Limburg Sterk Merk (LSM) blijft nodig voor Limburg

“De Stichting Limburg Sterk Merk (LSM) blijft meer dan ooit nodig voor Limburg”, zegt Vlaams parlementslid Ludwig Vandenhove namens sp.a Limburg, tot voor kort zelf bestuurder in LSM.

De kritiek van Groen op de werking ervan is strategisch niet verstandig. (1)
Natuurlijk kan er altijd, los van om het even welke partij, kritiek geleverd worden op het éne of andere project.
De rest van Vlaanderen kijkt al langer argwanend naar dit Limburgs instrument, zulke commentaren als “Provinciale zak van Sinterklaas” werken dat alleen maar in de hand.

Waarom bestaat LSM?

Het ter beschikking gestelde geld via de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) is er enkel dankzij de vervroegde sluiting van de Limburgse steenkoolmijnen en de budgettaire enveloppe, die we toen als Limburg in ruil gekregen hebben. Het gaat dus over Limburgs geld. Bovendien zou het inderdaad beter zijn dat wij als provincie Limburg in alle beleidsdomeinen zouden krijgen waarop wij recht hebben, zoals alle provincies. Maar zolang dat niet het geval is, moet LSM blijven functioneren.
De discussie van de laatste dagen over eventuele plannen van de Vlaamse regering met Limburg - zie onder andere het niet toekennen van nieuwe studierichtingen aan Universiteit Hasselt (UHasselt) - bevestigt dat nog maar eens.

Het is de verdienste van voorzitter, gouverneur Herman Reynders, om een voorzet gegeven te hebben voor een nieuw strategisch kader voor de periode 2018-2025. Daarenboven liggen de meeste projecten in het verlengde van de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden van de gedeputeerden, die hier steeds kunnen over bevraagd worden in de provincieraad.
Elk jaar is er een gedetailleerd jaarverslag van LSM met het overzicht van alle projecten en de financiële consequenties. Bovendien zetelen alle in de provincieraad verkozen partijen in de Raad van Bestuur van LSM, dus nu ook Groen.
Er gebeuren de strengste financiële en andere controles op de LSM-projecten en het te besteden geld.
Conclusie: er is zeker transparantie.

De niet al te strikte criteria en regels voor het toekennen van LSM-gelden geven juist mogelijkheden om in te spelen op actuele evoluties of problemen. Trouwens, Groen doet in het artikel waarin ze hun kritiek geven op LSM al meteen een aantal beleidsvoorstellen, dus in feite een tegengesteld signaal.  

Groen en sp.a zitten beide in de oppositie in de provincieraad.
Wij reiken de hand aan Groen over mogelijke projecten voor LSM en de suggesties van hen zijn zeker het onderzoeken waar. Maar één element mag niet uit het oog verloren worden: Limburg moet eerst krijgen waar het recht op heeft, bijvoorbeeld uit de Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen (NMBS)-pot of uit de Vlaamse begroting voor bijkomende richtingen aan universiteiten of hogescholen.”