5G: moet dat echt?

“Ik begrijp de reactie van een aantal Waalse burgemeesters op de uitrol van 5G door telecombedrijf Proximus” (1), zegt Vlaams parlementslid Ludwig Vandenhove.

Er zijn heel wat vragen over de gevolgen van 5G voor de gezondheid van de burgers.
Het is belangrijk dat deze eerst grondig uitgeklaard worden. Bovendien is het daarna aangewezen, als 5G zou worden uitgerold, dat er een goede, officiële informatie en communicatie komt vanuit de overheid.

Persoonlijk vind ik het niet verstandig van een overheidsbedrijf als Proximus om net nu, in volle Coronacrisis, precies met dit initiatief te komen. Weer maar eens een voorbeeld van een topmanager, die wereldvreemd is. Of voor wie alleen de winst en vooral zijn prestaties tellen.
Net in een periode dat er vragen gesteld worden of alles zo snel moet blijven gaan, of het allemaal niet wat minder moet, of het allemaal niet wat meer menselijk moet.

Moeten we nu echt alle technologieën en innovaties, die we kunnen ontwikkelen, ook toepassen? Zo kan vooruitgang onze ondergang worden.
Neen, voor mij moet dat niet. Neen, voor mij gaat het snel genoeg, voor mij moet die 5G niet.
Sneller kunnen surfen: waarom? Om op facebook, twitter, tinder of tik tok te zitten? Of om internationaal te kunnen concurreren?

Blijkbaar wordt het eventueel gezondheidselement al snel weer ondergeschikt aan ons economisch systeem.
Ondanks de ervaringen, die we nu hebben met Corona, gaat er blijkbaar weinig veranderen in onze samenleving.
Ik vreesde het al, dit is weer maar eens een bevestiging.

Ik vind dat de Vlaamse minister Wouter Beke, bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding , de taak heeft om dit dossier, dat belangrijk is voor de Vlaamse volksgezondheid, ter harte te nemen.

Wallonië geeft ons weer maar eens het goede voorbeeld.”