“De geplande afvalenergiecentrale in Tervant (Beringen) is belangrijk voor Limburg.”, antwoordde gedeputeerde Ludwig Vandenhove op een vraag van Vlaams Belang (VB) raadslid Koen Ooms tijdens de provincieraadszitting van woensdag 16 oktober 2013.

Hieronder vindt u het integrale antwoord.

Men wil in Beringen een verbrandingsoven bouwen met een capaciteit van 200.000 ton...

1.         Is de afvalberg in Vlaanderen, dermate vergroot dat er nu een ondercapaciteit bestaat?
a.         Zo neen, vanwaar zal het afval afkomstig zijn dat in de Bionerga-afvalverbrandingsoven in Beringen dient te worden verbrand?
Het afval is afkomstig uit Limburg. In Limburg wordt momenteel 120.000 ton huishoudelijk afval en 200.000 ton met huishoudelijk afval gelijkgesteld bedrijvenafval geproduceerd. Dit cijfer is al een aantal jaren stabiel.
Een groot deel van de verwerking van het bedrijvenafval gebeurt nu in de Sleco-installatie in Beveren (Linkeroever van de Schelde). Hierdoor zijn er hoge transportkosten en is men afhankelijk van één installatie.
b.         Zo ja, op welke cijfers baseert men zich in verband met de vergroting van de afvalberg van te verbranden afval?
De cijfers inzake afval worden aangeleverd door de OVAM, de bevoegde Vlaamse instantie.

2.         Kan de Bestendige Deputatie in dit verband een antwoord formuleren op de vraag waarom er in Beringen nog steeds een verbrandingsoven moet komen met een capaciteit van 200.000 ton?
De argumenten zijn:
- spreiden van de afvalverwerkingscapaciteit
- beperken van de transportkosten en dus lagere verwerkingskosten voor de bedrijven en de burgers.
- betere controle op de gegarandeerde afvoer van huishoudelijk afval (publieke participatie in Bionerga)

3.         200.000 ton!!! Wordt er met zo een hoge verbrandingscapaciteit, rekening gehouden met afvalimport uit andere Europese landen?
Zoals hierboven aangehaald gaat er in hoofdzaak Limburgs afval verwerkt worden. Er is meer dan voldoende aanbod op de Limburgse markt. Door de nabijheid zal ook de prijs uiteindelijk maken dat het Limburgse afval zal verwerkt worden. De publieke controle in Bionerga kan dit opvolgen.

4.         Waarom wordt gekozen voor dit type afvalverbrandingsoven en niet, voor meer milieuvriendelijke afvalverwerking?
De gekozen techniek in het vooropgestelde project beantwoord perfect aan de principes van de best beschikbare technologie (BBT). Deze BBT wordt op regelmatige tijdstippen door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) bepaald in opdracht van de Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij (OVAM). De installatie is gebouwd om het leefmilieu zo weinig mogelijk te belasten en te zorgen voor een maximale energieproductie. De afvalcentrale wordt in de BBT beschouwd als en derde-generatie energiecentrale, waarbij afvalverwerking en energieproductie gezamenlijke doelstellingen zijn.

Oorspronkelijk zou de Bionerga-verbrandingsoven in Beringen, gebaseerd zijn op het waste-to-energy-principe, waarbij omliggende bedrijven op het warmtenet zouden aangesloten worden en waarbij de verbrandingsoven voor hun energietoevoer zou zorgen.
Inmiddels heeft het bedrijf Dow Chemicals dat in dit plan betrokken werd, de deuren gesloten en is ook Borealis tot een inkrimping van de activiteiten overgegaan. Het waste-to-energy-principe kan dus allerminst voluit spelen en toch wordt nog steeds geopteerd voor een verbrandingsoven in Beringen.

5.         Is dit dan nog verantwoord?
De stoomproductie van de centrale kan op verschillende manieren gebruikt worden: warmteproductie, elektriciteitsproductie of een combinatie van beiden. Indien de warmteafgifte vermindert, kan de elektriciteitsproductie toenemen.

6.         Of minstens: is een capaciteit van 200.000 ton nog verantwoord?
De 200.000 ton is ingegeven door het beschikbare afval in de regio.
Dan wil ik ook nog graag een antwoord op volgende vragen die de inwoners van Beringen aanbelangen, meer specifiek de inwoners van Tervant.

7.         In hoeverre werd er rekening gehouden met het feit, dat de installatie betrekkelijk dicht bij de woonkern van het gehucht Tervant zou komen te liggen, aangezien tal van wetenschappelijke studies stellen dat omzichtigheid geboden is, bij het vestigen van afvalverbrandingsinstallaties in de buurt van woonkernen?
In de vergunning zijn een zeer groot aantal bepalingen opgenomen, gebaseerd op het advies van de dienst Toezicht Volksgezondheid, de OVAM en het schepencollege om een gezondheidskundig verantwoorde manier te exploiteren. Bijzondere aandacht (en dus scherpere normen en voorwaarden) worden opgelegd voor NOx, NH3, Hg, Pb en  polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s).

8.         In hoeverre werd rekening gehouden met het feit, dat op het grondgebied van de gemeente Beringen Seveso-bedrijven actief zijn (Seveso-bedrijven zijn bedrijven die activiteiten ontplooien op het vlak van de behandeling, de productie, het gebruik of de opslag van gevaarlijke stoffen), zodat aldus de cumulatieve belasting voor de gemeente Beringen, en inzonderheid voor Tervant, onevenredig hoog zou kunnen liggen?
De installatie is geen Seveso-inrichting. Seveso-bedrijven zorgen niet noodzakelijk voor een belasting van de volksgezondheid. De Seveso-richtlijn is er enkel om de gevaren bij industriële ongevallen in te schatten, waarbij Seveso-bedrijven een verhoogd risico vormen op de omgeving. Dit staat dus los van cumulatieve leefmilieueffecten. Deze laatste effecten worden gevat door de adviezen van Toezicht Volksgezondheid.

Zie onder andere “Als sp.a op de verschillende beleidsniveaus op 1 lijn zit, is veel mogelijk!” van 04-09-2013 op deze website.