Limburg staat weer op tweede rij

“Limburg staat weer op de tweede rij bij het toekennen van de subsidies voor culturele infrastructuur, nu in het kader van het relanceplan voor de cultuursector”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Ludwig Vandenhove.

“Dat blijkt uit het antwoord van minister-president en Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT en Facilitair Management Jan Jambon op een schriftelijke vraag van mijn sp.a collega Katia Segers.

Uit de normale culturele subsidiepotten krijgt Limburg al steeds te weinig in vergelijking met andere provincies. Maar nu is het hetzelfde verhaal voor de extra subsidies in het kader van Covid-19.

Van de nu reeds toegewezen 77,258 miljoen euro van de voorziene 100 miljoen euro gaat er nauwelijks 5,1 miljoen euro (6,6%) naar Limburg voor de omvorming van de Heilige Hemelrijksite in Hasselt.
Hoe de rest nog zal besteed worden, kan u opmaken uit het antwoord hieronder. Maar daar zit ook niet veel in voor Limburg.

Ik betreur dat Limburg gewoonlijk, op basis van geldende subsidiereglementen, al altijd te weinig krijgt, maar bij deze beslissing nu betreur ik dat nog meer. De selectie is immers louter gebaseerd op politieke argumenten, ik citeer:
-een duidelijke leemte invullen in het Vlaamse culturele infrastructuurlandschap;
-passen binnen de beleidsvisie van de bevoegde minister;
-al voldoende ver gevorderd zijn zodat ze effectief kunnen vastgelegd worden in 2021-2022, zodat ze passen binnen de timing van de geplande relancemaatregelen. Dus was dit nu precies een mogelijkheid om te compenseren voor Limburg.

Wij hebben als Limburg de culturele achterstand altijd goed kunnen compenseren zolang de provincie Limburg culturele bevoegdheid had en er eigen Limburgse middelen kon aan besteden.
Nu dat niet meer kan, dreigt de achterstand nog groter te worden.
Dit blijkt overduidelijk uit de toekenning van deze Corona-subsidies.

Dit is niet enkel een zaak van geld, maar tevens en nog meer van mentaliteit.”

Hieronder vindt u de vraag en het antwoord van collega Katia Segers.