‘Welbevinden in de Land- en Tuinbouw’

Het recent actieplan rond het ‘Welbevinden in de Land- en Tuinbouw’ was het onderwerp van een gedachtewisseling met diverse inleiders in de Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid van het Vlaams parlement op woensdag 28 september 2022.

Er is een toenemende aandacht voor psychologische en psychische problemen bij landbouwers.
Een goede zaak”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.
Alleen blijven wij ons als VOORUIT afvragen waarom er meer aandacht moet zijn voor bepaalde beroepscategorieën en niet voor de ganse bevolking of voor alle beroepen. Laten we bijvoorbeeld kijken naar de inspanningen, die de vice-eersteminister en federale minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke op dat vlak levert. (1)
Heeft dat te maken met de grote rol, die de Boerenbond (BB) speelt en de verbondenheid met de cd&v?

De overheid, op alle niveaus, moet inspanningen leveren om die problemen zoveel en zo adequaat mogelijk aan te pakken voor alle Vlamingen zonder onderscheid.

Na de inleiding was er ruime mogelijkheid voor vragen aan de sprekers.
Ik stelde zelf een aantal vragen en gaf een aantal bemerkingen.

-Het globaal plan wat nu uitgewerkt is rond het ‘Welbevinden in de Land- en Tuinbouw’ heeft raakpunten met andere beleidsdomeinen, zoals welzijn in het algemeen en armoede en éénzaamheid in het bijzonder.
Wat houdt dat concreet in?
Zijn daar cijfers over? Is dat kwantificeerbaar?
Ik stelde deze en andere vragen aan Patricia De Clercq, secretaris-generaal van het departement Landbouw en Visserij.
-De zogeheten ‘controleurs’ of ‘erfbetreders’ worden betrokken in dit programma.
Hoe gebeurt dit concreet? Een ‘controle’ geeft immers altijd aandacht tot stress bij de betrokken personen of beroepen.
Hoe verhoudt zich dat tot de inspecties in andere Vlaamse beleidsdomeinen?
Worden de betrokken ambtenaren daar specifiek voor opgeleid?
In die context zou het veel beter zijn dat er een globaal handhavingsbeleid, beleidsoverschrijdend, zou gevoerd worden voor alle Vlaamse thema’s.
Het zou de mogelijkheid bieden om een integraal Vlaams handhavingsbeleid te voeren. En zo zou er rekening kunnen gehouden worden met alle personen en/of beroepscategorieën, die al dan niet tijdelijk problemen hebben. Zo krijg ik nu nog al wat reacties van bepaalde zelfstandigen, die (te?) streng gecontroleerd worden op bepaalde voordelen, die ze al dan niet terecht gehad hebben in de coronaperiode.
-Er wordt duidelijk gekozen om specifiek te werken naar de landbouwers toe.
Waarom wordt er niet geopteerd voor een beleidsoverschrijdende aanpak voor de meeste of alle beroepscategorieën in plaats van nu enkel te focussen op de boeren? Heeft dat eveneens te maken met de belangrijke positie van de Boerenbond (BB) en de bevoorrechte relatie met de cd&v?
-Waarom wordt er niet meer een beroep gedaan op bestaande diensten en/of organisaties? Bijvoorbeeld het ‘Sociaal Huis’ of het ‘Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn’.

Aan de vertegenwoordigers van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) stelde ik de volgende vragen:
-liggen de cijfers voor de situatie in de belangrijkste Europese Unie (EU)-landen in dezelfde grootteorde?
Dat geldt zeker voor de andere lidstaten, waar de landbouw een belangrijke rol speelt, zoals Frankrijk, Ierland en Nederland;
-één van de uitdagingen is de beroepsrisico’s voor de land- en tuinbouwers zoveel mogelijk te beperken.
Wordt daarbij evenveel aandacht besteed aan de andere risico’s als aan mentale problemen?

Algemene vragen:
-wanneer is dit actieplan geslaagd.
Zal het geëvalueerd en/of gemonitord worden?
Hoe en na welke periode zal dit gebeuren?;
-staan er (voldoende) extra financiële middelen en extra personeel tegenover deze beleidsvoorstellen?"