaf het voorbeeld dat hij enkele auto’s was kwijtgeraakt door diefstal en dat hij dan was overgeschakeld van een Belgische naar een Poolse nummerplaat, waarna hij geen enkele auto meer gestolen had. Of hoe de éne clan vreesde dat zij zouden 'teruggepakt worden' door een andere clan.
En dan durven wij in Vlaanderen spreken van onveiligheid en wordt dat precies door rechtse en/of populistische partijen gebruikt om de bevolking te bespelen!
Mooie EU, niets om fier op te zijn, en zeker niet de EU, die de grondleggers voor ogen hadden.

 

 

Ook wees hij op de enorme invloed van de katholieke kerk in Polen.
Nochtans kan hij moeilijk verdacht worden van niet-katholiek te zijn, vermits hij in zijn oorspronkelijke woonplaats in België, voorzitter is van een kerkfabriek.
Volgens hem is er enkel op papier een scheiding tussen kerk en staat in Polen.

 

 

Slotsom van dit hele verhaal is dat elke keer ik in een ander EU-land kom, zeker als het een vroeger Oostblokland is, ik mij vragen stel bij allerlei regels, die de EU oplegt en vooral de controle erop.
Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat België, en zeker nog andere West-Europese landen, deze regels zeer strikt toepassen en ze ook strikt laten controleren en dat dit in een aantal andere landen helemaal niet het geval is.
Op die manier is er wel geen sprake meer van concurrentievervalsing op papier, maar wel in de praktijk.
Als ik bijvoorbeeld zie welke inspanningen de Post nu moet doen als gevolg van de liberalisering van de markt, dan vraag ik mij af hoe dit in dit soort landen gebeurt.
Vanuit sociaal standpunt en zeker vanuit mijn socialistische maatschappijvisie, moeten we hier toch durven bij stilstaan!
Om dan nog niet te spreken over het gegeven van de democratie, nochtans de grote doelstelling van de EU en ter voorkoming van oorlogen, zoals de Tweede Wereldoorlog er één was en waarvan het vernietigingskamp van Auschwitz precies een gevolg is!
En ik begrijp perfect dat er een overgangsperiode moet zijn en dat al deze landen de kans moeten krijgen om zich aan te passen, maar voor dit gegeven moeten we aandacht hebben. Het valt immers niet te ontkennen dat heel wat maatregelen van de EU (bijvoorbeeld rookverbod in publieke gebouwen en in eetgelegenheden, de afbouw van de dienstverlening bij de Post, etc.) bij ons aanleiding geven tot verzuurde reacties en zelfs ondemocratisch stemgedrag in de vorm van proteststemmen. Of: meer democratie ginder, minder democratie hier!
De politiek, en misschien zijn de Europese verkiezingen van volgend jaar hiertoe het ideale moment, moet hier aandacht voor hebben.

 

 

Ongeveer iets meer dan een uur na de landing arriveerden we bij de ingang van het uitroeiingskamp van Auschwitz.
Uiteraard ga ik in dit korte stuk niet beschrijven wat ik gezien heb.
Talrijke films en publicaties doen dat veel beter en uitgebreider dan ik dat zou kunnen doen.
Ik zal mij beperken tot enkele persoonlijke indrukken.

 

 

Het is werkelijk verschrikkelijk te zien tot wat mensen in staat zijn.
Ik had het mij écht niet kunnen voorstellen en de werkelijkheid overtreft hier de fictie.
Wat mij vooral opvalt bij het bezoek van dit kamp, en dat wordt ook bevestigd door mensen, die het voor mij bezocht hadden, is de enorme stilte, die er heerst, ook al zijn er veel bezoekers, hoofdzakelijk kinderen.
Op die manier tonen zij respect voor al diegenen, die hier zinloos hun leven gelaten hebben.

 

 

 

 

Vooral de ‘resten’ die er achtergebleven zijn van de slachtoffers, nadat de Russen het kamp bevrijd hadden, zijn weerzinwekkend.
Zo liggen er bijvoorbeeld valiezen van slachtoffers, afgeknipte haren van vrouwen, die uiteindelijk vergast zijn en prothesen van personen met een handicap, die er hun leven gelaten hebben.
Het is niet te beschrijven, u moet het met uw eigen ogen zien.
Hoe wreed kan een mens toch zijn voor een ander mens?

 

 

Enorm pakkend zijn de plaatsen waar de dode vergaste lichamen gecremeerd werden.
Misschien symbolisch is dat ik precies op dat ogenblik in mijn functie als burgemeester van de stad Sint-Truiden een sms-bericht ontving van de gewestelijke brandweer Sint-Truiden om te melden dat er ‘iets’ gebeurd was. U moet weten dat ik als burgemeester telkens verwittigd word als de brandweer wordt opgeroepen.
Dat ‘iets’, omschreven als ‘Reinigen rijweg; reinigen wegdek; Industriezone Shurhovenveld 722; Hasseltsesteenweg; 3800 Sint-Truiden’, betekent ongetwijfeld iets belangrijks voor de mensen, die het op dat ogenblik aan de hand hebben en voor de brandweermensen, die moeten ‘uitrukken’, maar betekent compleet niets in verhouding tot de plaats waar ik op dat ogenblik stond.
Is er iets relatiever in een mensenleven dan zo’n moment?
Nog dit: commissielid Luc Sevenhans namens het Vlaams Belang, die ons ook vergezelde op deze reis, maakte er foto’s van.
Ik was al stil, maar werd nog stiller! Hoe durft iemand van zo een partij met die banden zoiets mee bezoeken?

 

 

 

 

 

In de namiddag ging het bezoek verder aan Auschwitz, meer bepaald aan het deelkamp Birkenau.
Auschwitz is de verzamelnaam van 3 hoofdkampen en een aantal satellietkampen.
Birkenau is nog veel verschrikkelijker dan Auschwitz.
Hier kan je nog in concreto de barakken zien, waar de slachtoffers als ‘beesten’ op een hoop gepakt zaten, voor ze omgebracht werden.
Pakkend is de ingang naar Birkenau en de lange spoorlijn, die de slachtoffers tot aan de hokken bracht.
Ook de vreselijke kou is enorm pakkend.
Of om een militaire geneesheer te citeren, die mij vergezelde bij dit bezoek: “Alleen al als je hier in lompen gekleed een maand moet rondlopen in de winter, dreig je allerlei ziekten op te lopen, die een dodelijke afloop kunnen hebben. Laat staan dat je dreigt vergast te worden.”
Je zou er als gewone burger niet opkomen!

 

 

Omdat ik op dat ogenblik persoonlijk moest terugdenken aan mijn nooit teruggekeerde oom, ook al heb ik hem uiteraard nooit persoonlijk gekend, heb ik mij wat van de groep losgemaakt en ben ik alleen dit kamp gaan verkennen.
Diep in gedachten verzonken, geeft het nog een zwaardere indruk!
Ik moest terugdenken aan mijn grootmoeder en grootvader, mijn tante en moeder, hoe zij soms iets 'losten' over mijn oom.
Veel werd er niet over verteld in de familie.
Ik was toen nog kind en begreep er maar weinig van. Later ben ik pas beginnen te beseffen wat er gebeurd was, ook al heeft mijn moeder mij er nooit echt veel over verteld.
Nu ik hier eenzaam en alleen in de kou in Birkenau stond, was het precies alsof ik ineens alles begreep!

 

 

 

 

 

Net zoals vele anderen, die mij vergezelden, vroegen wij ons af waarom die bewuste spoorlijn - hoewel het algemeen geweten was dat hier dagelijks slachtoffers aangevoerd werden - niet gebombardeerd werd tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ik herhaal het: het is verschrikkelijk wat mensen mekaar kunnen aandoen.

 

 

Wat mij ook vooral trof bij het zien van Auschwitz, maar zeker bij Birkenau, is dat het nazi-systeem een perfect georganiseerd systeem was, maar dat men er blijkbaar tot het einde in geslaagd is om dit georganiseerd te houden, zonder (veel) dissidentie.
Hoe is het anders te verklaren dat op het ogenblik dat de Russen in aantocht waren om Birkenau in te nemen, heel wat houten barakken zijn afgebrand, precies met de bedoeling om sporen uit te wissen.
Tot op het einde bleven ze blijkbaar geloven in de principes van nazi-Duitsland of waren ze zo bedwelmd of verdoofd?

 

 

Alleen de koude vlakte op zich geeft al een ontluisterend beeld van Birkenau, veel ontluisterender dan Auschwitz.

 

 

Auschwitz en Birkenau worden de laatste jaren blijkbaar meer en meer bezocht door zogeheten ‘voyeurs’.
Is dit goed of slecht? Als je het mij vraagt goed: een bepaald gedeelte zal er ongetwijfeld toch een boodschap aan overhouden!

 

 

De terugreis naar België kon pas aangevat worden met meer dan 5 uur vertraging omdat er een defect aan het vliegtuig van de Belgische luchtmacht was.
Waar huidig minister van Defensie Pieter De Crem vroeger grapte met deze vliegtuigen onder het mom van 'Air Flahaut’, werd hij er nu zelf al zeer snel in zijn ambtstermijn mee geconfronteerd.

 

 

De jongeren, die wij mee hadden, vonden dit uiteraard plezant, maar in deze tijden van gsm’s en sms-en, wist natuurlijk het thuisfront, ouders, grootouders, vrienden, etc. wat er aan de hand was.
Gelukkig moesten we niet naar het noodscenario grijpen, waarbij een aantal mensen in Polen moesten achterblijven en er de nacht moesten doorbrengen.
In dit geval was het immers ‘lotje trekken’ geworden om te beslissen wie mee kon naar België, met een ander, kleiner vliegtuig en wie pas de dag nadien zou kunnen teruggebracht worden.

 

 

Eén van de scholen, leerlingen en leerkrachten, die ik ontmoette tijdens het lange wachten was het Koninklijk Technisch Atheneum 2 ‘Villers’ van Hasselt, meer bepaald de afdeling fotografie. De foto’s bij deze tekst zijn van hun hand.
Inmiddels is deze klas tijdens de bloesemperiode op mijn uitnodiging Sint-Truiden komen bezoeken en hebben de leerlingen foto’s gemaakt.
Of hoe banden gesmeed worden in Polen terwijl je vliegtuig defect aan de grond staat!

 

 

 

 

 

Ik ben blij dat ik in Auschwitz geweest ben, het was een dag vol emoties.

 

 

We moeten blijven conclusies trekken uit de gruwelen van het nazi-regime en de Tweede Wereldoorlog.
Vandaar mijn pleidooi dat het dringend noodzakelijk is dat aan dit spijtig historisch gegeven en aan de vredesboodschap in het algemeen vanuit de overheid nog meer aandacht besteed zou worden.
Dit gebeurt nu al, maar veel te weinig gecoördineerd, zeker in Vlaanderen.
Ik pleit hier voor een globale aanpak, vertrekkende vanuit het federale niveau België.
Deze geschiedenis moet vanuit dat niveau verteld worden. Immers, afhankelijk van het niveau wordt de geschiedenis soms anders verteld! Nochtans is er voor dit soort gruwel maar één geschiedenis!

 

 

Op federaal niveau zou dit kunnen gebeuren vanuit het IV - NIOOO, dat trouwens al een stuk die opdracht heeft, met name opvoeding tot burgerzin voor de publiek opinie in het algemeen en de jeugd in het bijzonder.
De wet van 21 april 2007 verduidelijkt deze opdracht nog en stipuleert dat een aparte cel binnen het Instituut zal opgericht worden met het oog op het bevorderen van meer verdraagzaamheid, burgerzin, democratie en het wederzijds respect tussen personen.
Het IV - NIOOO zou in dit kader een akkoord en/of protocol moeten maken met de gemeenschappen, vooral inzake onderwijs.
Op provinciaal niveau moeten de provinciebesturen, samen met de provinciecommando’s, hun verantwoordelijkheid opnemen.
Steden en gemeenten hebben op dat vlak eveneens hun verantwoordelijkheid, zoals wij dit in Sint-Truiden nu ook al doen.

 

 

Nu gebeurt er wel al veel op dat vlak, maar te weinig gestructureerd en te veel afhankelijk van individuen en/of vrijwilligers, elk op hun plaats. Bovendien moet er nu vooral aandacht zijn voor de laatste oud-strijders, want anders zullen hun ervaringen verloren gaan.
In Sint-Truiden bijvoorbeeld zal de erfgoedcel alle overlevenden, die weggevoerd zijn, interviewen met de bedoeling er een boek onder de vorm van ‘Oral history’ rond uit te geven.

 

 

Willen we onze maatschappij opnieuw een stuk verdraagzamer en positiever maken, dan zullen we hier echt in moeten investeren en structurele ingrepen moeten doen.
Vredeseducatie, met voldoende aandacht voor het verleden, is hier voor mij essentieel in!

 

 

Als voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging vind ik dat ook het ministerie van Defensie hier een taak heeft.
Een minister van Defensie moet ook (een stuk) minister van Vrede zijn en hier wil ik als voorzitter voor ijveren.

 

 

 

 

Ludwig Vandenhove